Korea’s willen denuclearisering en nog dit jaar vredesverdrag

De leiders van Noord- en Zuid-Korea streven naar de “complete denuclearisering” van het Koreaanse schiereiland. Dat hebben de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un en de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in vrijdag op een top met elkaar besproken. Ook willen de landen dat er nog dit jaar een vredesverdrag komt om de Koreaanse Oorlog (1950-1953) formeel te beëindigen.

Kim en Moon tekenden vrijdag aan het einde van hun top de zogeheten Panmonjom Vredesverklaring, genoemd naar de grensplaats waar de ontmoeting werd gehouden. De leiders spraken verder onder meer af om de familiereünies te hervatten van familieleden die sinds de Koreaanse Oorlog aan weerszijden van de grens wonen. Die herenigingen werden voor het laatst in 2015 gehouden. De volgende zullen in augustus worden georganiseerd, op de dag dat Korea in 1945 werd bevrijd van de Japanse kolonisatie.

Moon naar Pyongyang

Ook nodigde Kim Moon uit om komende herfst voor een volgende top de Noord-Koreaanse hoofdstad Pyongyang te bezoeken. Moon stemde hiermee in. Voor vandaag werd er tweemaal eerder een top gehouden tussen leiders van Noord- en Zuid-Korea, in 2000 en in 2007. Die vonden beide in Pyongyang plaats.

In 1953 werd tijdens de Koreaanse Oorlog een wapenstilstand gesloten, maar een vredesverdrag kwam er tot nu toe niet. Voor het sluiten van zo’n verdrag is nog wel de medewerking van de Verenigde Naties en China nodig, die naast Noord-Korea het staakt-het-vuren in de jaren vijftig ondertekenden. Zuid-Korea heeft de wapenstilstand nooit ondertekend.

Vrede

Om een vredesakkoord te kunnen bewerkstelligen werd vrijdag voorgesteld onderhandelingen op te zetten waarbij ook de Verenigde Staten en China aanwezig zijn. Ook worden voor het einde van mei nog besprekingen opgezet tussen de legers van Noord- en Zuid-Korea. Tevens wordt in het Noord-Koreaanse Kaesong, gelegen op slechts tien kilometer van de grens met Zuid-Korea, een gezamenlijk kantoor gevestigd.

Moon en Kim spraken af dat er geen oorlog meer komt op het Koreaanse schiereiland. Moon sprak van “een nieuw era van vrede” dat is aangebroken. Tevens moet het aantal conventionele wapens aan beide zijden worden afgebouwd. Ook werd afgesproken dat na 1 mei de luidsprekers die aan beide zijden van de grens propaganda uitzenden zullen worden stilgelegd. De gedemilitariseerde zone die beide landen scheidt en bulkt van de landmijnen en legerposten moet worden omgevormd tot een “vredeszone”.

Kim Jong-un sprak na het tekenen van het akkoord de aanwezige pers toe, waarbij hij appelleerde aan toekomstige hereniging:

“De Koreanen zijn één volk met hetzelfde bloed. We zijn broeders. […] We willen een permanente vrede sluiten waarbij wij één taal, één cultuur en één geschiedenis gebruiken. Noord- en Zuid-Korea zullen samengaan tot één natie.”

Kernwapens

Denuclearisering zal een lastige kwestie worden. Hoewel Kim Jong-un meerdere malen heeft gezegd hier een voorstander van te zijn, lijkt hij een andere definitie van het woord te hanteren dan andere landen. Kim bood vorige week aan om te stoppen met nieuwe kernproeven en rakettests en om het nucleaire testterrein in Punggye-ri te ontmantelen. Over het opgeven van bestaande kernwapens zei de Noord-Koreaanse dictator niets. Sterker nog, Kim liet weten dat als zijn land aangevallen of “geprovoceerd” wordt hij zich het recht voorbehoudt om terug te slaan met atoomwapens.

Dat is iets anders dan onder meer de VN, Zuid-Korea en de Verenigde Staten willen. Een aantal dagen geleden zei de Amerikaanse president Donald Trump nog dat zijn definitie van denuclearisering “een hele simpele” is: dat Noord-Korea geen kernwapens meer heeft. Het is maar de vraag of de afspraken die Noord- en Zuid-Korea vrijdag gemaakt hebben daarin zullen resulteren.

Tevens is de vraag welke voorwaarden Noord-Korea zal stellen aan het opgeven van zijn kernwapens. De 28.500 Amerikaanse militairen die gestationeerd zijn in Zuid-Korea zijn Pyongyang een doorn in het oog. Zowel Seoul als Washington piekert er echter niet over de soldaten terug te trekken. Moon zei vrijdag tegenover aanwezige journalisten:

“Kim en ik hebben vandaag benadrukt dat het realiseren van een kernwapenvrij Koreaans schiereiland door middel van complete denuclearisering ons gezamenlijke doel is.”

Reacties

De gezamenlijke verklaring werd door veel staatshoofden positief onthaald. De Japanse premier Shinzo Abe sprak van een “positieve stap” en zei te verwachten dat Pyongyang concrete stappen zal nemen om haar beloften na te komen. Het Kremlin sprak van zeer positief nieuws en zei dat president Vladimir Poetin al langer had gepleit voor gesprekken tussen de leiders van beide Korea’s.

