Voor De Groene Amsterdammer schreef ik een kort rubriekje (als onderdeel van ‘In de Wereld’) over de oplopende spanningen aan de grens tussen Noord- en Zuid-Korea – en over Kim Jong-un die zegt hereniging met Zuid-Korea niet meer te zien zitten.
Hij zou volgens sommige bronnen een hartoperatie hebben ondergaan, hersendood zijn of zelfs zijn overleden. Anderen meenden weer dat hij uit angst voor een coronabesmetting bij een van zijn lijfwachten in quarantaine zat. En terwijl een Noord-Koreaanse vluchteling die sinds kort in het Zuid-Koreaans parlementslid zit op vrijdagochtend 1 mei nog beweerde voor ‘99 procent zeker te weten’ dat de dood van Kim Jong-un dat weekend bekendgemaakt zou worden, dook de Noord-Koreaanse leider later die dag doodleuk op tijdens een bezoek aan een kunstmestfabriek. Hij oogde niet ongezonder dan normaal.
Hoe kan het dat drie weken afwezigheid van de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un het wereldnieuws beheerste? Wat zegt dit over onze fascinatie voor het “mysterieuze” Noord-Korea? Ik zocht het uit voor De Groene Amsterdammer: