Jihyun Park, verkiezingskandidaat in Engeland: ‘Noord-Korea is de hel. In het Verenigd Koninkrijk heb ik voor het eerst geluk ervaren’

Voor NRC interviewde ik de Noord-Koreaanse vluchteling, mensenrechtenactivist en aspirant-politicus Jihyun Park. Komende donderdag hoopt ze bij de regionale verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk gekozen te worden als ‘councillor’.

„We moesten vaak wel achttien uur per dag onder dwang werken in de landbouw, met weinig slaap en eten. We hadden niet eens schoenen!” vertelt Jihyun Park (56) over haar tijd in een Noord-Koreaans strafkamp. Daar belandde ze in 2004 nadat ze naar haar geboorteland was teruggestuurd vanuit China. „We werden toegeschreeuwd en geslagen. Ons leven was slechter dan dat van een dier.”

Precies twintig jaar later vertelt Park vanuit Bury, een voorstad van Manchester, over haar politieke campagne. Op 2 mei hoopt ze bij de regionale Britse verkiezingen gekozen te worden als ‘councillor’, een soort raadslid, voor de gemeente Bury East. Als dit haar lukt, wordt ze de eerste Noord-Koreaanse vluchteling die buiten Zuid-Korea tot een politiek ambt is verkozen. Ze is kandidaat namens de Conservatieve Partij, waarvan ze in 2017 lid werd na het Brexit-referendum.

„Noord-Korea is echt de hel. Er is daar een culturele genocide gaande: alle échte informatie en taal moeten wijken voor hun propaganda, alle menselijke taal wordt gesmoord ten koste van de politieke taal van het regime”, zegt Park ernstig. „Na zestien jaar in het Verenigd Koninkrijk kan ik wel zeggen dat het hier de hemel is. Hier kan ik voor het eerst vrij spreken. Hier heb ik voor het eerst echt geluk ervaren.”

Het kostte Jihyun Park tien jaar om van Noord-Korea naar het Verenigd Koninkrijk te komen. In 1998 stak ze met een aantal familieleden de grens over naar China. Kort ervoor was haar oom in Parks bijzijn aan de honger gestorven. In de jaren negentig kostte een hongersnood het leven aan honderdduizenden Noord-Koreanen, sommige schattingen gaan zelfs uit van meer dan een miljoen doden.

„Vrijheid speelde toen geen enkele rol in onze vlucht”, zei Park. „We wisten niets over vrijheid, ook niets over China trouwens. Dat was zogenaamd ook een communistisch land, maar het was totaal anders. Mensen aten rijst, eieren en varkensvlees op normale dagen.” In Noord-Korea zouden dat ongekende luxes zijn. „Aan de andere kant van de grens stierven mensen van de honger.”

Mensensmokkelaar

De vreugde was voor korte duur. Park werd door een mensensmokkelaar als bruid verkocht aan een Chinese man, een praktijk die veel voorkomt in China. In veel regio’s is een tekort aan vrouwen, vanwege de eenkindpolitiek die decennialang zorgde voor een voorkeur voor de geboorte van jongetjes. „Mensen die andere mensen verkopen, ik kan nog steeds woest worden van het idee alleen al”, zegt Park met vuur in haar stem.

Voor haar was het niet alleen een idee. Vijf jaar lang was ze het eigendom van een Chinese man, die niet alleen losse handjes had, maar ook weigerde te werken en een gok- en drankprobleem had. De moeder van de man had zelfs het lef om bij Park in te wrijven dat ze „zo veel geld had gekost”, waardoor ze ook nog onbetaald aan het werk werd gezet. De man had seks met Park wanneer hij daar zin in had, zijzelf had daar niets over te zeggen. In 1999 werd haar zoontje Chol geboren.

„Toen mijn zoon geboren werd, kreeg hij geen identiteitsbewijs, hij was staatloos”, vertelt Park. Zoals Chol zijn er veel kinderen in China. „Het is ook een duistere communistische plek. Ze werken samen met Noord-Korea en sturen mensen terug daarheen, naar de hel.”

