Recensie Broederstrijd in Korea

In Broederstrijd in Korea gaat historica Sheila Miyoshi Jager in op hoe de opsplitsing van Korea in 1945 uiteindelijk zou uitmonden in de Koreaanse Oorlog (1950-1953) en hoe dit conflict zeven decennia sinds de wapenstilstand continu na blijft etteren. Voor NRC Handelsblad recenseerde ik dit boek.

Toen de Verenigde Naties met een leger van ruim twintig nationaliteiten ingreep in de Koreaanse Oorlog wachtte een onverwachte uitdaging om in de eetgewoonten van alle militairen te voorzien. Voor de Turken werd een dieet zonder varkensvlees geregeld via een Japanse visconservenfabriek. Grieken wensten op het orthodox paasfeest vijftien levende lammeren voor hun feestmaal. De meeste Indiërs wilden weer alleen een vegetarisch potje. Ook de kleding was soms een probleem: een Thailander mat gemiddeld korter dan een Nederlander.

In Broederstrijd in Korea gaat historica Sheila Miyoshi Jager in op hoe de opsplitsing van Korea in 1945 uiteindelijk zou uitmonden in de Koreaanse Oorlog (1950-1953) en hoe dit conflict zeven decennia sinds de wapenstilstand continu na blijft etteren. Hoewel het het eerste grote ‘hete’ conflict van de Koude Oorlog was en een van de meest vernietigende slagvelden van de twintigste eeuw opleverde, staat de strijd bekend als de ‘Vergeten Oorlog’.

De tekst begint in 1945 bij de dekolonisatie én opdeling van Korea. Besproken wordt hoe Washington en Moskou beide Korea’s inrichtten naar hun eigen voorbeeld – met uiteindelijk desastreuze gevolgen. De helft van de totale tekst is vervolgens gewijd aan de Koreaanse Oorlog, waarna nog hoofdstukken volgen over de Koude Oorlog en de periode sindsdien.

Broederstrijd in Korea bevat veel interessante analyses en anekdotes, die zelfs voor veel kenners nog onbekend zullen zijn. De voorbeelden van lomp gedrag waarmee de Chinese dictator Mao Zedong Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov treiterde, zijn bijzonder geestig. En bij vredesbesprekingen kreeg de Amerikaanse onderhandelaar een kinderstoeltje en de Noord-Koreaanse vertegenwoordiger een extra hoge stoel. ‘Generaal Nam Il [stak] een goede 30 centimeter boven mijn onwillig verlaagde positie uit’, memoreert de Amerikaan.

Omkoping

Interessant is ook hoe de complexiteit van het ‘Koreaanse vraagstuk’ aan de oppervlakte komt wanneer de Amerikaanse president Jimmy Carter voorstelt de tienduizenden Amerikaanse troepen terug te trekken uit Zuid-Korea. Niet alleen was de Zuid-Koreaanse president Park Chung-hee (die zelfs Amerikaanse congresleden omkocht om de aftocht te voorkomen) hiertegen gekant, maar ook vijanden China en de Sovjet-Unie bleken de ‘imperialistische’ militairen toch liever op het schiereiland te houden – om de impulsieve Kim Il-sung in toom te houden. Miyoshi Jager zet verder uitstekend uiteen hoe het ook niet altijd koek en ei was tussen bondgenoten Washington en Seoul.

De ongekende wreedheid van de Koreaanse Oorlog komt in het bijzonder aan bod in het hoofdstuk over de krijgsgevangenkampen. Voor dit deel put Miyoshi Jager uit persoonlijke ervaringen van geïnterneerden, waaruit uitgebreid geciteerd wordt. Daardoor wordt het leed van de veelal jonge militairen voelbaar.

Jammer dus dat elders in het boek de persoonlijke ervaringen dun gezaaid zijn. Er worden soms citaten aangehaald van burgers, maar de focus blijft op de machthebbers en gezagvoerende militairen. Dit resulteert erin dat het boek een prima overzicht geeft van het verloop van de strijd en de politieke ontwikkelingen in beide Korea’s, de VS, China en de Sovjet-Unie – maar dat het maatschappijbeeld in Noord- en Zuid-Korea weinig aan het licht komt.

