Recensie Bandi – De aanklacht

Er was Han Gyeong-hee nog zo gezegd dat zij de gordijnen van haar appartement in hartje Pyongyang niet mocht sluiten. Maar haar zoon Myeong-shik werd zo bang van de enorme beeltenissen van Karl Marx en Kim Il-sung op het plein waar de gezinswoning op uitkeek, dat ze de jongen toch beschermde tegen dat uitzicht.

Deze ogenschijnlijk onschuldige handeling werd door een secretaris van de Koreaanse Arbeiderspartij opgevat als verraad. Iemand die niet overstroomde van liefde en dankbaarheid bij het zien van het stralende gelaat van de Grote Leider verdiende een enkeltje strafkamp.

Deze scène, uit de verhalenbundel De aanklacht van de Noord-Koreaanse dissidente schrijver Bandi (een alias dat ‘vuurvlieg’ in het Koreaans betekent), toont een Noord-Korea waar relatief weinig op gefocust wordt in de algemene berichtgeving: het dagelijkse leven en bestaan van gewone burgers in het totalitaire land. Het nieuws richt zich hoofdzakelijk op steeds spannendere militaire ontwikkelingen en op de in westerse ogen bizarre propaganda-cultus rondom leider Kim Jong-un. Maar de levens en het leed van de 25 miljoen Noord-Koreaanse burgers blijven grotendeels buiten beeld.

Dit is des te schrijnender omdat geen bewind op aarde de mensenrechten van zijn eigen bevolking zo schendt als het Kim-regime. Een VN-rapport uit 2014 sprak van schendingen ‘die wereldwijd hun gelijke niet kennen’. Hoog tijd dus voor een in Noord-Korea geschreven boek dat de aandacht vestigt op het bestaan van de Noord-Koreaanse burger.

In de afgelopen vier jaar zijn er meer memoires verschenen van Noord-Koreaanse vluchtelingen dan in alle jaren ervoor. Zij schreven, vaak met hulp van een westerse ghostwriter, over hun levens in het dictatoriale land en de moeilijke vlucht daarvandaan. Bekende voorbeelden zijn Vlucht uit Kamp 14 van Shin Dong-hyuk en het in 2015 verschenen Meisje met zeven namen van Hyeonseo Lee. Deze verslagen van Noord-Koreanen zijn uiterst waardevol, omdat die nog te vaak ontbreken wanneer er gesproken wordt over het land.

data20278627-452744

Agenten omgekocht

Een bundel met op de realiteit gebaseerde verhalen, geschreven door een auteur die nog in Noord-Korea verblijft, bestond tot nu toe niet – behalve in de kluis van Bandi. Een vriendin van de schrijver die van dit werk wist, ontvluchtte Noord-Korea, maar werd opgepakt door de Chinese politie. Die dreigde de vrouw terug te sturen. Met dank aan de Zuid-Koreaanse mensenrechtenactivist Do Hee-hyun, die de Chinese agenten omkocht, wist Bandi’s kennis alsnog Zuid-Korea te bereiken. Daar vertelde zij Do over de verhalen.

De activist stuurde een Chinese kennis naar het huis van Bandi, die de schrijver aanbood om zijn manuscript in een boek van oud-leider Kim Il-sung (1912–1994) te verstoppen. Bandi ging akkoord en zo kwamen de verhalen in het bezit van Do, die het werk liet uitgeven en vertalen.

De (on)gewone dagelijkse levens van Noord-Koreaanse burgers vormen de kern van alle verhalen in De aanklacht. De kritische fictie speelt zich grotendeels af in de jaren negentig, tijdens de nadagen van het lange bewind van Kim Il-sung. De titel van het boek is tegelijkertijd de verbindende factor in de zeven verhalen: een personage wordt ergens van beschuldigd en ziet zich als nietig individu geplaatst tegenover een almachtig ogend regime. De ‘aanklacht’ wordt bewust ingezet als pressiemiddel, waarbij burgers vaak moeten kiezen tussen loyaliteit aan het regime en vervolging van hun familie. De moedeloosheid die de ‘verdachte’ ervaart, wordt versterkt doordat de personages zich vaak nergens toe kunnen wenden voor hulp. In een land waar individualiteit een halszaak is, staan mensen er toch vaak alleen voor.

Het eerste verhaal, ‘Verslag van een deserteur’, toont treffend de werking van ‘Songbun’, het Noord-Koreaanse kastenstelsel. Dit systeem kent drie categorieën, die iemands veronderstelde houding ten opzichte van het bewind weergeven: loyaal, weifelend en vijandig. Je kaste, tot op drie generaties overerfbaar, bepaalt je maatschappelijke kansen en status in Noord-Korea.

In ‘Verslag van een deserteur’ mag een kind geen klassenpresident meer zijn, omdat een grootvader die hij nooit gekend heeft zich als welvarende boer in de jaren veertig tegen de landbouwcollectivisatie zou hebben verzet. Dit wordt betreurd door zijn tante, die op haar beurt door haar man gewantrouwd wordt vanwege het kastenverschil tussen beide partners. Als de vrouw vervolgens na een lang gekoesterde kinderwens eindelijk zwanger wordt en zij erachter komt dat haar status lager is geworden, zakt de grond onder haar voeten weg. Het voelt ineens alsof zij een onschuldig, ongeboren wezen veroordeelt tot een leven vol lijden.

Beklemmende sfeer

Bandi toont de lezer ook de absurditeit van het bestaan in Noord-Korea – en dan niet op een komische, maar op kafkaëske wijze. Bijvoorbeeld in ‘Zo dichtbij, maar toch zo ver weg’, waarin Myeong-chol zijn stervende moeder wil opzoeken om afscheid te nemen. In Noord-Korea is het burgers niet alleen verboden om het land te verlaten, ook binnenlands mag er enkel met een vergunning naar een andere regio worden gereisd. En die zijn, zeker zonder steekpenningen, niet zomaar te krijgen. Bandi beschrijft een ‘beklemmende sfeer’ bij het Tweede Departement, waar een reispapier kan worden gehaald. Die is niet louter het gevolg van de hitte en het grote aantal mensen dat zich in een krappe wachtruimte heeft gepropt. ‘Het kwam ook door alle posters met „Reisvoorschriften”, zo talrijk dat de muur er bijna helemaal onder schuilging, en door de barse woorden die erop stonden: „boete”, „werkkamp”, „juridische sancties”’.