Dat laatste overkwam Park ook. Ze werd opgepakt in China en zonder haar zoon teruggestuurd naar Noord-Korea. Ze verrichte een paar maanden dwangarbeid, maar werd het strafkamp uitgezet toen ze gangreen in haar been ontwikkelde – mogelijk vanwege de zware arbeid op het land op blote voeten. De kampleiders wilden niet nog een dode ingezetene op hun naam hebben, dus ze werd vrijgelaten. Er werd haar op sardonische wijze te kennen gegeven dat ze buiten de kampmuren alsnog snel zou sterven.

Haar gangreen bleek haar redding. Park herstelde met de hulp van een dorpsarts en vluchtte opnieuw de grens over. Daar wist ze haar zoon te vinden. „Hij was zo smerig, als een zwerfkind”, herinnert ze zich. Ze probeerde de grens met Mongolië over te steken met een groep andere vluchtelingen, maar raakte verdwaald in de Gobi-woestijn en moest terugkeren. Iets moois hield ze wel aan de hachelijke reis over: „Daar heb ik mijn latere echtgenoot Kwanghyun ontmoet.” Ze wonen nu samen in Bury met hun drie kinderen. In 2022 publiceerde ze een boek over haar vlucht: The Hard Road Out. One Woman’s Escape from North Korea.

Bevoorrecht

Terug in China ontmoetten de twee een Koreaans-Amerikaanse dominee, die hen via de Verenigde Naties („had ik nog nooit van gehoord”) de kans bood naar een ander land te vluchten.

De meeste Noord-Koreanen vluchten naar Zuid-Korea, maar Park kiest voor Engeland. „Ik dacht: mochten we teruggestuurd worden naar Noord-Korea, is de kans op zware straffen lager dan als we naar de Verenigde Staten of Zuid-Korea waren gevlucht”, zegt ze, al is ze sindsdien teruggekomen op die inschatting. „Ik denk dat we hoe dan ook zwaar gestraft waren.”

Herhaaldelijk merkt Park op hoe goed ze het heeft in het Verenigd Koninkrijk, maar dat ging niet vanzelf. Toen Park in 2008 in het land arriveerde, sprak ze geen woord Engels. Sterker nog, ze wist niet eens wat het Verenigd Koninkrijk of Groot-Brittannië betekende.

De taal leren was de eerste jaren het grootste obstakel. „Maar we zagen dat onze buren en winkelpersoneel heel vriendelijk en beleefd tegen ons waren, ons altijd begroetten”, zei Park, wat onvergelijkbaar was met Noord-Korea of China. „Daarom bleven we positief en gaven we niet op.”

Inmiddels werkt ze fulltime als mensenrechtenactivist voor Noord-Korea. Ook hielp ze de afgelopen tien jaar andere Noord-Koreanen met de Engelse taal en de integratie in de Britse samenleving. Er leven naar schatting zeshonderd Noord-Koreaanse vluchtelingen in het Verenigd Koninkrijk, hun kinderen meegeteld. In 2014 was ze een van de getuigen voor de Onderzoekscommissie van de Verenigde Naties die systematische mensenrechtenschendingen in Noord-Korea onderzocht. Dat rapport vestigde destijds wereldwijd de aandacht op de grootschalige Noord-Koreaanse mensenrechtenschendingen, die zó ernstig zijn dat ze volgens Amnesty International ,,een categorie op zichzelf” vormen.

,,We zijn nu tien jaar verder en het is tijd voor een nieuw rapport”, vindt Park. Ze wil dat er meer aandacht komt voor Noord-Koreanen die als dwangarbeiders naar het buitenland worden gestuurd. ,,Dat is ook moderne slavernij”, zo noemt ze een van de thema’s die haar het meest aan het hart gaan. Ook noemt ze kinderarbeid. ,,Vanaf hun negende worden kinderen in Noord-Korea na schooltijd op allerlei plekken aan het werk gezet”, aldus Park. Ze merkt verder op dat de dienstplicht voor jongens in Noord-Korea begint vanaf hun zeventiende. ,,Dat zijn dus eigenlijk kindsoldaten.”

Met name de verkoop van Noord-Koreaanse vrouwen en meisjes in China verdient wat Park betreft veel meer aandacht. ,,Wat ik 25 jaar geleden heb meegemaakt, is nog steeds gaande en overkomt tal van vrouwen en meisjes”, zegt ze. ,,Veel mensen in het Westen weten hier niets over, daarom blijf ik mij uitspreken.”

