Dit team van onderzoekers gebruikt satellietbeelden om te zien hoe de Noord-Koreaanse economie ervoor staat

Zuid-Korea streeft naar hereniging met de noorderbuur. Daarvoor tracht het zicht te krijgen op de economie van het uiterst gesloten land. Onderzoeksleider Cho van de Zuid-Koreaanse centrale bank legt uit hoe.

Met satellietbeelden kijken naar activiteit in mijnen, de bouwsector en de landbouw. Turven hoe vaak er rook uit de schoorstenen van belangrijke fabrieken komt. Bedragen in mindering brengen bij natuurrampen en raketproeven. Met onder meer deze data probeert het Noord-Korea Economieteam van de Zuid-Koreaanse centrale bank de omvang en ontwikkeling van de Noord-Koreaanse economie te bepalen.

Hoe complex die taak ook is, het hoofd van dit team bagatelliseert zijn rol bij de Bank van Korea direct. „Deze bank houdt zich ook bezig met de wereldeconomie, het creëren van banen en innovatie, dus ik heb niet bepaald de meest begeerde positie hier”, lacht Cho Tae-hyoung (53). Zijn kantoor kijkt uit op hartje Seoul en het groene Namsanpark.

De econoom houdt zich al langer bezig met Noord-Koreaanse economische vraagstukken en leidt het team sinds april 2017, naar eigen zeggen nadat hij een teken van God had ontvangen om deze functie te accepteren. Cho’s organisatie publiceert openbare papers op de website van de centrale bank en werkt samen met diverse economische instellingen. Ook maakt ze geclassificeerde rapporten voor onder meer de Nationale Inlichtingendienst en de ministeries van Economie en Financiën en van Hereniging. Die geheimhouding houdt verband met de gevoeligheid van de relatie met Noord-Korea.

Het Noord-Korea Economieteam bestaat in zijn huidige vorm sinds 2014. De voorloper ervan werd begin jaren negentig opgezet, geïnspireerd door de val van het communisme in Oost-Europa, en met name de Duitse hereniging. „Door het Duitse voorbeeld heerste in Zuid-Korea het gevoel dat het land spoedig weer één zou worden”, vertelt Cho. „Met dit team wilden we ons daar zo goed mogelijk op voorbereiden.” De decennia erna werden geregeld Duitse oud-politici uitgenodigd die betrokken waren bij de hereniging van West- en Oost-Duitsland, om in Zuid-Korea hun kennis en ervaringen te delen.

Terwijl de Koreaanse hereniging op zich laat wachten, onderzoekt het Economieteam de Noord-Koreaanse economie. Dat valt niet mee, aangezien ‘Pyongyang’ sinds medio jaren zestig geen economische statistieken meer publiceert. Het regime van Kim Jong-un staat bovendien niet bekend als betrouwbaar, zijn publicaties niet als waarheidsgetrouw. Daardoor moeten alle economische indicatoren van buitenaf worden bepaald.

Credit: Seokyong Lee/Penta Press

Hoe krijg je een beeld?

Dat werkt als het leggen van een puzzel. Zuid-Koreaanse ministeries, onderzoeksinstellingen en private organisaties leveren allerlei data die worden gebruikt om een beeld te krijgen van de Noord-Koreaanse economie als geheel. Daarbij wordt gekeken naar soms de kleinste aanwijzingen: waterstromen bij een stuwdam, rook uit een schoorsteen, hoeveel huizen er worden gebouwd, hoeveel steenkool het land naar China exporteert, activiteit in fabrieken en andere economische sectoren. Veel gebeurt op basis van satellietbeelden. Ook worden simulaties uitgevoerd om bijvoorbeeld de grootte van de oogst van het land in te schatten. Cho: „En als je dan al die data hebt ontvangen, moet je ook nog bepalen welke gegevens ontbreken en daar in de berekening rekening mee houden.”