Wanneer Myeong-chols verzoek onverbiddelijk wordt afgewezen, wil de man het het liefst op een janken zetten en zijn ‘vuist ten hemel […] heffen’. Maar zelfs je emoties de vrije loop laten gaat niet zomaar in het arbeidersparadijs van de familie-Kim. ‘In bepaalde omstandigheden kon zelfs huilen al worden gezien als een daad van verzet, wat in dit land maar tot één ding kon leiden: een wisse dood. De wetten van dit land dwongen je te blijven glimlachen, zelfs als je werd verteerd door pijn, en alles wat in je binnenste brandde, moest worden onderdrukt.’

Het is een duidelijke illustratie van de schadelijke absurditeit van het Noord-Koreaanse schouwspel van een maatschappij die als officieel motto ‘Wij hebben niets te benijden’ heeft. Geen wonder dat in het verhaal ‘Op het toneel’ een 23-jarige man die netjes doet wat hem wordt opgedragen door een kritischer ingestelde kennis een ‘acteur in zijn drieëntwintigste jaar als dramastudent’ wordt genoemd. Maar zelfs de scepticus in Noord-Korea, die stiekem twijfelt aan het waarheidsgehalte van de staatspropaganda, ontbreekt het doorgaans aan externe informatie over hoe de wereld buiten het ‘kluizenaarskoninkrijk’ eruitziet.

Behalve de zwaarte van het leven in Noord-Korea zien we ook gezinnen die met relatief kleine meevallertjes tevreden zijn. En een enkele keer komt er wat galgenhumor naar voren waarmee de ernst van de zaak iets verlicht wordt, zoals een groep ondervoede toneelspelers die onderling grapt ‘dat hun navel zeker verliefd was op hun ruggengraat, aangezien de twee er duidelijk naar smachtten elkaar te kussen’. Humor als medicijn dus, die even later wanhopige vormen aanneemt. ‘[Zo]als gewoonlijk in een situatie waarbij diepe woede moest worden onderdrukt, rolden we al over de grond van het lachen als iemand zelfs maar een beetje vreemd hoestte. Het leek bijna een soort lachziekte.’

De voornaamste verdienste van De aanklacht is dat de hoofdpersonen autonome personages zijn met eigen gedachten, verlangens, angsten en kritieken. Ze geven de lezers individuele oordelen over het leed dat hun wordt aangedaan en de ambtenaren die hier verantwoordelijk voor zijn. Hier zien we Noord-Koreaanse burgers eindelijk eens als ‘echte’ mensen met dezelfde wensen en gedachten als personen elders.

Een welkome afwisseling, aangezien zij door westerse observanten (die doorgaans nog nooit een Noord-Koreaan gesproken hebben) meestal worden neergezet als gehersenspoelde robots die blind alles geloven wat de bombastische staatspropaganda over hen uitstort. Dit ontmenselijkte mensbeeld leidt ertoe dat de humanitaire situatie in Noord-Korea vaak abstract blijft, omdat de mensen geframed worden als een soort dierentuindieren. De concrete situaties waarin Bandi zijn personages situeert, zijn instructief.

Hoewel de verhalen allemaal een duidelijke boodschap bevatten – het Noord-Koreaanse bewind tergt zijn onderdanen, die daar intens onder lijden – zijn zij zeker niet eendimensionaal. Bandi’s literatuur is niet alleen interessant vanwege haar unieke oorsprong. De schrijfstijl en plot van de meeste verhalen zijn kwalitatief hoogwaardig genoeg om een publiek wereldwijd aan te spreken en laten alleen bij ‘Pandemonium’ wat te wensen over. De toon kan wat dramatisch zijn voor een westerse lezer, maar is voor een (Noord-) Koreaanse auteur niet ongebruikelijk.

Het boek is vertaald vanuit een Engelse vertaling, wat uiteraard niet optimaal is – maar ook bijna onvermijdelijk, gezien het grotendeels ontbreken van Koreaans-Nederlandse vertalers. Het is vertaalster Linda Broeder gelukt om dicht bij de originele tekst te blijven, met de toon en sfeer die Bandi probeert neer te zetten.

Over Bandi is weinig bekend, behalve dat hij in Noord-Korea een vermaard auteur is, lid van de schrijversbond die boeken produceert in opdracht van de staat. Hij werd geboren in de jaren veertig en schreef De aanklacht tussen 1989 en 1995, toen zijn vaderland te kampen kreeg met toenemende armoede en voedseltekorten. In een Frans tijdschrift werd hij recent al de ‘Solzjenitsyn van Pyongyang’ genoemd, naar de Russische dissident die in de jaren zestig en zeventig in romans beschreef wat het tirannieke Sovjetbewind deed met de gewone Rus.

Drie Noord-Korea’s

De Noord-Koreaanse vluchteling Jang Jin-sung zei in 2014 tijdens een lezing in Leiden dat er niet één, maar drie Noord-Korea’s bestaan. Allereerst is er het land van de staatspropaganda, waar iedereen gelukkig is onder het paradijselijke bewind van Kim Jong-un. Dan is er het Noord-Korea uit veel westerse media, met onzinverhalen over eenhoorns, executies door 120 hongerige honden en burgers die allemaal hetzelfde curieuze kapsel als de leider moeten dragen.

Voor het derde, échte Noord-Korea – een keiharde, armoedige en totalitaire maatschappij waarin 25 miljoen burgers zich staande proberen te houden – wilde Jang graag meer aandacht. Bandi, die zich als vertolker opwerpt van het leed en de repressie waar gewone Noord-Koreanen onder zuchten, is daar in De aanklacht met verve in geslaagd.

Beoordeling: 4 van de 5 sterren. Het boek De aanklacht is nu verkrijgbaar in de boekhandel.

Een eerdere versie van deze recensie verscheen op 22 september 2017 in NRC Handelsblad.

Noord-Koreaanse raket komt weer hoger en verder

Slechts twee weken nadat Noord-Korea de wereld verraste met een raketlancering over Japan deed Pyongyang het vrijdagochtend lokale tijd weer. Een projectiel vloog op 650 tot 700 kilometer hoogte over het eiland Hokkaido en landde in de Stille Oceaan. In meerdere Japanse steden kregen burgers een waarschuwing dekking te zoeken.

De raket legde volgens Zuid-Korea een afstand van 3.700 kilometer af. Analisten vermoeden dat Pyongyang wil demonstreren dat het Amerikaanse legerbases op Guam kan raken, op circa 3.400 kilometer van de Noord-Koreaanse hoofdstad.

Experts denken dat het afgevuurde projectiel een Hwasong-12 is, een middellangeafstandsraket met een bereik van 4.500 tot 5.000 kilometer. Dat wapen kan volgens Pyongyang worden uitgerust met een kernkop. De raket vloog vrijdag 1.000 kilometer verder en 200 kilometer hoger dan het vorige projectiel dat over Japan werd afgeschoten.