President Trump sprak van een “historische ontmoeting” en zei dat de VS trots moesten zijn op het resultaat, maar drukte zich verder voorzichtig uit. “Er gebeuren goede dingen, maar de tijd zal het leren!”, schreef het staatshoofd op Twitter. Eind mei of begin juni vindt een top plaats tussen Trump en Kim. Een exacte datum of locatie zijn nog niet bekend. Trump bedankte de Chinese president Xi Jinping voor zijn hulp met de Noord-Koreaanse kwestie:

De Chinese regering zei blij te zijn dat Noord- en Zuid-Korea gezamenlijk stappen tot vrede nemen. President van de Europese Raad Donald Tusk zei dat het akkoord illustreert dat “het onmogelijke mogelijk kan worden”:

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 27 april bij NRC

Interview met twee Noord-Koreaanse kampoverlevenden

Voor NRC interviewde ik twee vrouwen die jaren doorbrachten in Noord-Koreaanse strafkampen. In de kampen verblijven momenteel tienduizenden mensen. En hoewel Noord-Korea de afgelopen maanden veelvuldig het nieuws heeft beheert, komen de gruwelijke mensenrechtenschendingen (te) weinig aan de orde in gesprekken over het land.

Lees hier het dubbelinterview: 26 jaar in een Noord-Koreaans strafkamp

Kim Jong-un bereid tot ontmanteling kernwapens?

Het kwam dinsdag als een verrassing: Noord-Korea is bereid met de Verenigde Staten te onderhandelen over ‘denuclearisering’, de ontmanteling van het omstreden kernwapenprogramma. Dat terwijl Pyongyang het opgeven van haar nucleaire wapens de afgelopen jaren consequent ‘ononderhandelbaar’ noemde. Wel zei Noord-Korea hier alleen heil in te zien als de veiligheid van het regime van Kim Jong-un gegarandeerd wordt en militaire dreigingen tegen het land verdwijnen.

Dat meldde een Zuid-Koreaanse delegatie na terugkeer van een tweedaags bezoek aan Noord-Korea, het eerste in zijn soort sinds het aantreden van Kim Jong-un in 2011. Daar werd verder afgesproken om een top te houden tussen Kim en de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in, de eerste ontmoeting op staatshoofdniveau sinds 2007. Ook komt er een speciale hotline tussen de kantoren van beide leiders. Noord-Korea bevestigde dat de Zuid-Koreaanse delegatie is langs geweest, maar heeft nog niet inhoudelijk over de besprekingen bericht.

De Verenigde Staten reageerden dinsdag sceptisch. De Noord-Koreanen trachtten afgelopen maanden een wig te drijven tussen bondgenoten VS en Zuid-Korea, door de eerste om de oren te slaan met dreigementen en raketproeven en de tweede juist te overladen met beloftes om de banden aan te halen.

‘Valse hoop’

>De Amerikaanse president Donald Trump sprak dinsdag op Twitter van een mogelijk „serieuze poging” om tot een vergelijk te komen, maar voegde hier direct aan toe dat het ook „valse hoop” kan wekken. „De Verenigde Staten zijn bereid om hard te gaan in beide richtingen”, aldus Trump, die hiermee vermoedelijk doelt op het opvoeren van diplomatie dan wel verdere economische en politieke druk, die mogelijk kan uitmonden in militair optreden.

Het is dan ook twijfelachtig dat de Noord-Koreanen werkelijk hun kernwapens zullen opgeven. Afgelopen decennium zette het land juist het gros van zijn beperkte middelen in om kernwapens en langeafstandsraketten te ontwikkelen. Dit slokte niet alleen een enorm deel van het krappe staatsbudget op, het leverde Pyongyang ook tal van economische sancties op en de reputatie van internationale paria. Sinds de Amerikaanse invasie in Irak, die resulteerde in de afzetting van Saddam Hoessein, is het Noord-Koreaanse bewind als de dood dat zij het volgende slachtoffer van een Amerikaanse militaire interventie wordt.

Sinds januari heeft Pyongyang de trukendoos richting Zuid-Korea flink opengetrokken. Noord-Korea nam deel aan de Winterspelen in Pyeongchang en herstelde twee hotlines tussen de Korea’s.

Dat Noord-Koreaanse charmeoffensief richting Zuid-Korea werd pas gelanceerd nádat Pyongyang in november bewees dat zij nu het gehele Amerikaanse vasteland kan treffen met raketten – die mogelijk kunnen worden uitgerust met kernkoppen. Voor die tijd deed de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in tal van verwoede pogingen om overleg te organiseren met Noord-Korea, maar kreeg daarbij steeds nul op het rekest.

De veiligheidsgarantie die Pyongyang eist is op zich niet onredelijk, maar wekt wel direct wantrouwen over hoe serieus Noord-Korea is. Mogelijk stelt Kim Jong-un de VS onmogelijke eisen, zoals het terugtrekken van de circa 28.500 Amerikaanse militairen uit Zuid-Korea of het staken van gezamenlijke militaire oefeningen van Seoul en Washington. Als Trump die voorstellen van de hand wijst, kan Noord-Korea zich als de gebeten hond opstellen en zich weer vastklampen aan zijn kernwapens, die in staatsmedia koosnaampjes hebben als „het heilige zwaard der gerechtigheid”.

De Amerikanen eisen van Pyongyang toezeggingen het kernwapenprogramma te ontmantelen voor zij in gesprek willen gaan. Wellicht belooft Kim denuclearisering slechts om een overleg met de VS af te dwingen. Daarin zal Noord-Korea mogelijk aansturen op verlichting van de sancties en economische hulp. Maar dat Pyongyang daar zijn kernwapens voor inruilt, lijkt een brug te ver.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 6 maart bij NRC

Nederlandse generatoren op weg naar Noord-Korea onderschept

Nederland heeft een aantal generatoren onderweg naar Noord-Korea onderschept voordat deze het communistische land konden bereiken. De apparatuur werd geleverd door een Nederlands bedrijf. Dat schrijft Nederland in een rapport over hoe het land de VN-strafmaatregelen tegen Pyongyang heeft nageleefd.

