Noord-Korea vuurt twee ballistische raketten af

Noord-Korea heeft woensdag twee korteafstandsraketten afgevuurd. De projectielen belandden na een vlucht van zo’n 360 kilometer in de Oostzee, tussen het Koreaanse schiereiland en Japan. Dat heeft onder meer de Zuid-Koreaanse krijgsmacht bevestigd.

De raketproeven vonden op dezelfde dag plaats als gezamenlijke luchtmachtoefeningen van de Verenigde Staten en Zuid-Korea. Daarbij werd zeker één Amerikaanse B-1B-bommenwerper ingezet, een supersonische straaljager. Vaak reageert Pyongyang extra geprikkeld als dit toestel meevliegt in de regio. Zo zeiden Noord-Koreaanse staatsmedia vorige week nog dat oefeningen met de B-1B kon leiden tot een „thermonucleaire oorlog op het Koreaanse schiereiland”. De B-1B was oorspronkelijk ontworpen om kernwapens af te vuren, maar kan dit sinds 1994 niet meer. De jaarlijkse militaire trainingen van Seoul en Washington begonnen op 21 augustus en eindigen donderdag.

De woensdag afgevuurde projectielen vlogen precies dezelfde afstand als van het lanceerplatform in Noord-Korea naar het hoofdkwartier van de Zuid-Koreaanse krijgsmacht buiten de stad Gyeryong. Eerder gaven Noord-Koreaanse staatsmedia een foto vrij waarop leider Kim Jong-un die locatie als doelwit leek aan te wijzen op een plattegrond.

Militaire spionagesatelliet

De afgelopen anderhalf jaar lanceerde Noord-Korea een recordaantal raketten. De laatste tijd was het juist wat rustiger: de laatste test dateerde van meer dan een maand geleden. Wel probeerde Pyongyang vorige week tevergeefs een militaire spionagesatelliet in een baan om de aarde te brengen. Het was de tweede keer dit jaar dat de lancering van zo’n satelliet mislukte. Het regime van Kim Jong-un liet na afloop weten in oktober een derde lanceerpoging te doen. De 40-jarige dictator heeft het ontwikkelen van een eigen, werkende spionagesatelliet gebombardeerd tot een van de zijn militaire prioriteiten.

De Zuid-Koreaanse krijgsmacht veroordeelde de lanceringen woensdag. Ook het Witte Huis wees de raketproeven af.

Een eerdere versie van dit artikel werd op 30 augustus 2023 gepubliceerd op de website van NRC.