Voor de lancering van twee weken geleden testte Noord-Korea zijn lange- en middellangeafstandsraketten doorgaans in een zogeheten lofted traject. Dat houdt in dat projectielen in een scherpe verticale boog omhoog geschoten worden, zodat de wapens niet buiten Noord-Koreaans territorium landen. Mogelijk is van die strategie nu deels of geheel afstand genomen.

De raket die vrijdag werd afgevuurd kwam verder dan eerder geteste projectielen, met uitzondering van raketten die een satelliet in een baan om de aarde moesten brengen. Het wapen werd gelanceerd van de luchthaven van Pyongyang, slechts anderhalf uur voordat daar een vlucht naar Beijing opsteeg.

De provocatie volgt drie dagen nadat een VN-resolutie nieuwe sancties oplegde aan Noord-Korea, waarmee de olie-import met een derde wordt verminderd. Vrijdag kwam de VN-Veiligheidsraad opnieuw bijeen. Zes minuten na de proef vuurde het Zuid-Koreaanse leger als test twee raketten af.

Een eerdere versie van dit artikel werd op 15 september 2017 gepubliceerd in NRC Handelsblad

Luchtmacht Zuid-Korea test nieuwe kruisraket

De Zuid-Koreaanse luchtmacht heeft woensdag voor het eerst een krachtige nieuwe kruisraket getest, in een poging de eigen bevolking en buitenwereld te laten zien dat het niet bang is voor de kernwapens en projectielen van Pyongyang. De uit Duitsland geïmporteerde nieuwe lucht-grondraket Taurus is bedoeld voor precisiebombardementen op Noord-Korea, bijvoorbeeld om raketbases uit te schakelen.

De proef was volgens de luchtmacht succesvol. Een F-15K-straaljager vuurde boven Taean in de provincie Zuid-Chuncheong de Taurus af, die 400 kilometer verderop in de kustwateren buiten Gunsan het beoogde doel trof. Het projectiel kan een snelheid tot 1.163 kilometer per uur behalen en heeft een bereik van 500 kilometer en kan daarmee ieder doel in Noord-Korea binnen een kwartier raken.

Kill Chain

De kruisvluchtwapens worden onderdeel van een bestaand Zuid-Koreaans aanvalsplan, Kill Chain genaamd. Dat houdt in dat, wanneer Seoul dat nodig acht, het en masse Noord-Koreaanse raketbases kan bestoken met Taurus-kruisraketten. Het doel is om hierbij het volledige raketarsenaal van Pyongyang in de as te leggen.

Analisten betwijfelen of het Zuid-Koreaanse plan haalbaar is. „Je kunt een volledige mobiele raketmacht niet preventief vernietigen”, zei Joshua Pollack, deskundige op het gebied van nucleaire en raketproliferatie in Noordoost-Azië aan het Amerikaanse Middlebury Institute of International Studies, onlangs in een gesprek met NRC. „De overheid wil het volk laten zien dat zij een plan heeft om burgers te beschermen, zonder op de VS te moeten leunen. Ze hebben mijn medeleven, maar het is gewoon niet haalbaar.”

Onthoofdingsplan

Kill Chain is verwant aan een ander ambitieus Zuid-Koreaans aanvalsplan, dat wel bekendstaat als de ‘onthoofdingsstrategie’. Seoul beweert de schuilplaatsen van leider Kim Jong-un en andere hoge Noord-Koreaanse functionarissen in kaart te hebben gebracht. Die kunnen bij een ‘noodsituatie’ worden aangevallen met raketten, waarmee het Noord-Koreaanse bewind ‘onthoofd’ wordt. Dit scenario werd vorige maand geoefend door de Zuid-Koreaanse luchtmacht, een dag na de laatste kernproef van Pyongyang. Ook bij dit plan plaatsen experts vraagtekens, omdat niet te allen tijde bekend is waar Noord-Koreaanse hoogwaardigheidsbekleders zich bevinden.

De Taurus-kruisraket is niet het eerste militaire materieel dat Zuid-Korea importeert. Eerder werd het hypermoderne Amerikaanse raketafweersysteem THAAD geplaatst in Zuid-Korea, ondanks grootschalige burgerprotesten en aanvankelijke bezwaren van president Moon Jae-in. Na recente Noord-Koreaanse raket- en kernproeven werden er meer THAAD-systemen bijbesteld.

Een eerdere versie van dit artikel werd op 13 september 2017 gepubliceerd op de website van NRC

Profiel: Wat Kim Jong-un niet zint, ruimt hij uit de weg

Er is bijna geen staatshoofd vaker in het nieuws dan de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un. En toch is er na bijna zes jaar heerschappij weinig over hem bekend. Zelfs de exacte geboortedatum van deze dertiger staat niet vast. Tot 2010 was er één kinderfoto van hem in omloop. De foto deed vaak dienst als schietschijf tijdens oefeningen van Zuid-Koreaanse infanteristen.

Inmiddels is Kim uitgegroeid tot een kernspeler in een van de grootste geopolitieke conflicten van het moment. Wie is deze man, al sinds zijn aantreden ’s werelds jongste staatshoofd, die Zuid-Korea, Japan en sinds kort zelfs het Amerikaanse vasteland bedreigt met raketten en kernbommen? Het internet wordt nog altijd overspoeld met gebbetjes over zijn naam, kapsel of het Noord-Koreaanse wapengekletter. Maar Kim is geen irrationele clown. Integendeel, hij is een zeer strategisch ingestelde leider die nergens voor terugdeinst als het erom gaat zijn macht te beschermen en te vergroten.

Door de geslotenheid van Noord-Korea is het lastig betrouwbare informatie over de leider te verzamelen. Ook al omdat Pyongyang veel propagandistische en onjuiste informatie de wereld instuurt. Toch valt uit de staatsmedia vaak veel af te leiden, bijvoorbeeld waar Kim op bezoek is geweest en welke boodschap het regime af wil geven. Organisaties als Daily NK, Rimjingang en New Focus International werken daarnaast met bronnen in Noord-Korea.

Kim Jong-un werd waarschijnlijk in 1983 geboren als derde zoon van Kim Jong-il, die van 1994 tot eind 2011 de scepter zwaaide over het communistische land. In de jaren negentig studeerde Kim onder een alias enkele jaren aan een internationale privéschool bij Bern. Daar was hij een stille, gemiddelde student. Het enige wat opviel, was dat hij de beschikking had over dure sneakers, spelcomputers en een persoonlijke kok en chauffeur. Hij speelde graag basketbal en was fan van Chicago Bulls-legendes Michael Jordan en Dennis Rodman.