De Nederlandse autoriteiten kwamen het transport op het spoor door een tip van een EU-land. Het bedrijf dat de goederen leverde, dat in het verslag niet bij naam genoemd wordt, werd hierop direct door inspecteurs bezocht. Zij kregen te horen dat de generatoren enkele dagen voordat Nederland getipt was, verscheept waren.

Hierop werd de route van het schip dat de generatoren vervoerde uitgestippeld, waarna het vaartuig door transpondergegevens kon worden opgespoord. Een transponder is een elektronisch apparaat dat de locatie van schepen doorgeeft. Nederland legde contact met de douane van de eerste haven waar het schip zou aanmeren. Die bevond zich in een andere niet nader geïdentificeerde EU-lidstaat, zo bevestigde het ministerie van Buitenlandse Zaken. Douaniers haalden daar de container met de goederen van het schip af en vervoerden die terug naar Nederland. De onderschepping vond plaats in samenwerking met niet nader genoemde andere EU-landen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken wilde niet zeggen om welk bedrijf het ging. Ook over de identiteit van de Noord-Koreaanse zakenpartner werden geen verdere uitspraken gedaan.

De Nederlandse exporteur had zaken gedaan met een in Europa woonachtige Noord-Koreaan, die zich tegenover zijn zakenpartner als Chinees had uitgegeven. Vermoedelijk probeerde hij op deze wijze sancties van de VN en de EU tegen het leveren van bepaalde goederen aan Pyongyang te omzeilen. De transporten werden via logistieke bedrijven in China naar Noord-Korea verscheept. Op die wijze kon de eindbestemming worden verhuld, zo gaf de Noord-Koreaanse handelspartner toe na ondervraging. Hij bekende dat dit het derde transport naar Noord-Korea was dat hij op deze wijze organiseerde.

Bedrijf niet vervolgd

Noord-Korea hanteert een reeks technieken om inspecties van scheepstransporten te vermijden. Zo varen Noord-Koreaanse schepen vaak onder vlaggen van andere landen. Ook worden geregeld transponders lange tijd uitgezet, waardoor vaartuigen niet zichtbaar zijn op de radar. Noord-Koreaanse bedrijven die sancties aan hun broek krijgen, worden vaak opgedoekt en zien vervolgens onder een nieuwe naam een dag later weer het levenslicht.

Het betrokken Nederlandse bedrijf was er niet van op de hoogte dat de generatoren niet naar China, maar Noord-Korea zouden gaan. De onderneming wordt dan ook niet vervolgd en is volgens Nederland niet schuldig aan het schenden van VN-sancties.

In 2017 gaf geen enkele in Nederland gevestigde financiële instelling aan dat jaar zaken te hebben gedaan met Noord-Korea. Wel ontving de Autoriteit Financiële Markten (AFM) via diplomatieke kanalen een tip dat een instelling mogelijk betrokken was bij het schenden van EU-sancties tegen Pyongyang. Er werd tweemaal inspectie gedaan bij de organisatie, waarvan eenmaal onaangekondigd. Daarbij werden geen bewijzen voor de aantijgingen gevonden.

De onderscheppingsactie vond vorig jaar plaats en werd in december al in een implementatierapport aan de Verenigde Naties bericht, maar wordt nu pas opgepikt. Het verslag ging over in augustus en september opgelegde sancties, waarin onder meer bepaald werd dat olie- en petroleumexport naar Noord-Korea drastisch wordt teruggebracht en dat visa van Noord-Koreaanse (dwang)arbeiders in andere landen niet meer verlengd mogen worden.

Arbeiders

Afgelopen oktober stelde de Europese Unie de strengste economische sancties tegen Pyongyang in tot nu toe. EU-lidstaten mogen op geen enkele wijze meer in Noord-Korea investeren. Ook werd een olie-embargo ingesteld en werden de tegoeden van drie Noord-Koreaanse personen en zes bedrijven bevroren.

Voor die tijd was het niet verboden voor EU-landen om zaken te doen met Pyongyang, zolang dit niet gebeurde in de wapenindustrie, mijnbouw en andere sectoren die de omstreden kernwapen- en raketprogramma’s van Pyongyang ten goede zouden komen. Hoewel generatoren geen militaire producten zijn, zouden zij wel een rol kunnen vervullen in de ondersteuning van het Noord-Koreaanse atoomprogramma.

In 2016 importeerde de Europese Unie voor slechts 6 miljoen aan goederen uit Noord-Korea en werd voor 19 miljoen uitgevoerd. Het gros van de export bestond uit industriële goederen. Het is niet bekend hoeveel van de import en export voor rekening van Nederland komt.

De belangrijkste inkomstenbron voor Pyongyang in Europa zijn de honderden Noord-Koreaanse arbeiders die in Polen werken in de bouw en de scheepsbouw. Zij werken daar vaak meer dan 12 uur per dag onder erbarmelijke omstandigheden. Vaak krijgen zij niet of nauwelijks betaald. Hun loon gaat namelijk naar het Noord-Koreaanse regime.

Een eerdere versie van dit artikel werd op 10 januari gepubliceerd bij NRC

Sport brengt Noord- en Zuid-Korea tot elkaar

Noord-Korea stuurt een delegatie naar de Olympische Winterspelen in Zuid-Korea, die over precies een maand plaatsvinden in Pyeongchang. Dat is deze dinsdag afgesproken tijdens de eerste onderhandelingsronde tussen Noord- en Zuid-Korea in grensplaats Panmunjom in de gedemilitariseerde zone. Het waren de eerste gesprekken op hoog niveau sinds december 2015.

