Recensie ‘Noord-Korea zegt nooit sorry’

Voor NRC Handelsblad recenseerde ik het boek ‘Noord-Korea zegt nooit sorry’ van Jeroen Visser:

Door al het recente raketvertoon vergeet je haast dat Noord-Korea ook nog andere militaire middelen in de provocatiekoffer heeft zitten. In 1996 leidde een mislukte spionagemissie van het totalitaire regime met een onderzeeër in Zuid-Korea tot een klopjacht en meerdere schietpartijen die wekenlang het internationale nieuws domineerden. Dat het incident inmiddels in Zuid-Korea in de vergetelheid is geraakt, vond Volkskrant-correspondent Jeroen Visser zo bevreemdend dat hij een kwarteeuw later probeerde één van de betrokken Noord-Koreaanse spionnen op te sporen.

Noord-Korea zegt nooit sorry vertelt het verhaal van een van de dodelijkste schermutselingen tussen Noord- en Zuid-Korea sinds de Koreaanse Oorlog. Een groep van 26 Noord-Koreaanse militairen arriveert per onderzeeër aan de Zuid-Koreaanse oostkust met als doel daar strategische doelen te onderzoeken en te fotograferen – spionage dus. Het vaartuig loopt echter aan de grond, waardoor het niet kan terugkeren. De infiltranten moeten een andere manier vinden om thuis te komen. Vierentwintig soldaten vinden hierbij de dood, één raakt vermist (en is mogelijk de grens overgestoken) en één geeft zich over aan de Zuid-Koreaanse autoriteiten. Na een op televisie uitgezonden persconferentie wordt hij ingelijfd bij de Zuid-Koreaanse krijgsmacht. Het is deze ‘stuurman Lee’ die Visser op tal van manieren tracht te vinden.

In het eerste deel van het boek volgt de lezer van dag tot dag de klopjacht op de Noord-Koreanen en hoe zij zelf in hun logboek verslag doen van hun pogingen uit handen te blijven van de veertigduizend Zuid-Koreaanse militairen. Visser heeft een vlotte schrijfstijl en weet goed spanning in zijn verhaal in te bouwen, waardoor het boek zeker tegen het einde een pageturner wordt. Als kenner van het schiereiland biedt hij de juiste achtergrondinformatie om het infiltratieverhaal in de bredere context van diplomatieke toenadering en Koreaanse herenigingswensen te begrijpen.

Los van deze hoofdplot maakt Visser wat uitstapjes door anekdotes te vertellen over Noord- en Zuid-Koreaanse geheimagenten en militairen. Wanneer je de beschrijvingen leest over de extreme trainingsmethodes en bijna onmenselijke discipline in de Noord-Koreaanse krijgsmacht ga je beter begrijpen hoe een klein groepje communistische spionnen wekenlang uit handen kon blijven van een Zuid-Koreaans zoekteam dat vele malen groter was. Ook de casus van de beruchte dubbelagent ‘Zwarte Venus’ is zo bizar dat Visser een volgend boek gerust geheel aan deze mysterieuze figuur mag wijden. Zwarte Venus was een Zuid-Koreaanse inlichtingenofficier die tot in de hoogste Noord-Koreaanse echelons infiltreerde en het noodlijdende regime hielp miljoenen te verdienen. Met informatie uit het communistische land beïnvloedde hij de Zuid-Koreaanse verkiezingen ten gunste van de oppositie. Hij zou in beide Korea’s uit de gratie vallen.

Correspondenten

Slechts een enkele keer trek je als lezer de wenkbrauwen op bij een bepaalde verwoording. Dat ‘geen medium ter wereld een correspondent in Noord-Korea heeft’ klopt misschien wanneer we ons beperken tot westerse media, maar Cuba, Rusland en China hebben toch echt fulltime verslaggevers in Pyongyang zitten. Om zoals Visser te schrijven dat in Noord-Korea ‘weinig plek voor religie’ is en ‘volgens vluchtelingen en experts religie actief ontmoedigd wordt’ is wel héél eufemistisch voor een land dat twintig jaar onafgebroken nummer één was op de Open Doors Ranglijst Christenvervolging. De kerken die genoemd worden zijn er enkel om de illusie van geloofsvrijheid in stand te houden, met name voor buitenlandse donoren. Vooral het christendom wordt onderdrukt, maar in Noord-Korea is iedere vorm van religie verboden – behalve dan het als goden vereren van de Kim-dynastie.

Die kleine puntjes van kritiek daargelaten is Noord-Korea zegt nooit sorry een boeiende zoektocht naar een overgelopen Noord-Koreaanse spion en geeft het op spannende wijze de vluchtpogingen van zijn oude kameraden weer. Dat de lezer bij voorbaat al weet hoe een deel van het verhaal afloopt, doet daar weinig aan af. Het onderzeeërincident wordt niet losstaand behandeld, het boek geeft ook een breder beeld van de geschiedenis van beide Korea’s en van de complexiteit van inter-Koreaanse betrekkingen. Iets wat met de recente hausse aan Noord-Koreaanse raketproeven de aanstaande presidentsverkiezingen in het Zuiden uiterst actueel blijft.

Een eerdere versie van deze recensie verscheen op 4 februari 2022 in NRC Handelsblad.

De verfijnde surveillancestaat

Voor De Groene Amsterdammer schreef ik een longread waarin ik terugblikte op hoe Noord-Korea is getransformeerd onder tien jaar leiderschap van Kim Jong-un. Ik keek naar hoe de jonge Kim aanvankelijk door optimistische en vaak ongeïnformeerde analisten werd gezien als een hervormer, maar al snel zou blijken dat de derde telg uit de Kim-dynastie even wreed was als zijn vader – en nog efficiënter. Grote winnaar is het regime in Pyongyang gebleken, de grote verliezer de Noord-Koreaanse bevolking.

Lees hier de longread: De verfijnde surveillancestaat