Sommige analisten hoopten dat Kim zich in Zwitserland het liberaal-democratische gedachtegoed eigen zou maken. Maar dat zat waarschijnlijk niet in het curriculum. Op school en daarbuiten werd Kim Jong-un bovendien scherp in de gaten gehouden door toezichthouders uit zijn thuisland.

Rond zijn vijftiende begon hij met drinken en roken. En hij rookt nog steeds, zo blijkt uit foto’s van het Noord-Koreaanse staatspersbureau KCNA. Daarop zien we de jonge leider roken in een school, een ziekenhuis en naast een intercontinentale ballistische raket.

Na terugkeer in Noord-Korea doorliep hij de Kim Il-sung Militaire Universiteit. In 2009 werd duidelijk dat hij zijn vader zou opvolgen na diens dood. Hij kreeg de ene promotie na de andere en werd in 2010 benoemd tot ’s werelds jongste viersterrengeneraal. Staatsmedia toonden vader en zoon zij aan zij tijdens bezoeken in het land.

In 2011 bracht Kim Jong-il nog staatsbezoeken aan China en Rusland, maar overleed hij tijdens een binnenlandse treinreis. De 28-jarige Kim Jong-un moest het verder alleen doen.

Vals paspoort

Dat Kim als jongste van drie broers de leider van Noord-Korea werd, lag deels aan zijn oudste halfbroer Kim Jong-nam (1971-2017). Die zou aanvankelijk troonopvolger worden, maar werd in 2001 met een vals paspoort aangehouden op de luchthaven van Tokio. Hij werd kort gevangen gezet en later het land uitgezet.

Dit incident – in combinatie met zijn opvliegende karakter – maakten hem in de ogen van vader Kim Jong-il ongeschikt als opvolger. Niet dat een Noord-Koreaans staatshoofd niet mag genieten van de geneugten van het leven. Daar had Kim Jong-il, die jaarlijks ruim 600.000 euro spendeerde aan Hennessy-cognac, zelf ook geen moeite mee. Maar een leider moet ook koel en berekenend zijn – geen ongeleid projectiel.

Over de middelste broer, Kim Jong-chul (1981), is nagenoeg niets bekend. Volgens de Japanse sushi-kok Kenji Fujimoto, die jaren in Pyongyang voor de Kim-familie kookte, achtte Kim Jong-il zijn tweede zoon te ‘verwijfd’ voor het hoogste ambt. Als jongen van veertien of vijftien schreef hij een pacifistisch gedicht, waarin hij ageerde tegen oorlog, drugs en atoombommen. Hij werd geregeld gespot bij Eric Clapton-concerten, maar wilde nooit journalisten te woord staan.

Dus bleef Kim Jong-un over, die volgens Fujimoto qua karakter het meest lijkt op zijn gevreesde vader. De kok omschreef de jongste Kim als een leidersfiguur met sterke politieke instincten, die het hoofd koel weet te houden. Behalve Fujimoto zijn er, op basketbalberoemdheid Dennis Rodman en wat Chinese hoogwaardigheidsbekleders na, nauwelijks buitenlanders die Kim Jong-un persoonlijk hebben ontmoet. Overigens werd de oudere halfbroer nog wel bedreigend genoeg geacht om hem in februari op het vliegveld van Kuala Lumpur te laten vermoorden met VX-zenuwgas – vermoedelijk in opdracht van Kim Jong-un.

Terwijl Noord-Korea grote vorderingen maakt met zijn raketprogramma, heeft Amerika een president die zijn geduld begint te verliezen. De beschikbare geweldscenario’s zijn apocalyptisch. Militair ingrijpen kent alleen doemscenario’s.

Persoonlijkheidscultus

Kim de Derde moest na de dood van zijn vader zijn macht consolideren. Staatsmedia bouwden al snel een persoonlijkheidscultus rond de jonge leider. Maar hoe verheerlijk je een twintiger zonder noemenswaardige daden op zijn naam?

Precies zoals dat in absolute monarchieën gaat: door te focussen op zijn afkomst uit een revolutionair en semi-goddelijk geslacht. Kim Jong-un nam vele karaktereigenschappen en politieke overtuigingen over van zijn vader en grootvader. Daarnaast had hij het voordeel dat hij fysiek sprekend lijkt op zijn opa, vader des vaderlands en ‘eeuwige president’ Kim Il-sung (1912-1994). De eerste der Kims wordt herinnerd als een vorst onder wiens heerschappij het leven nog relatief aangenaam was, met voldoende brood op de plank.

Inmiddels heeft Kim Jong-un genoeg dadendrang getoond om serieus genomen te worden als leider. Toen hij het stokje van zijn vader overnam, had het land twee kleine kernproeven uitgevoerd, plus een aantal weinig imposante rakettests. Ruim vijf jaar later zijn meerdere mijlpalen gezet: Pyongyang heeft tal van betrouwbare middellangeafstandsraketten, enkele projectielen die met een bereik van ruim 10.000 kilometer vrijwel de hele VS kunnen raken én een arsenaal van naar schatting zestig kernwapens. Afgelopen zondag testte het land zijn zwaarste atoombom ooit.

Nadat zijn vader (‘Songun’, Leger Eerst) en grootvader (‘Juche’, zelfvoorzienendheid) ieder een eigen staatsleer hadden geïntroduceerd, kon de derde Kim niet achterblijven. In april 2013 presenteerde hij op een bijeenkomst van de arbeiderspartij zijn byungjin-ideologie, wat ‘parallelle ontwikkeling’ betekent. Dit houdt in dat onder Kim Jong-un gelijktijdig wordt gewerkt aan de verbetering van het kernwapenprogramma én aan het opkrikken van de economie. Hoewel onder de huidige leider milde economische groei is waargenomen, ligt de nadruk duidelijk op het eerste punt.

Wrede tiran

Het heeft lang geduurd voor Kim en Noord-Korea serieus genomen werden. Dat begon in december 2013, toen de leider zijn machtige oom Jang Song-thaek liet oppakken en executeren – samen met al zijn familieleden en politieke bondgenoten. De nummer twee in de pikorde, die eerst nog als Kims mentor werd beschouwd, was een voorstander van voorzichtige economische hervormingen naar Chinees model. Reden voor ’s lands hardliners, die willen inzetten op repressie en wapenontwikkeling, om met hem af te rekenen.

Hiermee kwam ook een einde aan de illusie dat Kim Jong-un door zijn schooltijd in Zwitserland een liberale hervormer zou zijn – of zo jong en onervaren dat hij het regime zou doen instorten. Voor de 25 miljoen Noord-Koreaanse burgers is hij een wrede tiran. Sinds zijn aantreden liet hij meer dan honderd mensen op machtsposities uit de weg ruimen. Ook scherpte hij de grensbewaking aan om te voorkomen dat burgers vluchten en hield hij de goelags, waar naar schatting tachtig- tot honderdduizend mensen vastzitten, intact. Zo toonde hij dat hij geen schaap in wolfskleren is.