Ook is per direct een telefoonverbinding tussen de legers van beide landen hersteld. Contact tussen de krijgsmachten moet onbedoelde schermutselingen helpen voorkomen, bevestigde de Zuid-Koreaanse delegatie. Vorige week werd al een hotline hersteld tussen de regeringen van Noord- en Zuid-Korea, op instigatie van de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un.

Seoul pleit ervoor atleten uit beide Korea’s gezamenlijk te laten lopen tijdens de openings- en slotceremonie van de Winterspelen. Dat gebeurde voor het laatst in 2006 op de Spelen in Turijn. Toen hielden een Noord- en een Zuid-Koreaan gezamenlijk de zogeheten herenigingsvlag vast: een wit doek met daarop een lichtblauw herenigd Koreaans schiereiland.

Naast de twee kunstschaatsers die zich als enige Noord-Koreaanse sporters voor de Spelen plaatsten, wil Pyongyang regeringsfunctionarissen, media en een taekwondo-team sturen. De Noord-Koreaanse vechtsporters geven volgende maand in Pyeongchang een voorstelling. Zowel het Internationaal Olympisch Comité (IOC) als de Zuid-Koreaanse overheid heeft aangeboden de Noord-Koreaanse deelname te bekostigen.

Pyongyang stuurt tevens de befaamde cheerleaders – de ook in Zuid-Korea populaire jonge Noord-Koreaanse vrouwen die met groot enthousiasme hun landgenoten aanmoedigen. De huidige First Lady van Noord-Korea, Ri Sol-ju, was voor ze Kim Jong-un ontmoette zo’n cheerleader.

Familiereünies

De Zuid-Koreaanse onderhandelaars stelden verder voor volgende maand reünies te organiseren voor door de grens gescheiden familieleden. De Noord-Koreanen hebben hier nog niet op gereageerd. Seoul overweegt tijdelijk sancties tegen Noord-Korea op te heffen.

Beide Korea’s stuurden een delegatie van vijf man, twee van hen houden zich met sport en de Spelen bezig. Ze spraken in een vergaderruimte in het Vredeshuis in Panmunjom. Tijdens het overleg werd mineraalwater geschonken uit olympische stad Pyeongchang. De Zuid-Koreaanse delegatie droeg speldjes met het olympische logo, de Noord-Koreanen rode speldjes met de portretten van oud-leiders Kim Il-sung en Kim Jong-il.

Pyongyang stuurde ervaren onderhandelaar Ri Son-gwon. Deze kolonel leidt de Commissie voor Vreedzame Hereniging, het Noord-Koreaanse orgaan dat gaat over relaties met het zuiden. Hij was sinds 2004 aanwezig bij zeker 27 overleggen en staat bekend als een havik en een driftkikker. In 2011 stormde hij na 10 minuten schreeuwend weg.

Ri begon dinsdag met een grapje tegenover de Zuid-Koreaanse hoofdonderhandelaar, minister van Eenwording Cho Myoung-gyon. „De inter-Koreaanse betrekkingen waren ijziger dan het weer”, aldus Ri. Voorafgaand aan de besprekingen vroor het in Panmunjom. De Noord-Koreaan stelde voor journalisten toe te laten tot het overleg, opdat iedereen kan zien hoe serieus zijn land de banden wil aanhalen. Zuid-Korea, beducht voor Noord-Koreaanse propagandastunts, eiste dat de gesprekken achter gesloten deuren zouden worden gehouden.

Een ander gunstig voorteken: Ri droeg voor het eerst een pak. De kolonel komt doorgaans in militair uniform en marcheert soms naar de gesprekken. Dinsdag zei Ri te hopen dat de besprekingen „waardevolle resultaten” opleveren, die „een eerste nieuwjaarscadeau” kunnen zijn voor het Koreaanse volk.

Ri is de rechterhand van generaal Kim Yong-chol, het 72-jarige hoofd van de Noord-Koreaanse inlichtingendiensten. Die staat bekend als een ijzervreter voor wie het perfectioneren van kernwapens en raketten belangrijker is dan economische hervormingen of het welzijn van de bevolking. Onder Kim Jong-un is deze militair georiënteerde kliek, waartoe Ri dus ook behoort, invloedrijker dan ooit.

De Zuid-Koreaanse onderhandelaar Cho (60) neemt al sinds de jaren negentig deel aan inter-Koreaans overleg en reisde tweemaal naar Pyongyang. Hij staat bekend als een warm pleitbezorger van meer politieke en economische samenwerking met Noord-Korea. Cho wordt door collega’s omschreven als iemand van onbesproken gedrag.

Wapenvertoon

De Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in maakt zich sinds zijn aantreden in mei 2017 hard voor betere banden met Pyongyang. Tot nu toe werden al zijn voorstellen afgeslagen of genegeerd en focuste Noord-Korea zich op het demonstreren van de razendsnelle ontwikkelingen van zijn raket- en kernwapenprogramma’s.

Met dat wapenvertoon vers in het geheugen, is de vraag hoe oprecht de Noord-Koreaanse intenties zijn. Analisten vermoeden dat Kim Jong-un een gewillig Zuid-Korea wil vleien om het Zuid-Koreaanse bondgenootschap met de Verenigde Staten te verstoren, die juist hardere sancties en meer druk voorstaan.

Waarom wil Kim nu ineens praten? In 2017 realiseerde Noord-Korea een lang gekoesterde wens: de mogelijkheid de VS te treffen met een kernwapen. Pyongyang denkt met deze troefkaart gevrijwaard te zijn van een toekomstige militaire invasie door Washington. Je valt immers niet snel een land aan dat jou met een atoombom kan treffen.

Dat heeft president Donald Trump er niet van weerhouden te dreigen met de „totale vernietiging” van het land. Door de banden aan te halen met een gewillig Zuid-Korea zou Kim Jong-un een wig willen drijven tussen Seoul en Washington.

Een eerdere versie van dit artikel werd op 9 januari gepubliceerd bij NRC

Noord-Korea: we zijn nu atoommacht

Na de wereld getart te hebben met atoomproeven, rakettests en oorlogstaal, verklaarde de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un woensdag dat hij zijn doel heeft bereikt. Na een nachtelijke proef met een nieuw type intercontinentale ballistische raket (de Hwasong-15) stelde Kim dat het kernwapenprogramma voltooid is. Met een geschat bereik van 13.000 kilometer kan Pyongyang nu het hele Amerikaanse vasteland treffen, het Witte Huis en New York incluis.

President Donald Trump, die eerder nog dreigde met „vuur en woede” en „de totale vernietiging van Noord-Korea”, reageerde laconiek. De Verenigde Staten zouden de zaak wel oplossen, zo verzekerde Trump: „Er is niets veranderd. We hebben een hele serieuze benadering. ”

De VS proberen met militaire dreiging en internationale sancties de druk op Pyongyang op te voeren. Vorige week plaatsten de VS Noord-Korea nog op een lijst van landen die terrorisme ondersteunen, hetgeen zwaardere sancties mogelijk maakt.

De nieuwste test was een duidelijke boodschap aan de VS: wij kunnen jullie overal en te allen tijde raken. Sinds het begin van dit jaar heeft Pyongyang niet alleen geoefend met raketten met een steeds groter bereik, maar ook met het verrassingseffect. Noord-Korea vuurde projectielen af van bases die tot op dat moment onbekend waren. Ook werden lanceringen vanaf onderzeeboten getraind. En nu werd er voor het eerst ‘s nachts een raket afgevuurd.

Deze ontwikkeling zorgt er voor dat de dreiging niet zomaar uitgeschakeld kan worden door alle Noord-Koreaanse bases en raketopslagplaatsen in de as te leggen, zoals Zuid-Korea soms dreigt. Mocht Washington of Seoul dat proberen, dan heeft Pyongyang altijd nog verborgen lanceerbases, ondergrondse raketdepots en mobiel verplaatsbare projectielen, zogeheten second strike capability.

Volgens Noord-Koreaanse staatsmedia kan de Hwasong-15 worden uitgerust met een „supergrote zware springkop”. Het projectiel werd in een scherpe verticale boog gelanceerd en bereikte daarbij een hoogte van bijna 4.500 kilometer. De raket kwam hemelsbreed 950 kilometer van het lanceerplatform ten oosten van Noord-Korea in zee terecht.

De Amerikaanse minister van Defensie Mattis sloeg een bezorgde toon aan. Hij zei dat de raket „verder en hoger kwam” dan eerder geteste wapens en dat de Noord-Koreanen nu „iedere plek ter wereld kunnen bedreigen”. De Hwasong-15 bedreigt volgens hem „de wereldvrede, de regionale vrede en zeker de Verenigde Staten”. Minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson zei dat het nog niet te laat was voor Pyongyang om plaats te nemen aan de onderhandelingstafel.

De directe buurlanden van Noord-Korea, Japan en Zuid-Korea, reageerden in scherpe bewoordingen. De Japanse premier Shinzo Abe pleitte voor nog strengere sancties. Hij kreeg hierin bijval van de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in, die ook pleitte voor diplomatiek overleg met Pyongyang. De VN-Veiligheidsraad komt woensdag bijeen om over de kwestie te praten.

Seoul reageerde ook militair. Slechts zes minuten na de lancering van de Hwasong-15 oefende de Zuid-Koreaanse krijgsmacht een precisiebombardement uit. Daarbij werden drie projectielen gelanceerd – vanaf een raketinstallatie, een marineschip en vanuit een straaljager – die een doel raakten op exact dezelfde afstand als de locatie waarvandaan het Noord-Koreaanse projectiel was gelanceerd. De actie was volgens de Zuid-Koreaanse krijgsmacht een succes: alle drie raketten troffen het doel op hetzelfde moment.

Ook al heeft Noord-Korea zich nu uitgeroepen tot atoommacht, dat betekent vermoedelijk niet dat de raket- en kernproeven zullen stoppen. De nieuwe Hwasong-15 is pas één keer getest en de lancering van woensdag was pas de derde proef met een intercontinentale ballistische raket. Hoewel de tests succesvol waren, twijfelen analisten of Pyongyang alle kneepjes van de rakettechnologie al onder de knie heeft. Kan Noord-Korea al een kernwapen zo klein maken dat het op een raketkop past? En zo ja, kan het projectiel door het toegenomen gewicht dan nog steeds Washington halen? En heeft Noord-Korea technologie die voorkomt dat de lading vroegtijdig ontploft?

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 29 november 2017 in NRC Handelsblad.

Recensie Bandi – De aanklacht

Er was Han Gyeong-hee nog zo gezegd dat zij de gordijnen van haar appartement in hartje Pyongyang niet mocht sluiten. Maar haar zoon Myeong-shik werd zo bang van de enorme beeltenissen van Karl Marx en Kim Il-sung op het plein waar de gezinswoning op uitkeek, dat ze de jongen toch beschermde tegen dat uitzicht.

Deze ogenschijnlijk onschuldige handeling werd door een secretaris van de Koreaanse Arbeiderspartij opgevat als verraad. Iemand die niet overstroomde van liefde en dankbaarheid bij het zien van het stralende gelaat van de Grote Leider verdiende een enkeltje strafkamp.

