Rusland zoekt toenadering tot Noord-Korea

Nu Rusland steeds meer onder vuur ligt voor zijn rol in de onrust in Oekraïne, wendt Moskou zijn blik richting het oosten. Naast een historische gasdeal met China vorige maand haalt Rusland ook de banden aan met een oude bondgenoot uit de Koude Oorlog: Noord-Korea. Hoewel deze strategie Rusland en vooral Noord-Korea ten goede kan komen, kan de Russische president Vladimir Poetin alvast op nog meer kritiek uit het Westen rekenen.

Sinds het uitbreken van de crisis in Oekraïne kwamen Moskou en Pyongyang nader tot elkaar. In april bezocht de Russische vicepremier Joeri Troetnev Noord-Korea om te spreken over het verbeteren van de onderlinge economische betrekkingen. Eerder die maand maakte Rusland bekend dat het negentig procent van de schuld die Noord-Korea bij het land heeft kwijtscheldt. Ook tekenden de landen een verdrag dat beoogt de bilaterale handel tegen 2020 te verhogen tot ruim 700 miljoen euro.

Joeri Troetnev in Noord-Korea

De toenadering tot het communistische land is een tweeledige strategie van Poetin. Enerzijds probeert de president afstand te nemen van de Verenigde Staten en Europese Unie nu die Rusland sancties hebben opgelegd. Anderzijds voert Rusland al langer een strategie waarbij het land zijn invloed en aanwezigheid in Azië tracht te vergroten. In China werd Poetin vorige maand met open armen ontvangen en ook in Noord-Korea kan hij op een warm welkom rekenen. Ook met Zuid-Korea haalde Rusland onlangs de banden aan.

”Door de betrekkingen met Noord-Korea aan te halen probeert Rusland zijn onderhandelingspositie ten opzichte van Japan en de VS te versterken”, aldus Narushige Michishita, Noord-Korea- en Azië-expert aan het Japanse Nationale Instituut voor Beleidsstudies. Volgens Michishita wil Poetin met de move richting Pyongyang vooral laten zien dat hij zich niet laat bang maken door sancties van het Westen. Rusland voert een autonome politieke koers, of dat de internationale gemeenschap nou aanstaat of niet, is de boodschap.

Narushige Michishita

De EU en VS ontmoedigen het bedrijven van handel met Noord-Korea. De Verenigde Naties hebben het communistische land de afgelopen decennia een enorme hoeveelheid sancties opgelegd, waarmee Noord-Korea een van de meest geïsoleerde naties ter wereld is. Het land heeft een clandestien kernwapenprogramma, maakt zich schuldig aan mensenrechtenschendingen die volgens een VN-commissie op ‘nazipraktijken’ lijken en onderneemt nauwelijks moeite om de honger en armoede onder de bevolking aan te pakken. De toenadering van Moskou tot Pyongyang zal dan ook veel afkeuring in de internationale gemeenschap oproepen.

Voor Noord-Korea komt de handreiking van Poetin goed uit. De noodlijdende economie van het land zorgt voor honger en tekorten, maar het regime in Pyongyang weigert hervormingen door te voeren of het land te openen voor buitenlandse investeerders. Noord-Korea zit in een situatie waarin het huidige systeem niet werkt, maar waarin hervorming hiervan totaal onbespreekbaar is. Daar komen de sancties van het Westen nog eens bij. Tijdens de Koude Oorlog was Noord-Korea sterk afhankelijk van zijn grote communistische broers, de Sovjet-Unie en China. Anno 2014 wordt Pyongyang vrijwel volledig in leven gehouden door Chinese steun en internationale noodhulp.

Poetin met Kim Jong-il in 2000

Noord-Korea zocht de afgelopen twintig jaar vaker toenadering tot Moskou. In februari bezocht het ceremoniële Noord-Koreaanse staatshoofd Kim Yong Nam de openingsceremonie van de Olympische Winterspelen in Sotsji. In september werd een spoorlijn tussen Rusland en Noord-Korea na een jarenlange renovatie heropend. Rusland heeft interesse geuit om in het gezamenlijke Koreaanse industriecomplex Kaesong te investeren. Een jaar geleden voegde Noord-Korea een eerbetoon aan de vriendschap met Rusland toe aan zijn beroemde Mass Games.

De toekomst zal uitwijzen of Poetin serieus de banden aanhaalt met Noord-Korea of dat het hier slechts om een pr-stunt gaat om een lange neus te maken naar het Westen.

 

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 4 juni 2014 op de website van het Nederlands Dagblad.