Kim is getrouwd met de 28-jarige Ri Sol-ju. Over haar is weinig meer bekend dan dat ze graag Dior-tassen draagt en een zachte stem heeft. Het stel heeft ten minste drie kinderen. Hun jongste, geboren in februari van dit jaar, is de eerste zoon. Daarmee is de vierde generatie van de Kim-dynastie vast veiliggesteld.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 9 september 2017 in nrc.next en NRC Handelsblad.

Machtsvertoon Noord- en Zuid-Korea

Zuid-Korea heeft deze maandagochtend de nieuwste Noord-Koreaanse kernproef beantwoord met een legeroefening waarbij een aanval met ballistische raketten en F-15K-straaljagers werd gesimuleerd op Punggye-ri, het gebied waar Noord-Korea kernproeven uitvoert. In het weekend deed het land daar zijn zesde en tot nu toe veruit krachtigste kernproef.

Volgens de chef-staf van het Zuid-Koreaanse leger werd een doel in de Japanse Zee succesvol geraakt met projectielen vanaf de grond en vanuit de lucht. Er werd niet gezegd waar de bestookte plek zich bevond, enkel dat de schootsafstand gelijk was aan de afstand tot Punggye-ri. Een duidelijke boodschap aan Pyongyang: we kunnen jullie testlocatie voor atoombommen uitschakelen. Het machtsvertoon volgde nog geen week op een actie van de Zuid-Koreaanse luchtmacht, met een nog hardere waarschuwing aan het adres van de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un. Toen oefenden straaljagers luchtaanvallen met acht circa een ton wegende bommen, waarbij het uitschakelen van „het leiderschap van de vijand” werd gesimuleerd.

Hoewel Zuid-Korea jaarlijks grootschalige legeroefeningen organiseert met de VS, zijn zulke op specifieke Noord-Koreaanse doelwitten gerichte trainingsacties ongebruikelijk voor Seoul.

Deze maandag komt de VN-Veiligheidsraad bijeen om te spreken over de zoveelste provocatie van Pyongyang. Nieuwe sancties liggen voor de hand: Tokio en Seoul pleiten voor strafmaatregelen „van een volledig nieuw niveau”. De Amerikaanse president Trump dreigde zondag zelfs met het „stoppen van alle handel met landen die zaken doen met Noord-Korea”. Dat laatste zal niet in goede aarde vallen bij Rusland en China, die flinke economische belangen in het communistische land hebben.

De Amerikaanse minister van Defensie Jim Mattis zei dat Washington niet uit is op „de totale vernietiging” van Noord-Korea, maar voegde eraan toe dat de VS „vele opties hebben dit te doen”, mocht het niet anders kunnen. Toen een verslaggever in Washington Trump vroeg of hij Noord-Korea zou aanvallen, antwoordde het staatshoofd: „We zullen zien.”

Mattis herhaalde dat de VS Zuid-Korea en Japan bij een conflict zullen steunen. In Seoul hoopt men dit vaker te horen. Sinds Noord-Korea in staat is het Amerikaanse vasteland met een intercontinentale raket en vermoedelijk ook een kernwapen te treffen, heerst in Zuid-Korea de angst dat dit gegeven het bondgenootschap met de VS zal schaden.

Dat dit geen ongegronde angst is, bleek zondag al. Trump tweette: „Zuid-Korea komt erachter, zoals ik ze al eerder vertelde, dat hun praatjes over appeasement met Noord-Korea niet gaan werken”. Hoewel Trump ook Pyongyang veroordeelde, schoof hij Seoul deels de schuld in de schoenen van de huidige situatie. De tweet viel slecht bij de Zuid-Koreanen.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 4 september 2017 in NRC Handelsblad

Dit is wat we weten over het nieuwste kernwapen van Noord-Korea

Noord-Korea beweert zondag een waterstofbom (of H-bom) te hebben getest. Wat vaststaat, is dat het veruit de krachtigste proef met een atoomwapen van Pyongyang ooit is.

Wat heeft Noord-Korea precies getest?
Zondag detecteerde de United States Geological Survey een aardbeving met een kracht van 6.3 in de buurt van Punggye-ri, het nucleaire testgebied in Noord-Korea. Zuid-Koreaanse wetenschappers houden het op een aardschok met een kracht van 5.7. Wat vaststaat, is dat het niet om een natuurlijke aardbeving gaat. Er is dus een kernwapen getest.

Een kunstmatige beving van 6.3 betekent dat Pyongyang een atoombom met een kracht van rond de 100 kiloton heeft getest. Seismologisch analysecentrum NORSAR deed zondag een voorlopige schatting van 120 kiloton. Om een beeld te schetsen: één kiloton staat gelijk aan duizend ton dynamiet.

Dat is een flinke vooruitgang voor het communistische land. Het laatste atoomwapen, dat bijna een jaar geleden getest werd, had een kracht van 10 tot 25 kiloton: ongeveer even sterk als de kernbommen die de Verenigde Staten in 1945 op Japan afwierpen. Het zondag geteste wapen was vier tot tien keer zo krachtig.

Is dit een waterstofbom of een gewone atoombom?

Dat valt nog niet met zekerheid te zeggen. De geschatte hoeveelheid kiloton komt overeen met de kracht van een kleine waterstofbom, maar kan ook een grote atoombom zijn. Het is niet bekend of echt een volwaardig kernfusieproces heeft plaatsgevonden, de basis van een H-bom. Voor de dreiging is het niet zo relevant: een atoombom van die kracht is hoe dan ook enorm gevaarlijk.

Noord-Korea zelf spreekt van een volwaardige waterstofbom, maar dat deed het land ook in januari 2016, na het uitvoeren van zijn vierde kernproef. De geschatte kracht van 7 tot 10 kiloton was toen te zwak om een echte H-bom te zijn. Voor de test in het najaar van 2016 heeft Pyongyang mogelijk de kracht van dit kernwapen opgevoerd met een kleine hoeveelheid fusie-energie, zonder dat hier sprake was van een volledige waterstofbom.

Noord-Korea spreekt zelf consequent van een „Noord-Koreaanse stijl waterstofbom”. Mogelijk betekent dit dat het land andere standaarden gebruikt om van een H-bom te spreken dan de wetenschappelijk geaccepteerde definitie. Volgens Pyongyang was het wapen volledig met binnenlandse materialen gefabriceerd en kan Noord-Korea zoveel waterstofbommen van dit type maken als het land wil.