Deze scène, uit de verhalenbundel De aanklacht van de Noord-Koreaanse dissidente schrijver Bandi (een alias dat ‘vuurvlieg’ in het Koreaans betekent), toont een Noord-Korea waar relatief weinig op gefocust wordt in de algemene berichtgeving: het dagelijkse leven en bestaan van gewone burgers in het totalitaire land. Het nieuws richt zich hoofdzakelijk op steeds spannendere militaire ontwikkelingen en op de in westerse ogen bizarre propaganda-cultus rondom leider Kim Jong-un. Maar de levens en het leed van de 25 miljoen Noord-Koreaanse burgers blijven grotendeels buiten beeld.

Dit is des te schrijnender omdat geen bewind op aarde de mensenrechten van zijn eigen bevolking zo schendt als het Kim-regime. Een VN-rapport uit 2014 sprak van schendingen ‘die wereldwijd hun gelijke niet kennen’. Hoog tijd dus voor een in Noord-Korea geschreven boek dat de aandacht vestigt op het bestaan van de Noord-Koreaanse burger.

In de afgelopen vier jaar zijn er meer memoires verschenen van Noord-Koreaanse vluchtelingen dan in alle jaren ervoor. Zij schreven, vaak met hulp van een westerse ghostwriter, over hun levens in het dictatoriale land en de moeilijke vlucht daarvandaan. Bekende voorbeelden zijn Vlucht uit Kamp 14 van Shin Dong-hyuk en het in 2015 verschenen Meisje met zeven namen van Hyeonseo Lee. Deze verslagen van Noord-Koreanen zijn uiterst waardevol, omdat die nog te vaak ontbreken wanneer er gesproken wordt over het land.

data20278627-452744

Agenten omgekocht

Een bundel met op de realiteit gebaseerde verhalen, geschreven door een auteur die nog in Noord-Korea verblijft, bestond tot nu toe niet – behalve in de kluis van Bandi. Een vriendin van de schrijver die van dit werk wist, ontvluchtte Noord-Korea, maar werd opgepakt door de Chinese politie. Die dreigde de vrouw terug te sturen. Met dank aan de Zuid-Koreaanse mensenrechtenactivist Do Hee-hyun, die de Chinese agenten omkocht, wist Bandi’s kennis alsnog Zuid-Korea te bereiken. Daar vertelde zij Do over de verhalen.

De activist stuurde een Chinese kennis naar het huis van Bandi, die de schrijver aanbood om zijn manuscript in een boek van oud-leider Kim Il-sung (1912–1994) te verstoppen. Bandi ging akkoord en zo kwamen de verhalen in het bezit van Do, die het werk liet uitgeven en vertalen.

De (on)gewone dagelijkse levens van Noord-Koreaanse burgers vormen de kern van alle verhalen in De aanklacht. De kritische fictie speelt zich grotendeels af in de jaren negentig, tijdens de nadagen van het lange bewind van Kim Il-sung. De titel van het boek is tegelijkertijd de verbindende factor in de zeven verhalen: een personage wordt ergens van beschuldigd en ziet zich als nietig individu geplaatst tegenover een almachtig ogend regime. De ‘aanklacht’ wordt bewust ingezet als pressiemiddel, waarbij burgers vaak moeten kiezen tussen loyaliteit aan het regime en vervolging van hun familie. De moedeloosheid die de ‘verdachte’ ervaart, wordt versterkt doordat de personages zich vaak nergens toe kunnen wenden voor hulp. In een land waar individualiteit een halszaak is, staan mensen er toch vaak alleen voor.

Het eerste verhaal, ‘Verslag van een deserteur’, toont treffend de werking van ‘Songbun’, het Noord-Koreaanse kastenstelsel. Dit systeem kent drie categorieën, die iemands veronderstelde houding ten opzichte van het bewind weergeven: loyaal, weifelend en vijandig. Je kaste, tot op drie generaties overerfbaar, bepaalt je maatschappelijke kansen en status in Noord-Korea.

In ‘Verslag van een deserteur’ mag een kind geen klassenpresident meer zijn, omdat een grootvader die hij nooit gekend heeft zich als welvarende boer in de jaren veertig tegen de landbouwcollectivisatie zou hebben verzet. Dit wordt betreurd door zijn tante, die op haar beurt door haar man gewantrouwd wordt vanwege het kastenverschil tussen beide partners. Als de vrouw vervolgens na een lang gekoesterde kinderwens eindelijk zwanger wordt en zij erachter komt dat haar status lager is geworden, zakt de grond onder haar voeten weg. Het voelt ineens alsof zij een onschuldig, ongeboren wezen veroordeelt tot een leven vol lijden.

Beklemmende sfeer

Bandi toont de lezer ook de absurditeit van het bestaan in Noord-Korea – en dan niet op een komische, maar op kafkaëske wijze. Bijvoorbeeld in ‘Zo dichtbij, maar toch zo ver weg’, waarin Myeong-chol zijn stervende moeder wil opzoeken om afscheid te nemen. In Noord-Korea is het burgers niet alleen verboden om het land te verlaten, ook binnenlands mag er enkel met een vergunning naar een andere regio worden gereisd. En die zijn, zeker zonder steekpenningen, niet zomaar te krijgen. Bandi beschrijft een ‘beklemmende sfeer’ bij het Tweede Departement, waar een reispapier kan worden gehaald. Die is niet louter het gevolg van de hitte en het grote aantal mensen dat zich in een krappe wachtruimte heeft gepropt. ‘Het kwam ook door alle posters met „Reisvoorschriften”, zo talrijk dat de muur er bijna helemaal onder schuilging, en door de barse woorden die erop stonden: „boete”, „werkkamp”, „juridische sancties”’.