Anders dan in Nederland, waar het Centraal Bureau voor de Statistiek de omvang van de nationale economie bijhoudt, wordt het bruto binnenlands product van Zuid-Korea vastgesteld door de Bank van Korea. Vanwege deze specialistische ervaring – „een zeer technisch proces” – zijn haar economen ook belast met de bepaling van dat cijfer voor Noord-Korea. „We hebben een computerprogramma dat op basis van alle relevante economische gegevens het Zuid-Koreaanse bbp vaststelt”, legt Cho uit. „Op basis daarvan hebben we een versie voor de Noord-Koreaanse economie gemaakt.”

Uit die berekeningen rollen schattingen van het Noord-Koreaanse bbp, die eenmaal per jaar gepubliceerd worden. „In 2020 zagen we een economische krimp van 4,5 procent ten opzichte van het jaar ervoor, in 2019 was er 0,4 procent groei.” Vorige maand werd bekend dat de Noord-Koreaanse economie in 2021 opnieuw licht gekrompen is, met 0,1 procent.

Voor Cho’s team is de groei of krimp van het Noord-Koreaanse bbp belangrijker dan het vaststellen ervan. „Dat is relevanter voor ons, omdat het meer zegt over hoe de Noord-Koreaanse economie zich ontwikkelt.”

Het afdalen van een trap

De econoom vergelijkt de economische ontwikkeling van Noord-Korea in de afgelopen jaren met het afdalen van een trap. Op stilstand volgt een forse afname, gevolgd door verdere krimp en nulgroei.

„We gebruiken Zuid-Koreaanse systemen. Die kunnen de groei redelijk vaststellen, maar de omvang minder”, zegt Cho. De Zuid-Koreaanse vrijemarkteconomie, in omvang de tiende van de wereld, heeft een andere structuur dan de noodlijdende Noord-Koreaanse economie.

En dan maken de Zuid-Koreanen hun berekeningen voor Noord-Korea ook nog in won, de Zuid-Koreaanse munt. Cho: „Daar berust ons systeem op. Maar hoe ga je dat omzetten? Gebruik van wisselkoersen lijkt mij discutabel.” In ontwikkelingslanden zegt zo’n wisselkoers nu eenmaal weinig over de koopkrachtpariteit; het verschil in koopkracht tussen de landen. En tegelijk is Noord-Korea met zijn moderne massavernietigingswapens nu ook weer geen typisch ontwikkelingsland. Verder is bepaling van prijzen en hoeveelheden in het gesloten land van buitenaf moeilijk.

Cho schat het bbp per Noord-Koreaan op omgerekend zo’n duizend dollar, een bedrag dat juist door die wisselkoers alweer twijfelachtig is. „De beste methode om iets te zeggen over de Noord-Koreaanse economie lijkt mij eerst de koopkrachtpariteit vast te stellen en die dan naar Amerikaanse dollars om te zetten.” Maar het blijft complex giswerk.

Sinds de jaren negentig kent Noord-Korea vrijwel onophoudelijk economische problemen. Die raken vooral de 25 miljoen burgers. Het land werd in de tweede helft van dat decennium geteisterd door een hongersnood die honderdduizenden mensen het leven kostte. Rond de millenniumwisseling leek het ergste voorbij, maar nog altijd kampt een meerderheid van de bevolking met ondervoeding.

Uitblijven van hervormingen in de centraal gestuurde economie staat ontwikkelingen en groei in de weg. Daarbij zorgen schaarste, corruptie en VN-sancties voor extra problemen. En dan is er nog de olifant in de kamer: Kim Jong-un geeft liever overheidsgeld uit aan dure kernwapens, raketproeven en de luxe levensstijl van de elite dan aan zijn behoeftige bevolking.

„Noord-Korea is een socialistische dictatuur waarin de Kim-familie als goden worden vereerd. Het regime is zeer kundig in het controleren van alle gedrag en gedachten van de burgers”, legt Cho uit. Volgens hem is een op de vijf huishoudens betrokken bij het toezicht op andere burgers – een arbeidspotentieel dat beter te benutten is.