Bij een ‘gewone’ atoombom wordt plutonium of hoogverrijkt uranium gebruikt om een grote explosie te creëren, waarbij ook nucleaire straling vrijkomt. Voor een H-bom moet een land al over een atoomwapen beschikken, dat vervolgens gebruikt wordt om een kernfusieproces op gang te brengen – wat tot een veel grotere ontploffing leidt.

Een waterstofbom kan tot wel duizend keer zo krachtig zijn als een normale atoombom. Wel zijn H-bommen ‘schoner’: er komt nauwelijks straling bij vrij. Daardoor kun je, in tegenstelling tot bij atoombommen, na een aanval gewoon een getroffen gebied intrekken, zonder dat je aan hoge doses straling wordt blootgesteld.

Hoe meet je van buitenaf wat voor wapen is getest?

Eerst registreren seismologische instituten de kracht van de aardbeving, op basis waarvan een ruwe schatting gedaan kan worden van de kracht van de bom. Daaraan kan ongeveer de hoeveelheid gebruikt TNT worden afgemeten. Hierbij worden niet alleen aardtrillingen geanalyseerd, maar ook geluidsgolven in de oceaan en infrasoon geluid dat voor het menselijke oor niet hoorbaar is.

Hierna komen Amerikaanse Boeing WC-135 Constant Phoenix-toestellen in actie, ook wel ‘snuffelvliegtuigen’ of ‘weervogels’ genoemd. De op het Japanse eiland Okinawa gestationeerde toestellen verzamelen vrijgekomen nucleair materiaal rondom Noord-Korea. Daarmee kan onder meer gemeten worden of plutonium en/of verrijkt uranium gebruikt zijn bij de test. De ‘snuffelvliegtuigen’ speelden een belangrijke rol bij het detecteren van de kernramp in Tsjernobyl in 1986.

Voor een succesvolle meting moet nucleair materiaal ontsnappen uit de tunnels waarin de proeven plaatsvinden. Bij de laatste kernproeven slaagde Pyongyang erin te voorkomen dat deze stoffen vrijkwamen. Het is dus maar de vraag of we ooit achterhalen wat dit voor bom was.

Noord-Korea zelf doet gewoonlijk geen uitspraken over de kracht van geteste kernwapens. Wel meldde staatspersbureau KCNA dat de huidige bom afgesteld kan worden om „tientallen tot honderden kilotonnen” destructieve kracht af te leveren.

Staatsmedia toonden foto’s van leider Kim Jong-un die een zilverkleurig, pindavormig apparaat inspecteerde. Volgens Noord-Korea betrof het hier de waterstofbom, die op een intercontinentale raket kan worden bevestigd. Op de foto’s was ook de neus van een projectiel en een diagram met daarop de bom in de raketkop te zien.

Hoe gevaarlijk is dit Noord-Koreaanse wapen voor de vijanden van Pyongyang?

De nieuwe bom is primair gericht tegen aartsvijand Amerika. Noord-Korea meldde zondag expliciet dat het wapen kan worden bevestigd op de Hwasong-14 intercontinentale raket die Pyongyang in juli testte – en die het Amerikaanse vasteland kan raken. Mocht deze bom inderdaad op de VS afgeschoten kunnen worden, lopen Amerikaanse burgers in een gewapend conflict tussen Pyongyang en Washington mogelijk direct gevaar. Dat geldt vanzelfsprekend ook voor Japan en Zuid-Korea, twee andere mogelijke doelwitten.

Nederland loopt niet onmiddellijk risico, aangezien Noord-Korea weinig te winnen heeft bij het afwerpen van een kernbom op Europa. Nederland ligt wel in het bereik van de Hwasong-14.

Hoe snel ontwikkelt het Noord-Koreaanse wapenprogramma zich?

Heel snel. De eerste Noord-Koreaanse atoomproef vond plaats in 2006 en had een kracht van minder dan één kiloton. De test was waarschijnlijk een mislukking, maar een tweede proef in 2009 slaagde wel. Hierna testte Noord-Korea nog drie kernbommen (één in 2013, twee in 2016), die steeds krachtiger werden. Met de laatste test heeft Noord-Korea laten zien over een wapen te beschikken dat hele wijken kan wegvagen.

Het Noord-Koreaanse raketprogramma is dit jaar helemaal met rasse schreden vooruitgegaan. In mei testte Pyongyang succesvol de Hwasong-12, die met een geschat bereik van 4.500 tot 5.000 kilometer met gemak het Amerikaanse eiland Guam kan raken. Het was de verst reikende Noord-Koreaanse raket ooit getest. Afgelopen week schoot Pyongyang hetzelfde projectiel nog eens over Japan heen.

In juli, nog geen twee maanden later, testte Noord-Korea tweemaal datgene waar al langer voor gevreesd werd: een intercontinentale ballistische raket. Terwijl de eerst geteste raket nog een bereik tot aan Alaska opleverde, bewees het tweede gelanceerde exemplaar dat Noord-Korea de technologie heeft om vrijwel het hele Amerikaanse vasteland te kunnen treffen. Pyongyang beweert dat het projectiel met een kernkop kan worden uitgerust.

Analisten wisten al dat Noord-Korea aan deze technologieën werkte, maar schrokken van de snelheid waarmee Pyongyang deze onder de knie kreeg. Vermoedelijk heeft het land jaren in het geheim aan deze nieuwe en verbeterde kernwapens en raketten gewerkt – en achtte het regime nu de tijd rijp om de wereld te tonen wat het kan. De gevolgen zijn niet mis: in een kwestie van maanden zijn de strategische verhoudingen tussen Noord-Korea en de VS volledig overhoop gegooid.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 4 september in nrc.next.

Noord-Koreaanse raket over Japan nieuwe stap op escalatieladder

Na een eerdere lancering van een intercontinentale ballistische raket (ICBM) en het dreigement om het Amerikaanse eiland Guam met projectielen te bestoken, kwam Noord-Korea dinsdagochtend lokale tijd opnieuw met een verrassende provocatie. Het communistische land schoot een middellangeafstandsraket af die over Japan vloog en ruim 1.100 kilometer ten oosten van dat land in zee plonsde.

Luister hier mijn radio-interview op NPO Radio 2 terug over de raketlancering

Het gaat vermoedelijk om een Hwasong-12, een raket met een bereik van 4.500 tot 5.000 kilometer. Dit was het verst reikende Noord-Koreaanse projectiel voordat het land in juli een raket testte die ruim 10.000 kilometer ver kan komen vrijwel het gehele Amerikaanse vasteland kan raken. Het wapen bereikte dinsdag een hoogte van 550 kilometer en vloog 2.700 kilometer ver. Opmerkelijk was dat het gelanceerd werd vanaf een locatie nabij de luchthaven van Pyongyang. Die werd niet eerder gebruikt voor een raketproef. De ICBM-test eind juli werd ook van een niet eerder gebruikte basis afgevuurd. Mogelijk wil het regime laten zien dat het vanaf iedere plek kan toeslaan.