Wanneer Myeong-chols verzoek onverbiddelijk wordt afgewezen, wil de man het het liefst op een janken zetten en zijn ‘vuist ten hemel […] heffen’. Maar zelfs je emoties de vrije loop laten gaat niet zomaar in het arbeidersparadijs van de familie-Kim. ‘In bepaalde omstandigheden kon zelfs huilen al worden gezien als een daad van verzet, wat in dit land maar tot één ding kon leiden: een wisse dood. De wetten van dit land dwongen je te blijven glimlachen, zelfs als je werd verteerd door pijn, en alles wat in je binnenste brandde, moest worden onderdrukt.’

Het is een duidelijke illustratie van de schadelijke absurditeit van het Noord-Koreaanse schouwspel van een maatschappij die als officieel motto ‘Wij hebben niets te benijden’ heeft. Geen wonder dat in het verhaal ‘Op het toneel’ een 23-jarige man die netjes doet wat hem wordt opgedragen door een kritischer ingestelde kennis een ‘acteur in zijn drieëntwintigste jaar als dramastudent’ wordt genoemd. Maar zelfs de scepticus in Noord-Korea, die stiekem twijfelt aan het waarheidsgehalte van de staatspropaganda, ontbreekt het doorgaans aan externe informatie over hoe de wereld buiten het ‘kluizenaarskoninkrijk’ eruitziet.

Behalve de zwaarte van het leven in Noord-Korea zien we ook gezinnen die met relatief kleine meevallertjes tevreden zijn. En een enkele keer komt er wat galgenhumor naar voren waarmee de ernst van de zaak iets verlicht wordt, zoals een groep ondervoede toneelspelers die onderling grapt ‘dat hun navel zeker verliefd was op hun ruggengraat, aangezien de twee er duidelijk naar smachtten elkaar te kussen’. Humor als medicijn dus, die even later wanhopige vormen aanneemt. ‘[Zo]als gewoonlijk in een situatie waarbij diepe woede moest worden onderdrukt, rolden we al over de grond van het lachen als iemand zelfs maar een beetje vreemd hoestte. Het leek bijna een soort lachziekte.’

De voornaamste verdienste van De aanklacht is dat de hoofdpersonen autonome personages zijn met eigen gedachten, verlangens, angsten en kritieken. Ze geven de lezers individuele oordelen over het leed dat hun wordt aangedaan en de ambtenaren die hier verantwoordelijk voor zijn. Hier zien we Noord-Koreaanse burgers eindelijk eens als ‘echte’ mensen met dezelfde wensen en gedachten als personen elders.

Een welkome afwisseling, aangezien zij door westerse observanten (die doorgaans nog nooit een Noord-Koreaan gesproken hebben) meestal worden neergezet als gehersenspoelde robots die blind alles geloven wat de bombastische staatspropaganda over hen uitstort. Dit ontmenselijkte mensbeeld leidt ertoe dat de humanitaire situatie in Noord-Korea vaak abstract blijft, omdat de mensen geframed worden als een soort dierentuindieren. De concrete situaties waarin Bandi zijn personages situeert, zijn instructief.

Hoewel de verhalen allemaal een duidelijke boodschap bevatten – het Noord-Koreaanse bewind tergt zijn onderdanen, die daar intens onder lijden – zijn zij zeker niet eendimensionaal. Bandi’s literatuur is niet alleen interessant vanwege haar unieke oorsprong. De schrijfstijl en plot van de meeste verhalen zijn kwalitatief hoogwaardig genoeg om een publiek wereldwijd aan te spreken en laten alleen bij ‘Pandemonium’ wat te wensen over. De toon kan wat dramatisch zijn voor een westerse lezer, maar is voor een (Noord-) Koreaanse auteur niet ongebruikelijk.

Het boek is vertaald vanuit een Engelse vertaling, wat uiteraard niet optimaal is – maar ook bijna onvermijdelijk, gezien het grotendeels ontbreken van Koreaans-Nederlandse vertalers. Het is vertaalster Linda Broeder gelukt om dicht bij de originele tekst te blijven, met de toon en sfeer die Bandi probeert neer te zetten.

Over Bandi is weinig bekend, behalve dat hij in Noord-Korea een vermaard auteur is, lid van de schrijversbond die boeken produceert in opdracht van de staat. Hij werd geboren in de jaren veertig en schreef De aanklacht tussen 1989 en 1995, toen zijn vaderland te kampen kreeg met toenemende armoede en voedseltekorten. In een Frans tijdschrift werd hij recent al de ‘Solzjenitsyn van Pyongyang’ genoemd, naar de Russische dissident die in de jaren zestig en zeventig in romans beschreef wat het tirannieke Sovjetbewind deed met de gewone Rus.

Drie Noord-Korea’s

De Noord-Koreaanse vluchteling Jang Jin-sung zei in 2014 tijdens een lezing in Leiden dat er niet één, maar drie Noord-Korea’s bestaan. Allereerst is er het land van de staatspropaganda, waar iedereen gelukkig is onder het paradijselijke bewind van Kim Jong-un. Dan is er het Noord-Korea uit veel westerse media, met onzinverhalen over eenhoorns, executies door 120 hongerige honden en burgers die allemaal hetzelfde curieuze kapsel als de leider moeten dragen.

Voor het derde, échte Noord-Korea – een keiharde, armoedige en totalitaire maatschappij waarin 25 miljoen burgers zich staande proberen te houden – wilde Jang graag meer aandacht. Bandi, die zich als vertolker opwerpt van het leed en de repressie waar gewone Noord-Koreanen onder zuchten, is daar in De aanklacht met verve in geslaagd.

Beoordeling: 4 van de 5 sterren. Het boek De aanklacht is nu verkrijgbaar in de boekhandel.