Credit: Seokyong Lee/Penta Press

Zwarte markt

Dat betekent niet dat de tijd stilstaat in Noord-Korea. De ontberingen van de jaren negentig veranderden veel, aldus Cho. „De planeconomie stortte in.” Daarna ontstond een soort duale economie, met restanten van de planeconomie naast een gedoogde zwarte markt waarop burgers handelden in spullen die uit China gesmokkeld waren. „Dit leidde tot een bezittende klasse, de donju [meesters van geld], die leningen kon verstrekken. Daarnaast ontstond een grootschalige cultuur van steekpenningen betalen en omkopen.” Daardoor konden straffen soms worden afgekocht of knepen autoriteiten een oogje toe wanneer burgers zich overgaven aan te kapitalistische activiteiten. In zowel 2020 als 2021 stond Noord-Korea bovenaan de corruptie-index van Trace International, een organisatie die internationaal omkoping in kaart brengt.

Nadat Kim Jong-un eind 2011 was aangetreden, nam volgens Cho de handel in Noord-Korea toe en werden bescheiden vormen van marktwerking gedoogd. Dat aanvankelijke optimisme eindigde met nieuwe, hardere VN-sancties tegen het land en de uitbraak van de coronapandemie.

De strafmaatregelen van de Verenigde Naties zijn in de loop der jaren aangepast, en hebben uiteenlopend effecten op de economie gehad. Cho: „De eerste [nadat Noord-Korea in 2006 met kernproeven begon] richtten zich vooral op sectoren die het massavernietigingswapenprogramma mogelijk maakten. Die sancties hadden niet zoveel invloed op de bredere economie.”

Strenge beperkingen

Breekpunt vormden de strafmaatregelen van 2017, tijdens het hoogoplopende conflict – toen Trump dreigde met „fire and fury” – tussen Kim Jong-un en de Amerikaanse president Donald Trump. „Die sancties waren écht gericht op de belangrijkste exportproducten van Noord-Korea: kleding, steenkool, ijzererts, vis en zeevruchten, en meer.” Ook moest het land zijn dwangarbeiders uit het buitenland terugtrekken. Dat raakte de Noord-Koreaanse economie in het hart.

De Covid-pandemie had een vergelijkbaar effect. Sinds januari 2020 zitten de Noord-Koreaanse grenzen potdicht en is alle import en export lange tijd stilgelegd. Het land legt zichzelf zo nog strengere beperkingen op dan de VN-sancties gebieden. „Vooral de gedoogde zwarte markt is hard geraakt. Kim Jong-un zet weer vol in op een centraal geleid bestuur.”

Staat de Noord-Koreaanse economie op instorten? Cho lacht. Sinds 1990 is dat namelijk eindeloos vaak voorspeld – en het is nooit uitgekomen. „Zoiets is sowieso al moeilijk te voorspellen, en bij Noord-Korea helemaal niet. Dat land tart alle gangbare theorieën om de economische voortgang te voorspellen, zo blijkt steeds opnieuw.” Toch denkt Cho dat Pyongyang zich te zijner tijd gedwongen ziet tot buitenlandse samenwerking. „Het regime moet de controle versoepelen om de macht te kunnen behouden.”

Voor de Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in, die in mei aftrad, was toenadering tot Noord-Korea speerpunt in het beleid. Volgens critici ging hij daarbij veel te ver. Meer dan wat iconische fotomomenten leverden zijn eindeloze inspanningen niet op. Zelfs op het aanbod Covid-vaccins en andere medische hulp te leveren, reageerde Pyongyang slechts met stilzwijgen.

Toch blijft Seoul klaarstaan om de communistische buur te helpen, wanneer de Noord-Koreanen zich daarvoor openstellen. Cho: „Wanneer ze afstand doen van hun kernwapens, kunnen we ze alles geven wat ze maar willen. Er staan hier pakhuizen vol computers die direct de grens over kunnen, en veel burgers willen naar Noord-Korea om hulp te bieden waar die nodig is. Als het mogelijk wordt, ga ik iedere zaterdag met mijn kinderen naar Noord-Korea om te helpen waar ik kan.”

Credit: Seokyong Lee/Penta Press

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 15 augustus 2022 in NRC.