Broederstrijd in Korea verscheen in 2013 al in het Engels, maar is nu voor het eerst in Nederlandse vertaling beschikbaar. De flaptekst belooft dat het boek is bijgewerkt ‘tot de ontmoeting van de Koreaanse leiders met de Amerikaanse president Trump in 2019’. Frappant en slordig dus dat Trump na de derde alinea van het voorwoord nergens in het boek meer genoemd wordt.

Mao en Chroesjtsjov

Zulke uitglijders bevat het boek verder niet. Wel overheerst vaker het gevoel dat gebeurtenissen van enorm belang voor de Koreaanse Oorlog wel héél kort besproken worden. De amfibische landing bij Incheon moet het met twee luttele alinea’s doen. Dat terwijl dit een van de meest imposante (en riskante) militaire manoeuvres van de twintigste eeuw was, die bovendien de intrede van het VN-commando in de Koreaanse Oorlog inluidde en de volledige verovering van Zuid-Korea ternauwernood wist te stoppen. Ook de wapenstilstand van 1953 die na twee jaar onderhandelen eindelijk zorgde voor een einde van de strijd wordt in anderhalve alinea afgedaan.

Dat terwijl andere zaken die hooguit zijdelings betrekking hebben op het inter-Koreaanse conflict in paginalange beschouwingen uiteen worden gezet. Zo wordt lang uitgeweid over de slechte persoonlijke band tussen Mao en Chroesjtsjov, terwijl maar matig duidelijk wordt gemaakt hoe dit de Noord-Koreaanse leider Kim Il-sung de kans gaf beide communistische heersers tegen elkaar uit te spelen. Vaker passeren lange historische bespiegelingen over China, de Sovjet-Unie en de VS de revue, zonder dat duidelijk wordt wat dit betekent voor het Koreaanse broedervolk waar het boek eigenlijk over zou gaan.

De vertaling van het boek is uitstekend verzorgd. Ondanks de informatiedichtheid en soms bijna academische formuleringen leest de tekst vlot weg.

Door het te kort uiteenzetten van cruciale gebeurtenissen en het juist lang uitweiden over bijzaken is het soms niet geheel duidelijk wat de auteur nu eigenlijk wil bespreken in haar boek. Lezers die een heldere studie van het conflict zoeken, zijn beter af bij Max Hastings standaardwerk De Koreaanse Oorlog. Toch levert Miyoshi Jager een mooie monografie af met veel interessante analyses en nieuwe informatie, die voor liefhebbers de moeite waard is.

Een eerdere versie van deze recensie verscheen op 16 oktober 2020 in NRC Handelsblad.

Recensie Yodok III – The Sky Flashes. The Great Sea Yearns

Eens een keer iets anders. Af en toe recenseer ik albums of concerten voor Gonzo (circus). Alweer een tijdje terug vroeg Dirk Serries mij of ik het nieuwste album van zijn band Yodok III wilde recenseren. Als liefhebber van al Serries’ projecten zei ik direct ja. Ik plaats de bespreking hier omdat het album en de band refereren aan de mensenrechtenschendingen in Noord-Korea.

Yodok III. Dat is de naam die de Belg Dirk Serries, de Noor Kristoffer Lo en de Zweed Tomas Järmyr kozen voor hun drone/freejazz-project (voortgekomen uit het duo Yodok van het laatstgenoemde tweetal). Een naam die bij mij heftige associaties oproept met het Noord-Koreaanse concentratiekamp voor politieke gevangenen Yodok, waar de afgelopen decennia honderdduizenden ‘staatsvijanden’ zijn gedood, gemarteld en tot slaven zijn gemaakt. Veel gedetineerden werden naar het kamp gestuurd voor ‘contrarevolutionaire misdaden’, zoals het kijken van Hollywoodfilms, het onvoldoende prijzen van de Grote Leider of het tappen van moppen over Kim Jong-un.

