Noord-Koreaanse raket komt weer hoger en verder

Slechts twee weken nadat Noord-Korea de wereld verraste met een raketlancering over Japan deed Pyongyang het vrijdagochtend lokale tijd weer. Een projectiel vloog op 650 tot 700 kilometer hoogte over het eiland Hokkaido en landde in de Stille Oceaan. In meerdere Japanse steden kregen burgers een waarschuwing dekking te zoeken.

De raket legde volgens Zuid-Korea een afstand van 3.700 kilometer af. Analisten vermoeden dat Pyongyang wil demonstreren dat het Amerikaanse legerbases op Guam kan raken, op circa 3.400 kilometer van de Noord-Koreaanse hoofdstad.

Experts denken dat het afgevuurde projectiel een Hwasong-12 is, een middellangeafstandsraket met een bereik van 4.500 tot 5.000 kilometer. Dat wapen kan volgens Pyongyang worden uitgerust met een kernkop. De raket vloog vrijdag 1.000 kilometer verder en 200 kilometer hoger dan het vorige projectiel dat over Japan werd afgeschoten.

Voor de lancering van twee weken geleden testte Noord-Korea zijn lange- en middellangeafstandsraketten doorgaans in een zogeheten lofted traject. Dat houdt in dat projectielen in een scherpe verticale boog omhoog geschoten worden, zodat de wapens niet buiten Noord-Koreaans territorium landen. Mogelijk is van die strategie nu deels of geheel afstand genomen.

De raket die vrijdag werd afgevuurd kwam verder dan eerder geteste projectielen, met uitzondering van raketten die een satelliet in een baan om de aarde moesten brengen. Het wapen werd gelanceerd van de luchthaven van Pyongyang, slechts anderhalf uur voordat daar een vlucht naar Beijing opsteeg.

De provocatie volgt drie dagen nadat een VN-resolutie nieuwe sancties oplegde aan Noord-Korea, waarmee de olie-import met een derde wordt verminderd. Vrijdag kwam de VN-Veiligheidsraad opnieuw bijeen. Zes minuten na de proef vuurde het Zuid-Koreaanse leger als test twee raketten af.

Een eerdere versie van dit artikel werd op 15 september 2017 gepubliceerd in NRC Handelsblad