Het is de eerste keer dat Noord-Korea een ballistische raket – die een explosief zou kunnen dragen – over Japan laat vliegen. Wel vlogen eerder niet-ballistische Noord-Koreaanse raketten over Japan, bedoeld om satellieten in een baan om de aarde te brengen. Dat gebeurde voor het laatst in 2012.

De Zuid-Koreaanse luchtmacht reageerde op de raketproef met het oefenen van een luchtaanval met vier F-15K-bommenwerpers die acht MK84-bommen afwierpen, die per stuk een ton wegen. De oefening was volgens het leger bedoeld om in een noodsituatie „het vijandige leiderschap compleet te vernietigen”.

De Zuid-Koreaanse oefening is een ongebruikelijk harde boodschap aan het adres van de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un. De linkse Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in bleef de afgelopen maanden, ondanks oproepen van alle kanten tot hard ingrijpen, pleiten voor toenadering. Zelfs nadat Pyongyang afgelopen weekend drie SCUD-korteafstandsraketten afvuurde interpreteerde Moon dat zondag als een positief teken dat Noord-Korea bereid was te praten.
Het communistische land had immers ook zwaardere wapens kunnen testen, zo redeneerde Moon. Ook dinsdag na de Noord-Koreaanse raketproef riep het Zuid-Koreaanse staatshoofd op tot het aanhalen van de banden tussen beide landen.

Ook de Verenigde Staten reageerden afgelopen week nog opgelucht na de oorlogstaal die eerder deze maand over en weer vloog. Minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson prees de terughoudendheid van Pyongyang, president Trump zei dat Noord-Korea de VS eindelijk begon te respecteren. Van dat optimisme zal na de laatste raketproef weinig over zijn.

Begin augustus dreigde Trump nog met harde vergelding en “vuur en woede” als Noord-Korea door zou blijven gaan met zijn provocatieve gedrag. Het uitblijven van maatregelen alsook het feit dat het Kim-regime de VS nu met een ICBM kunnen treffen heeft geleid tot nervositeit in Seoul en Tokio. Analisten vrezen dat Japan en Zuid-Korea bang zijn dat zij niet meer van Amerikaanse militaire bescherming op aan kunnen en hierdoor zelf een atoombom gaan ontwerpen. Dat kan resulteren in een gevaarlijke kernwapenwedloop in de regio.

Dinsdag komt de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in een spoedzitting bijeen. Wellicht wordt daar gesproken over aanvullende sancties. Na de twee Noord-Koreaanse ICBM-tests in juli legde de Raad het communistische land zware economische strafmaatregelen op.

Een eerdere versie van dit artikel werd op 29 augustus gepubliceerd op de website van NRC

Noord-Koreanen in Zuid-Korea zijn vrij – maar niet thuis

Vluchtelingen die met een Noord-Koreaans accent in de Zuid-Koreaanse metro praten, worden geregeld uitgescholden of aangestaard. Een uit Noord-Korea gevlucht kind dat door zijn klasgenoten gepest werd om zijn afkomst sloeg door en werd na een vechtpartij van school gestuurd. Als Noord-Korea weer eens negatief in het nieuws is, worden vluchtelingen in Zuid-Korea geregeld verwijtend aangekeken.

Dit gaat op voor veel vluchtelingen uit het noorden, beaamt directeur Kim Young-ja van de Burgeralliantie voor Noord-Koreaanse Mensenrechten (NKHR). „Boven op die sociale discriminatie kampen veel Noord-Koreaanse vluchtelingen met weinig kansen op de arbeidsmarkt, sociaal isolement en trauma’s die vaak na de vlucht komen bovendrijven.”

In een bloedheet kantoor op de tiende verdieping van het Gonghwa-gebouw in het welvarende stadsdistrict Seodaemun van Seoul legt zij uit hoe zwaar en ingewikkeld vluchten uit Noord-Korea is.

Vluchten

Het begint ermee dat je eerst het land moet zien te verlaten. Liefst met je familie, want die wordt vaak naar een strafkamp gestuurd als vergelding voor het vluchten van een gezinslid. Direct naar Zuid-Korea vluchten gaat niet: de grens ligt bezaaid met landmijnen en is van beide kanten zwaar bewaakt. Vluchtelingen kunnen één kant op: naar China.

In China begint de echte uitdaging. Daar moet je het land ongezien doorkruisen tot je in Thailand of Mongolië bent om bij de Zuid-Koreaanse ambassade asiel aan te vragen. Wie in China tegen de lamp loopt, wordt direct teruggestuurd. Jaarlijks overkomt dat tegenwoordig een paar duizend Noord-Koreanen. Ook vallen velen in China in handen van mensenhandelaren, die hen als slaaf, bruid of prostituee verkopen.

Noord-Koreaanse vluchtelingen in China die bij de NKHR terechtkomen, worden opgevangen in safehouses. Zodra de financiering rond is – dankzij donateurs in Zuid-Korea – worden ze met auto’s of bussen naar het Zuid-Chinese Kunming gebracht. „Vanaf daar moeten zij in Laos of Thailand zien te komen”, vertelt NKHR-directeur Kim.

Dit laatste ‘stukje’ is vaak het zwaarste deel van de tocht. „Ze lopen uren door bergen of varen op open vlotten onder de brandende zon.” NKHR heeft volgens Kim al ruim zevenhonderd Noord-Koreanen succesvol naar het zuiden helpen vluchten.

„Een burger die het land ontvlucht, is een smet op het blazoen van het Noord-Koreaanse regime”, zegt Kim trots. „En door mensen te helpen China uit te komen, voeren we druk uit op Beijing om de mensenrechten van deze personen te erkennen – wat nu nog niet gebeurt.”

In Zuid-Korea

Noord-Koreanen die Zuid-Korea bereiken doorlopen een vast traject. Ze worden ondervraagd door de veiligheidsdiensten en volgen dan een drie maanden durend traject in Hanawon, ongeveer een uur buiten Seoul. Ze leren er solliciteren, het openen van een bankrekening en winkelen. Ook krijgen ze verkeerslessen en leren ze hoe ze computers moeten bedienen, wat maar relatief weinig Noord-Koreanen kunnen. Daarna krijgen de vluchtelingen geld en een appartement van de overheid.

