In Seoul zijn ze niet bang voor Kim

‘Of ik bang ben? Is dit je eerste keer hier?” In de wijk Jung-gu in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul is de goedlachse James Lee niet onder de indruk van de nieuwste raketproef van de noorderbuur. „Niemand maakt zich hier zorgen. Dit is gewoon de dagelijkse routine.” Het blijkt dat de meeste bewoners van Seoul er zo over denken.

Toch zette Noord-Korea dinsdag weer een belangrijke stap vooruit in zijn gevreesde raketprogramma. Had de middellangeafstandsraket, die in mei werd afgevuurd nog een bereik van 4.500 kilometer – genoeg om Amerikaanse troepen in Guam in het vizier te brengen – ‘Hwasong-14’ (het projectiel dat nu werd getest), heeft volgens het Zuid-Koreaanse ministerie van Defensie een bereik van zeven- tot achtduizend kilometer en kan hiermee Alaska en Hawaï treffen. Eerdere schattingen ging nog uit van een bereik van 6.700 kilometer. Niet eerder lanceerde Pyongyang een raket die zo ver kan komen.

Lee denkt niet dat de raket daadwerkelijk op de VS of op het tien miljoen zielen tellende Seoul zal worden afgevuurd. „Kim Jong-un is een slimme man. Hij weet dat hij met zo’n actie zijn eigen doodvonnis tekent.”

Zijn stadsgenoot Kim Kyun is het daarmee eens. „Allemaal machtsvertoon”, zegt hij buiten een filiaal van de alomtegenwoordige avondwinkelketen GS25, terwijl hij een magere spierbal ontbloot. „Als de Noord-Koreanen hadden willen aanvallen, hadden ze dat allang gedaan.” De druk appende student Lim Hae had bijna twaalf uur na de raketproef het nieuws nog niet eens meegekregen.

Beetje zorgen

Kang Hae-ju is naar eigen zeggen wat ambivalent. „Ik vraag me af of de wereld echt bang moet zijn of dat Noord-Korea gewoon weer stoer aan het doen is”, zegt ze. Een man die bij het hippe Dongdaemun History & Culture Park een sigaretje rookt en alleen zijn achternaam, Park, wil geven: „Soms maak ik me wel een beetje zorgen. Oorlog is namelijk het vreselijkste dat er is.” Toch denkt ook hij niet dat het snel tot een gewapend treffen komt.

In slechts een paar jaar tijd heeft het regime van Kim Jong-un snellere en grotere vooruitgang geboekt dan veel analisten hadden durven denken. Niet alleen komen de projectielen steeds verder, Pyongyang investeert in technologie waarmee voorbereidingen van lanceringen steeds moeilijker van tevoren te detecteren zijn.

Zo werkte Noord-Korea voorheen met raketten die op vloeibare brandstof vliegen. Het voorbereiden van een lancering daarvan neemt uren in beslag en kan daardoor tijdig door spiedende satellieten worden opgemerkt. De laatste jaren test het land dan ook steeds meer projectielen die worden aangedreven door vaste brandstof. Die lanceer je met één druk op de knop richting je doelwit, zonder uren aan preparatie. Om diezelfde reden test Pyongyang ook steeds vaker raketten vanaf onderzeeërs.

De Hwasong-14 werd in een boog afgevuurd. Het projectiel klom tot een hoogte van 2.802 kilometer en plonsde na 39 minuten op een afstand van 933 kilometer van het lanceerplatform in zee. In een normale baan zou de raket circa 6.700 kilometer kunnen vliegen.

Bluf

De vraag is of de Noord-Koreaanse raketten met een kernkop kunnen worden uitgerust. Pyongyang claimt over die technologie te beschikken. Analisten hebben nog niet kunnen vaststellen of dit Noord-Koreaanse bluf is of dat ook op dit vlak grote progressie is geboekt.

De aanhoudende raketproeven zijn een domper voor de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in, die juist wil inzetten op toenadering tot met Pyongyang. Zuid-Koreaanse opiniemakers zetten dit dinsdag weg als wensdenken. Nieuwsmedia in het land maakten wel melding van de test, maar echt groot nieuws was het niet. Zoals altijd was de economie belangrijker.

De Amerikaanse president Trump toonde zich vooralsnog weinig bezorgd. „Heeft deze vent (de Noord-Koreaanse leider Kim Kim Jong-un, red.) niets beters te doen”, vroeg hij zich hardop af op Twitter. Volgens Trump wordt het hoog tijd dat omliggende landen ingrijpen. Op dinsdag lanceerden Amerikaanse en Zuid-Koreaanse strijdkrachten in een sterk staaltje machtsvertoon enkele raketten vanaf de Zuid-Koreaanse oostkust in zee.

De Noord-Koreaanse test lijkt echter in de eerste plaats gericht op de Verenigde Staten. Het wapen werd niet voor niets op de Independence Day getest.

Om die reden is Kang dan ook niet zo bang voor de nieuwste ontwikkelingen: „Noord-Korea is meer bezig met de Verenigde Staten dan met Zuid-Korea.”

In april hield Noord-Korea een militaire parade. De raketten die het daar toonde waren verontrustend.

Een eerdere versie van deze reportage werd gepubliceerd in NRC Handelsblad en nrc.next