Valse won-biljetten

De top tussen de Amerikaanse president Donald Trump en de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un eerder deze maand in Singapore leverde een wat zwak akkoord op. Toch hebben meerdere landen hun sancties tegen Pyongyang al verzwakt, waardoor bedrijven hun kans schoon zien weer handel te drijven met Noord-Korea.

data33539541-e11b0f

In dit optimisme rond een Noord-Koreaanse perestrojka probeert de georganiseerde misdaad in Zuidoost-Azië een graantje mee te pikken. Sinds de top proberen misdaadorganisaties gretig Noord-Koreaanse bankbiljetten te verkopen aan aspirant-ondernemers in China en Zuidoost-Azië, zo waarschuwt de Zuid-Koreaanse inlichtingendienst.

Enige probleem: de Noord-Koreaanse won die de criminelen verkopen tegen 30 tot 40 procent minder dan hun nominale waarde is sinds 2009 niet meer in omloop. Dat jaar voerde de toenmalige Noord-Koreaanse dictator Kim jong-il een valutahervorming door die wordt gezien als de meest rampzalige monetaire beleidswijziging uit de Noord-Koreaanse geschiedenis. In een poging de macht van zwarte markten in het land te breken, schrapte Kim twee nullen van de won. Burgers kregen een week de tijd om hun briefjes van 1000 won om te wisselen voor nieuwe biljetten van 10 won, met een maximum van 100.000 won (zo’n 35 euro) per persoon. Prijzen daalden twee nullen mee.

Burgers die werden gezien als ‘loyaal’ en die zich niet hadden ingelaten met zwarte marktpraktijken zouden echter hetzelfde loon houden als voor de valutahervorming, waardoor hun inkomen en koopkracht honderd keer zo groot werd. In theorie dan. Het besluit leidde in de praktijk tot zulke erge inflatie en chaos, dat er protesten uitbraken – zeer ongebruikelijk in Noord-Korea. Al even ongewoon, uiteindelijk zag Pyongyang in dat zij in de fout was gegaan en bood excuses aan, waarna de restricties op de zwarte markten werden losgelaten. Deze informele markten die aanvankelijk het doelwit waren van de hervorming mochten uiteindelijk de brokken opruimen.

Hoewel Zuid-Koreaanse burgers normaal terughoudend zijn in het bezitten van uit Noord-Korea afkomstige voorwerpen, lijken de misdaadclubs hun oplichtingspraktijken vooral op Zuid-Koreaanse ondernemers te richten. In Thailand kregen zakenlieden voorstellen om 5 tot 200 miljoen Noord-Koreaanse won te kopen. De inlichtingendienst is van plan waarschuwingen te plaatsen op de websites van Zuid-Koreaanse diplomatieke posten.

Een ingekorte versie van dit artikel verscheen op 5 juli 2018 in NRC. De chaos rondom de valutahervorming van 2009 is uitgebreider beschreven in mijn boek ‘De Kim-dynastie’.

Amerikaanse blik op onderkinnen van Kim

Of de langverwachte top tussen de Amerikaanse president Donald Trump en de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un op 12 juni in Singapore doorgaat, wordt met de dag onzekerder. Pyongyang dreigde verstek te laten gaan nadat Zuid-Korea en de Verenigde Staten gezamenlijke legeroefeningen niet opschortten. En Trump zei dinsdag dat de top mogelijk zou worden afgeblazen omdat Noord-Korea zijn kernwapens toch niet wil inleveren.

data31812464-4d3b39

Dit alles heeft het Witte Huis er niet van weerhouden een speciale gelegenheidsmunt te laten drukken voor de top tussen Kim en Trump. Op de penning staan de hoofden van Trump en Kim tegenover elkaar afgebeeld, met op de achtergrond de vlaggen van beide landen.

Het munstuk zorgde voor kritiek en hoongelach op social media. Veel gebruikers viel op dat Kim op de munt een aantal onderkinnen erbij had gekregen – niet bepaald vleiend. Ook zien we het hoofd van de Noord-Koreaanse leider op de afbeelding enigszins terugdeinzen, terwijl een fier kijkende Trump voorover leunt. Tevens werd opgemerkt dat Trump met de munt vroegtijdig een diplomatiek succes wil claimen, terwijl de top nog niet eens heeft plaatsgevonden – en mogelijk zelfs wordt afgezegd.