Die associatie was blijkbaar precies waar de heren op hadden gemikt. Lo en Järmyr kozen de naam om aandacht te vragen voor en te protesteren tegen de gruwelijke kampen in de communistische staat. Yodok (of Kamp 15) is het grootste kamp van het land en werd door Kang Chol-hwan beschreven in zijn hartverscheurende boek De aquariums van Pyongyang. Het boek wist veel mensen te raken, onder wie de Amerikaanse president George W. Bush, die Kang uitnodigde op het Witte Huis.

Maar dan de muziek. Het self-titled debuut werd in 2014 terecht lovend ontvangen en eindigde onlangs op vele jaarlijstjes. Tubaspeler Lo en drummer Järmyr namen eerder als Yodok een EP en full-length op. Ze benaderden Dirk Serries, die eerder muziek uitbracht onder aliassen Vidna Obmana en Fear Falls Burning, na het horen van zijn plaat Frenzy of the Absolute die in 2008 verscheen onder de laatste noemer.

Toen ik vernam dat het drietal nog geen jaar na het debuut met net geen anderhalf uur aan nieuwe muziek zou komen, was mijn aandacht dan ook gewekt. De dubbelelpee is de derde release op het door Serries gerunde sublabel A New Wave of Jazz, dat resideert onder Tonefloat. Hopende dat het trio de hooggestemde verwachtingen waar kon maken, zette ik op een koude winterdag de langspeler met de monumentale titel The Sky Flashes. The Great Sea Yearns. aan.

De openingstrack Watching The Stone Of Celestial Flaw Rush Down begint met wat subtiel doch steeds verder aanzwellende onheilspellende drones waar een hoge toon tussendoor piept – als een afgezwakte echo van ijzingwekkend gekrijs. Is dit een schreeuw om recht van Noord-Koreaanse gevangenen? Een roep om aandacht van de wereld om dit lijden niet te negeren? Men kan slechts gissen…

Dan zetten de drums in – en hoe. Järmyr benut op creatieve wijze ieder onderdeel van zijn drumstel, wat met veel tempowisselingen en variatie gepaard gaat. Ondertussen omringen Serries en Lo deze freejazzpercussie met een draaikolk van donkere drones en andere duistere effecten. Het tollende geheel geeft de luisteraar een gevoel van yin en yang, waarbij de sereniteit van de drones en de onrust van de percussie een harmonieuze eenheid vormen – waarbij er tevens een zekere onrust in de dronewanden en een bepaalde geruststelling in het drumgedreun schuilt.

Uiteindelijk wijken de drones voor de genadeloze slagen van Järmyr. Na een kakofonische percussie-uitbarsting, het moment dat de steen der astrale gebreken met een knal neerkomt, eindigt het nummer zoals het begon: met een zuivere rust van troostende tonen. Er is na alle geweld, net als bij Kang, licht aan het einde van de tunnel. In de oren van de luisteraar blijft desondanks echo van het drumcrescendo hangen – als het voor ons onhoorbare lijden van de tienduizenden gevangenen in Yodok.

De B-zijde van de eerste elpee vervolgt met In A Realm Of Wander Behold The Fleeting Shadows Exclaim In Delight, met net geen negentien minuten het kortste nummer van het album. Wederom wordt kalm ingezet met rustig in- en uitademende drones die beelden oproepen van een stil, roerloos zeeoppervlak. Langzaam, heel langzaam, borrelen steeds meer tonen vanuit de diepte naar boven – die het smachten van de zee uit de albumtitel voelbaar maakt. Deze komen niet als ontwrichtend stormgeweld, verre van, maar veeleer als een zoetzilte harmonie van rustig ruisende golven. Eenieder die op een stille zomerdag eens het strand heeft bezocht kan zich inbeelden hoe dit voelt.

