Noord-Koreaan klaagt Nederlands bedrijf aan om uitbuiting in Polen

Een Noord-Koreaanse arbeider heeft een Nederlands scheepsbouwbedrijf aangeklaagd voor het profiteren van jarenlange zware, vrijwel geheel onbetaalde arbeid die de Noord-Koreaan moest verrichten op een Poolse werf. Volgens de arbeider, die werkdagen van 12 uur of langer moest maken onder onveilige omstandigheden, wist het Nederlandse bedrijf dat er Noord-Koreanen werden uitgebuit op de werf Crist S.A., maar bleef het daarmee zaken doen.

Advocatenkantoor Prakken d’Oliveira heeft maandag aangifte gedaan van ‘opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van een ander’, wat strafbaar is volgens Nederlandse mensenhandelwetgeving (artikel 273f, lid 1, sub 6).

Het OM heeft nog niet laten weten of het tot vervolging overgaat. Het kantoor wil niet zeggen tegen welk bedrijf de zaak is aangespannen. ,,We willen het Openbaar Ministerie niet voor de voeten lopen”, zegt advocaat Barbara van Straaten aan de telefoon.

Er zijn aanwijzingen dat het om Damen gaat. Op de scheepslijst van Crist is Damen Maaskant Shipyards Stellendam het enige Nederlandse bedrijf dat na 2003 materialen heeft afgenomen bij de werf. Een woordvoerder van het bedrijf zegt niet van een aangifte op de hoogte te zijn.

De Zuid-Hollandse onderneming nam voor het laatst in 2014 drie schepen af bij Crist. Damen gaf eerder toe in het verleden met Noord-Koreanen te hebben gewerkt, maar zegt hier inmiddels mee te zijn gestopt. Op andere Poolse werven verrichten Noord-Koreanen bouw- en herstelwerkzaamheden voor meer Nederlandse bedrijven.

Naar schatting 150.000 Noord-Koreaanse arbeiders werken in het buitenland, waar zij continu in de gaten gehouden worden door agenten van de Noord-Koreaanse staat. Het grootste deel van hen bevindt zich in China, Rusland en het Midden-Oosten. Bijna altijd moeten de arbeiders vrijwel hun gehele loon afstaan aan Pyongyang, dat de export van staatsburgers gebruikt om aan harde valuta te komen.

De arbeiders krijgen vaak geen pauze, nauwelijks verlof en moeten ook in het buitenland verplicht propaganda-onderricht volgen. VN-sancties dicteren dat uiterlijk in december 2019 alle Noord-Koreaanse arbeiders teruggestuurd moeten zijn naar hun thuisland.

Bedrijven kiezen vaak voor het inhuren van Noord-Koreanen omdat zij zo goedkoop zijn. ,,Veel goedkoper dan wanneer je je zou houden aan het arbeidsrecht dat in de EU is afgesproken”, zegt van Straaten. Dat de naam van de arbeider anoniem is gehouden, is geen overdreven voorzichtigheid. Noord-Koreanen die vluchten en uit de school klappen over misstanden die het regime van Kim Jong-un begaan, worden geregeld bedreigd en geïntimideerd. Vaak dreigt Pyongyang hun achtergebleven familieleden te straffen als ze niet zwijgen en terugkeren naar Noord-Korea.

Ook de Noord-Koreaanse arbeider blijft uit veiligheidsoverwegingen anoniem. Het is niet bekend waar hij momenteel verblijft en in welke jaren hij in Polen werkzaam was.

Op de werf van Crist werkten tientallen Noord-Koreanen. Prakken d’Oliveira wijst erop dat er eerder signalen waren dat er sprake was van dwangarbeid op de werf.

Prakken d’Oliveira beticht de scheepsbouwer niet van uitbuiting maar wel van het financieel profiteren daarvan – ook strafbaar. ,,Onze cliënt stelt op basis van wat hij daar heeft opgemerkt en hoe de boel georganiseerd was op de werf dat het bedrijf wist van de uitbuiting”, aldus Van Straaten. Ook wijst ze erop dat er eerder sterke signalen waren dat er sprake was van dwangarbeid bij Noord-Koreanen op de werf. “Als je dan niet laat uitzoeken wat er gebeurd is, heb je niet voldaan aan je onderzoeksplicht”, zegt Van Straaten.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 8 november in nrc.next en NRC Handelsblad.