Opmerkelijk is dat Kim Jong-un op de munt als ‘opperste leider’ wordt aangeduid, wat voor veel Amerikanen én Noord-Koreakenners tegen het zere been was. Volgens hen worden hiermee de dictatuur en persoonlijkheidscultus van Kim gelegitimeerd, nota bene door de Amerikaanse overheid. ,,Dit is niet alleen prematuur, maar ook precies het soort erkenning waarop Kim Jong-un hoopte”, aldus professor Tom Nichols van de U.S. Naval War College. Door Trump en Kim zo tegenover elkaar te plaatsen worden zij als gelijkwaardig neergezet, precies zoals het regime in Pyongyang wil.

Hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Pusan Robert E. Kelly noemde de munt ,,walgelijk” en ,,on-Amerikaans”. Hij en meerdere andere analisten zetten vraagtekens bij het aanduiden van Kim als ‘opperste leider’, terwijl onder zijn bewind 100.000 mensen in strafkampen worden gedetineerd, mensenrechten met voeten worden getreden en Kim zijn halfbroer liet liquideren in Kuala Lumpur.

De traditie van gelegenheidsmunten begon in 2003 onder George W. Bush. Er zijn 250 munten gedrukt en de penningen worden later als souvenirs verkocht.

Een eerdere, ingekorte versie van dit stuk werd op 24 mei 2018 gepubliceerd in NRC Handelsblad

Hoe gevluchte Noord-Koreanen geld naar hun families sturen

Met een naar Noord-Korea gesmokkeld mobieltje kon Lee Seo Yeon twee missies ten uitvoer brengen: een emotionele en een financiële. Maar aanvankelijk vreesde ze een vergissing te hebben begaan.

Terwijl ze vanuit de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul aandachtig aan de hoorn zat gekluisterd herkende ze de stem aan de andere kant van de lijn niet. Ze had haar zus in het communistische Noorden gebeld, die ze in 1998 voor het laatst gesproken had. Dat jaar nam Lee afscheid van haar familie in het door hongersnood getroffen land en waadde door water van wel een meter hoog naar China.

De grens tussen China en Noord-Korea

De zus van Lee is maar iets ouder dan zij, maar de persoon aan de telefoon klonk als ‘een oudere dame’. Toch wist de krakende stem details op te noemen uit hun gedeelde jeugd. “Ze herinnerde zich het litteken op mijn heup dat ik opliep nadat ze me als kind uitdaagde om op het uiteinde van een eetstokje te gaan zitten”, zei Lee. “Ze wist nog de naam van mijn vriend die toentertijd naast ons woonde. We babbelden over koetjes en kalfjes tot ik in tranen uitbarstte.”

Toen Lee zeker wist dat ze met haar zus van doen had, nam een tussenpersoon aan de Noord-Koreaanse kant van de lijn de telefoon over. Lee maakte twee miljoen won (omgerekend 1500 euro) over naar een Zuid-Koreaanse bankrekening van iemand die met de intermediair in verbinding stond. De zus van Lee kreeg 70 procent van het geld, de overige 30 procent bracht de tussenpersoon in rekening als transactiekosten.

De mobiele telefoons en het netwerk van intermediairs binnen en buiten Noord-Korea stellen gevluchte familieleden in staat contact te onderhouden met hun dierbaren en geld naar hen over te maken. Terwijl het welvarende en hypermoderne Zuid-Korea lid is van de G20, bungelt het communistische Noorden op de wereldranglijst van BNP per hoofd van de bevolking in de onderste regionen, tussen Kenia en Zambia.

Het overmaken van geld blijft een riskant proces. Noord-Koreaanse burgers lopen het risico zwaar bestraft te worden als de autoriteiten de illegale transacties ontdekken. Zuid-Koreanen riskeren dat het overgemaakte geld niet aankomt en dat tussenpersonen met de noorderzon vertrekken. Maar velen wagen het erop, zeker wanneer ze bedenken hoe een paar honderd euro voor de gemiddelde Noord-Koreaan een geschenk uit de hemel kan zijn.

De Chinese mobieltjes zijn officieel verboden in Noord-Korea maar zijn, net als veel andere buitenlandse producten, goedkoop en eenvoudig verkrijgbaar. Sinds het begin van het millennium onderhouden veel vluchtelingen hiermee het contact met hun achtergebleven vrienden en familieleden.