De drones golven lange tijd door tot aan het eind het zeegevoel plaatsmaakt voor een meer hemelse sensatie. Wanneer je de plaat door een hoofdtelefoon luistert (sowieso een aanrader) en de ogen sluit geven de aanzwellende tubaklanken van Lo het idee te worden verwelkomd door een engelenkoor van koperblazers. Mogelijk zijn de ‘vluchtende schaduwen’ uit de titel wel Noord-Koreanen die Kamp 15 zijn ontvlucht, die het nu uitroepen van vreugde, maar schimmen zijn van wie ze eens waren. Het meest abstracte en minst variërende nummer van de langspeler – maar zeker niet het minst mooie.

Yodok III live

De tweede plaat opent met het ge-echo van een harmonie die te ontwaren is tussen het gerammel van het slaan op en met diverse objecten. Gaandeweg zwellen de schitterende drones weer aan die de luisteraar overvallen, zoals schoonheid je wel vaker overvalt te midden van het geroezemoes van het alledaagse. Met het in intensiteit toenemende For Seconds He Felt The Grandeur Of Devastation lijkt de grandeur op enkele momenten haast tastbaar – maar blijft toch buiten bereik.

Järmyr zet wederom een rap en gevarieerd drumspel in, maar krijgt het trage doch loodzware tij van wenende drones ditmaal niet klein. Uit de tornado van snoeihard raggende percussie stijgt een aantal joelende langgerekte tonen op die het lijken uit te schreeuwen van vreugde. Een echo van feestgedruis bereikt ons vanuit de toekomst, waar de Noord-Koreanen hun bevrijding vieren van willekeurige detentie, dwangarbeid, foltering en een repressief regime. Toch is de laatste ademtocht van het nummer een duistere, met dreigende drums en wegstervend gejuich, alsof de makers ons eraan willen herinneren dat het hier nog steeds om een klank uit een nog steeds niet gerealiseerd vooruitzicht gaat.

De langspeler wordt afgesloten met Together We Transcend Into This Wreckage Called Heart, de langste track van The Sky Flashes. The Great Sea Yearns. In tegenstelling tot de drone-intro’s van voorgaande nummers opent de afsluiter met het gefluit van suizende bekkens. Een stormachtige nacht openbaart zich. Drones komen als echo’s van donder waarlangs het janken van een gure wind blaast. Drums tikken als fikse regen- en hagelslagen op de ramen. Een bliksemschicht trekt horizontaal over de hemel en licht de lucht op.

Het barre weer gaat weer over in het vertrouwde doch altijd verrassende spel van drum ’n drones, hoewel de storm lijft nagalmen in enkele geluidseffecten. De titel herinnert eraan dat veel Noord-Koreanen hun hart moeten uitschakelen om te overleven in hun onderdrukkende maatschappij en dat wanneer ze dit hart later herontdekken erachter komen dat het flink beschadigd is geraakt. Na een wederom creatief en vindingrijk percussiespel ramt Järmyr nog een paar keer hard op de trommels (als een vertraagd einde van een Motörheadnummer in live-uitvoering). Dan kabbelt de drone nog even rustig voort als een bescheiden bergbeekje. Met een laatste zucht en zang van twee minuten gaat deze liggen: zowel de rust als het hart zijn hervonden.

Met dit treffende en sfeervolle einde besluit deze imposante plaat. Het al hoge niveau van het self-titled debuut is met dit meer uitgesponnen en wilde album zeker geëvenaard en in mijn ogen zelfs ruimschoots overtroffen. De betoverende drones van de gitaar en tuba die in een harmonieuze wervelwind samenkomen met het knappe en immer verrassende drumspel maken van iedere luisterbeurt een nieuw en uniek avontuur. Deze belevenissen doen denken aan het verloop van Godspeed You! Black Emperor-liedjes, die met een bitterzoet begin en duistere, vaak lugubere omzwervingen toch altijd eindigen in een louterend crescendo en een gevoel dat alles wel goed komt. Het heerlijke doch ongrijpbare geluid van Yodok III vereist en verdient een aandachtige muziekbeleving, die zich rijkelijk uitbetaalt.

Het album is in zijn geheel hier op Bandcamp te beluisteren. Bestellen kan via Tonefloat.