Een eerdere versie van deze recensie verscheen op 22 september 2017 in NRC Handelsblad.

Noord-Koreaanse raket komt weer hoger en verder

Slechts twee weken nadat Noord-Korea de wereld verraste met een raketlancering over Japan deed Pyongyang het vrijdagochtend lokale tijd weer. Een projectiel vloog op 650 tot 700 kilometer hoogte over het eiland Hokkaido en landde in de Stille Oceaan. In meerdere Japanse steden kregen burgers een waarschuwing dekking te zoeken.

De raket legde volgens Zuid-Korea een afstand van 3.700 kilometer af. Analisten vermoeden dat Pyongyang wil demonstreren dat het Amerikaanse legerbases op Guam kan raken, op circa 3.400 kilometer van de Noord-Koreaanse hoofdstad.

Experts denken dat het afgevuurde projectiel een Hwasong-12 is, een middellangeafstandsraket met een bereik van 4.500 tot 5.000 kilometer. Dat wapen kan volgens Pyongyang worden uitgerust met een kernkop. De raket vloog vrijdag 1.000 kilometer verder en 200 kilometer hoger dan het vorige projectiel dat over Japan werd afgeschoten.

Voor de lancering van twee weken geleden testte Noord-Korea zijn lange- en middellangeafstandsraketten doorgaans in een zogeheten lofted traject. Dat houdt in dat projectielen in een scherpe verticale boog omhoog geschoten worden, zodat de wapens niet buiten Noord-Koreaans territorium landen. Mogelijk is van die strategie nu deels of geheel afstand genomen.

De raket die vrijdag werd afgevuurd kwam verder dan eerder geteste projectielen, met uitzondering van raketten die een satelliet in een baan om de aarde moesten brengen. Het wapen werd gelanceerd van de luchthaven van Pyongyang, slechts anderhalf uur voordat daar een vlucht naar Beijing opsteeg.

De provocatie volgt drie dagen nadat een VN-resolutie nieuwe sancties oplegde aan Noord-Korea, waarmee de olie-import met een derde wordt verminderd. Vrijdag kwam de VN-Veiligheidsraad opnieuw bijeen. Zes minuten na de proef vuurde het Zuid-Koreaanse leger als test twee raketten af.

Een eerdere versie van dit artikel werd op 15 september 2017 gepubliceerd in NRC Handelsblad

Luchtmacht Zuid-Korea test nieuwe kruisraket

De Zuid-Koreaanse luchtmacht heeft woensdag voor het eerst een krachtige nieuwe kruisraket getest, in een poging de eigen bevolking en buitenwereld te laten zien dat het niet bang is voor de kernwapens en projectielen van Pyongyang. De uit Duitsland geïmporteerde nieuwe lucht-grondraket Taurus is bedoeld voor precisiebombardementen op Noord-Korea, bijvoorbeeld om raketbases uit te schakelen.

De proef was volgens de luchtmacht succesvol. Een F-15K-straaljager vuurde boven Taean in de provincie Zuid-Chuncheong de Taurus af, die 400 kilometer verderop in de kustwateren buiten Gunsan het beoogde doel trof. Het projectiel kan een snelheid tot 1.163 kilometer per uur behalen en heeft een bereik van 500 kilometer en kan daarmee ieder doel in Noord-Korea binnen een kwartier raken.

Kill Chain

De kruisvluchtwapens worden onderdeel van een bestaand Zuid-Koreaans aanvalsplan, Kill Chain genaamd. Dat houdt in dat, wanneer Seoul dat nodig acht, het en masse Noord-Koreaanse raketbases kan bestoken met Taurus-kruisraketten. Het doel is om hierbij het volledige raketarsenaal van Pyongyang in de as te leggen.

Analisten betwijfelen of het Zuid-Koreaanse plan haalbaar is. „Je kunt een volledige mobiele raketmacht niet preventief vernietigen”, zei Joshua Pollack, deskundige op het gebied van nucleaire en raketproliferatie in Noordoost-Azië aan het Amerikaanse Middlebury Institute of International Studies, onlangs in een gesprek met NRC. „De overheid wil het volk laten zien dat zij een plan heeft om burgers te beschermen, zonder op de VS te moeten leunen. Ze hebben mijn medeleven, maar het is gewoon niet haalbaar.”

Onthoofdingsplan

Kill Chain is verwant aan een ander ambitieus Zuid-Koreaans aanvalsplan, dat wel bekendstaat als de ‘onthoofdingsstrategie’. Seoul beweert de schuilplaatsen van leider Kim Jong-un en andere hoge Noord-Koreaanse functionarissen in kaart te hebben gebracht. Die kunnen bij een ‘noodsituatie’ worden aangevallen met raketten, waarmee het Noord-Koreaanse bewind ‘onthoofd’ wordt. Dit scenario werd vorige maand geoefend door de Zuid-Koreaanse luchtmacht, een dag na de laatste kernproef van Pyongyang. Ook bij dit plan plaatsen experts vraagtekens, omdat niet te allen tijde bekend is waar Noord-Koreaanse hoogwaardigheidsbekleders zich bevinden.

De Taurus-kruisraket is niet het eerste militaire materieel dat Zuid-Korea importeert. Eerder werd het hypermoderne Amerikaanse raketafweersysteem THAAD geplaatst in Zuid-Korea, ondanks grootschalige burgerprotesten en aanvankelijke bezwaren van president Moon Jae-in. Na recente Noord-Koreaanse raket- en kernproeven werden er meer THAAD-systemen bijbesteld.

Een eerdere versie van dit artikel werd op 13 september 2017 gepubliceerd op de website van NRC