Seoul

Uit een recente peiling onder vierhonderd personen blijkt dat ruwweg de helft van alle naar Zuid-Korea uitgeweken Noord-Koreanen geld overmaakt naar dierbaren in het buurland. Meestal wordt per jaar een bedrag van zo’n 400 tot 2400 euro de grens over gestuurd. Dat terwijl gevluchte Noord-Koreanen het in het Zuiden ook niet makkelijk hebben: gemiddeld bedraagt hun maandloon slechts de helft van dat van een Zuid-Koreaanse werknemer.

“Hoewel we hier maar weinig verdienen, kunnen we het ons veroorloven rijst bij iedere maaltijd te eten”, zegt de in Seoul woonachtige Choi Jung-hoon. “Als we geen nieuwe kleren aanschaffen, kunnen we geld opsparen om naar onze familieleden in het Noorden te sturen. Voor hen is dat heel veel geld.”

Het is niet altijd gemakkelijk om in contact te komen met familieleden in Noord-Korea. Lee betaalde eerder meerdere intermediairs 150 euro om alleen maar even met haar zus te kunnen bellen. In alle gevallen was ze haar geld kwijt, zonder resultaat.

Vaak maken de naar het Zuiden gevluchte Noord-Koreanen geld over naar een rekening van de tussenpersoon. Hij pakt 20 tot 30 procent van dit bedrag en geeft de rest aan een Chinese of Noord-Koreaanse handelaar, die het geld mee de grens over kan nemen en aan de families in Noord-Korea kan overhandigen.

Soms zijn meerdere intermediairs nodig voor een een transactie. Als een vluchteling geen contacten heeft in China moet hij vaak een andere Noord-Koreaanse migrant inschakelen. En als de familie in Noord-Korea ver van de grens met China af woont, wordt het vervoeren van geld nog lastiger. Mensen hebben in Noord-Korea speciale vergunningen nodig om van de ene stad naar de andere te reizen. Bovendien is de infrastructuur in het land in ernstig vervallen staat.

De Zuid-Koreaanse mensenrechtenactivist Ahn Kyung-su is positief over de transactiemethode. Volgens hem werden vluchtelingen in het begin nog regelmatig opgelicht, maar komt dit tegenwoordig nog zelden voor. De transacties zijn lucratieve handel voor de tussenpersonen, die hierdoor een eerlijke werkwijze hanteren om klanten aan zich te binden.

De grens tussen Noord- en Zuid-Korea

Het is niet bekend hoeveel Noord-Koreanen zijn gearresteerd bij de praktijk, die officieel verboden is in het communistische land. Maar volgens activisten weten veel Noord-Koreanen de dans te ontspringen door het geld dat zij uit Zuid-Korea ontvangen te gebruiken om de Noord-Koreaanse autoriteiten mee om te kopen.

Het geld kan levens redden. De centrale bank van Zuid-Korea schat dat een Noord-Koreaan gemiddeld zo’n duizend euro per jaar verdient. Het inkomen in het Zuiden ligt over het algemeen 43 keer hoger. In Noord-Korea is op veel plaatsen een tekort aan voedsel, kleding en andere basisproducten. Het geld uit Zuid-Korea helpt veel burgers in het economisch noodlijdende Noord-Korea het hoofd boven water te houden.

Lee wil eigenlijk meer doen voor haar familie dan alleen maar geld sturen. Voor zij in Zuid-Korea belandde, maakte ze heel wat mee. Ze werd in China in de kraag gevat en teruggestuurd naar haar vaderland, waar ze in een strafkamp belandde. Ze wist het kamp te ontvluchten en bereikte China opnieuw, waar ze in het huwelijk trad. Later maakte ze alsnog de oversteek naar Zuid-Korea, waar ze opnieuw trouwde.

“Ik mis mijn familie als ik niet aan het werk ben of me eenzaam voel”, zegt Lee. “Ik denk veel aan hen, vergeet ze dan weer, maar ze keren altijd weer in mijn gedachten terug.”

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 7 oktober 2014 op de website van het Nederlands Dagblad.