Nieuwe arrivés moesten zich verder zelf redden. Volgens Kim is dit voor velen niet genoeg. Ze somt de problemen op: „De taal is aan weerszijden van de grens enorm veranderd. Noord-Koreanen kennen onze populaire verhalen, grappen en tv-series niet. En dan is er nog het onderwijs, dat in Noord-Korea weinig voorstelt en deels bestaat uit het leren van fictieve veldslagen van de familie Kim.” Vooral ouderen kunnen slecht aarden in hun nieuwe thuisland.

Competitief

Ook lukt het weinig Noord-Koreaanse vluchtelingen hogerop te komen in het extreem competitieve Zuid-Korea. Velen blijven steken in laagbetaalde baantjes. Velen zitten in een sociaal isolement. Dat leidt geregeld tot wanhopige besluiten: volgens Zuid-Koreaanse overheidsstatistieken pleegde van alle Noord-Koreaanse vluchtelingen die tussen 2005 en 2015 overleden maar liefst 6 tot 7 procent zelfmoord. In 2015 was dat zelfs ruim 10 procent.

De grootste drempel is volgens Kim dat de Noord-Koreanen moeten leren zelf na te denken en keuzes te maken „En dan moeten ze ook nog eens verantwoordelijkheid nemen voor de uitkomst van hun beslissingen.”

Zo raken veel Noord-Koreanen hun startbedrag kwijt doordat oplichters hen ertoe verleiden het in riskante hedgefondsen of regelrechte nepprojecten te steken. NKHR biedt aanvullende cursussen, zoals wiskunde, Engels en democratisch burgerschap. Dat laatste vak werd onder druk van NKHR toegevoegd aan het curriculum van Hanawon. Kim: „We komen dichter bij ons doel: zo veel mogelijk Noord-Koreaanse vluchtelingen op eigen benen laten staan.”

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 28 augustus 2017 in nrc.next en NRC Handelsblad.

‘Motoren Noord-Koreaanse raketten komen waarschijnlijk uit Oekraïne’

De razendsnelle ontwikkeling van het Noord-Koreaanse raketprogramma is vermoedelijk deels mogelijk gemaakt door clandestiene leveringen van een Oekraïense fabriek. Joezjmasj, dat goede banden onderhoudt met Rusland en ten tijde van de Sovjet-Unie de nieuwste raketsystemen ontwikkelde voor het Rode Leger, zou waarschijnlijk de krachtige motoren hebben geproduceerd die de nieuwe typen Noord-Koreaanse raketten aandrijven.

Tot die conclusie komt onder meer Michael Elleman, een raketdeskundige voor het Internationale Instituut voor Strategische Studies (IISS). In een maandag gepubliceerd rapport stelt hij dat Pyongyang circa twee jaar geleden is begonnen met de aanschaf van de motoren via illegale netwerken in Oekraïne en/of Rusland.

Dat zou de snelle opeenvolging van Noord-Koreaanse successen deels verklaren. Terwijl tests met oudere typen Musudan-raketten vaak op een mislukking uitliepen en niet heel ver kwamen, heeft de nieuwe generatie Hwasong-projectielen die sinds begin 2016 worden getest rap het bereik van Noord-Korea uitgebreid.

Hwasong

In mei werd de Hwasong-12 getest, die het Amerikaanse eiland Guam kan bereiken. Dit was toen verreweg het verst vliegende projectiel dat Noord-Korea ooit had gelanceerd. Slechts twee maanden later testte het communistische land tweemaal de Hwasong-14, een intercontinentale ballistische raket die het grootste deel van het Amerikaanse vasteland kan raken. Er zijn nog meer proeven nodig voordat de laatstgenoemde raket ook echt met een nucleaire of andere lading operationeel kan worden ingezet.

De motoren die deze twee rakettypen aandrijven lijken volgens Elleman zeer sterk op de RD-250, een door Joezjmasj ontwikkelde motor voor raketten van de Sovjet-Unie. De onderzoeker heeft sterke vermoedens dat de motoren in de Hwasong-projectielen afkomstig zijn uit de fabriek en zijn aangepast voor de Noord-Koreaanse raketten.

Hoewel Pyongyang ook op eigen houtje simpelere raketten produceert en exporteert, acht Elleman het uitgesloten dat de Noord-Koreanen de motoren in de Hwasong-raketten zelf heeft ontwikkeld. De aandrijfsystemen zijn zo complex dat ze wel afkomstig moeten zijn van een gevestigde naam op het gebied van raketproductie.

Joezjmasj

De Noord-Koreanen deden eerder zaken met Russische bedrijven Isajev en Makejev, maar wilden waarschijnlijk een bedrijf dat betrouwbaardere systemen kon produceren. Volgens Elleman kan dit alleen maar Joezjmasj zijn. De raketten die de fabriek produceert worden ontworpen door het Oekraïense KB Joezjnoje, een bedrijf dat de technologie achter raketten en satellieten ontwerpt.

Dat concern heeft honderden RD-250-motoren in opslagplaatsen liggen. Elders in Oekraïne en Rusland zijn vermoedelijk ook opslagplaatsen waar de aandrijfsystemen liggen. De Noord-Koreanen zouden de motoren ook daar gekregen kunnen hebben via Russische of Oekraïense smokkelnetwerken.

Meerdere VN-sancties verbieden het om rakettechnologie en -onderdelen te exporteren naar Noord-Korea. In 2012 werden twee Noord-Koreanen gearresteerd in Oekraïne toen zij rakettechnologie probeerden te stelen van KB Joezjnoje.

De Oekraïense regering ontkent dat er ooit raketonderdelen zijn verkocht aan Noord-Korea. Kiev stelt dat de informatie waarschijnlijk is gefabriceerd door Russische geheime agenten. Elleman denkt dat de motoren zijn verscheept naar Noord-Korea zonder het medeweten van de Oekraïense regering en president.

Frontlinie

De Joezjmasj-fabriek ligt vlakbij de frontlinie van de strijd tussen het Oekraïense leger en pro-Russische separatisten. Sinds het verdrijven van de Oekraïense president Viktor Janoekovitsj in 2014 hebben de Russen veel bestellingen bij Joezjmasj afgezegd en verkeert het bedrijf financieel in zwaar weer. Mogelijk heeft de fabriek in een poging om nieuwe fondsen aan te trekken zaken gedaan met Noord-Korea of via tussenpersonen werkzaam voor Pyongyang.

Tot nu toe werd vooral China veroordeeld door de internationale gemeenschap, omdat Beijing de sancties tegen Pyongyang niet of onvoldoende uitvoert. Daardoor kan Noord-Korea gewoon goederen blijven in- en uitvoeren. Mogelijk verschuiven de bevindingen van Elleman de aandacht naar de Russische en Oekraïense zwarte markten.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 14 en 15 augustus bij nrc.nl en in NRC Handelsblad