Met haar activisme hoopt Park vooral de levens van de circa 25 miljoen Noord-Koreanen te verbeteren die niet Kim Jong-un heten. „Het leven daar is nooit verbeterd voor de burgers”, zegt ze. „Ik identificeer me nog steeds als Koreaan. Een deel van mij is nog daar, een ander deel hier in het vrije Westen.” Ze hoopt nog mee te maken dat Kim Jong-un en zijn regime zich moeten verantwoorden voor het Internationaal Strafhof in Den Haag.

Ze richt zich echter ook nadrukkelijk op burgers in westerse democratieën. „De vrijheid die we hier hebben is niet vanzelfsprekend, die moet je beschermen”, zegt ze. „Als mensen niet eens gaan stemmen, denk ik wel eens: weet je wel hoe bevoorrecht je bent om überhaupt te mogen stemmen?”

Een vrouwelijke premier

Jihyun Park werd in 2017 lid van de Conservatieve Partij, uit bewondering voor Theresa May. „Een vrouwelijke premier, dat vond ik bijzonder”, vertelt ze. „Ik steun ook de conservatieve normen en waarden en zet me daar graag voor in.” Kritiek heeft ze uiteraard ook gehad. Mensen zeiden zelfs dat ze niet snapten dat ze als vluchteling uit een dictatuur lid werd van een ‘autoritaire’ partij.

„Als ik dat hoor, leg ik even haarfijn uit wat leven onder totalitarisme écht inhoudt”, aldus Park. „De Conservatieve Partij, maar ook andere partijen, zetten zich allemaal in voor de Britse burgers, voor de mensen. Dat bestaat in Noord-Korea helemaal niet: daar denkt de overheid alleen maar aan de familie Kim.”

Ook op de Brexit is ze trots, ze steunt die nog steeds. ,,Het is niet echt te vergelijken, maar het deed me denken aan hoe in Noord-Korea je zelf niet bepaalt wat je in je huis doet”, zegt ze daarover. Dat het economisch negatieve gevolgen heeft voor het Verenigd Koninkrijk is voor haar niet het belangrijkste. ,,Het gaat om vrijheid – en vrijheid is niet gratis en niet eenvoudig. Dat komt ook met verantwoordelijkheid”, zegt Park ferm. ,,Ik ben trots dat we de Europese Unie hebben verlaten.”

Na haar lidmaatschap had ze niet meteen het idee om zich verkiesbaar te stellen. ,,Ik ben hier als asielzoeker gekomen, ik wist niet of dat zou worden geaccepteerd”, zegt Park. ,,Vaak hebben mensen het over discriminatie, maar ik ervoer alleen maar steun.” Ze noemt het Noord-Koreaanse songbun-systeem, dat burgers in bepaalde kasten indeelt op basis van hun vermeende loyaliteit. ,,Dat bepaalt daar al je kansen, maar hier in het Verenigd Koninkrijk maakt je achtergrond niet uit.”

De coronapandemie, die hard toesloeg in het Verenigd Koninkrijk, wakkerde haar burgerzin aan. „Mensen zaten eenzaam thuis, terwijl hun familieleden stierven”, herinnert ze zich. „Ik weet nog hoe in de jaren negentig veel mensen in Noord-Korea omkwamen tijdens de hongersnood. Dat is misschien niet hetzelfde, maar met dat gevoel wilde ik me alsnog inzetten.” Ze verzamelde mondkapjes voor verpleeghuizen en wijkbewoners. „De mensen hier hebben me zo geholpen, ik wil wat terugdoen”, zegt Park. „Dat is ook waarom ik de politiek in ben gegaan.”

In 2021 deed ze voor het eerst een gooi naar een positie als raadslid, de twee jaren erop probeerde ze het opnieuw. „Ik ben drie keer niet gekozen, maar ik heb geen spijt”, lacht Park. „Voor mij voelde het als een overwinning om steeds weer mee te doen. Iedere keer leerde ik nieuwe vaardigheden.” De gemeente Bury East stemt traditioneel met een flinke meerderheid voor de Labour-partij.

Vuilnis

Een duidelijk programma heeft ze niet. „Ik zie de functie van raadslid als een soort lokale leider in mijn omgeving”, legt Park uit. Daarom luistert ze vooral naar wat de wensen en klachten van haar buurtgenoten zijn, om op basis daarvan aan de slag te gaan. „Er zijn hier veel scholen, dus ik wil kijken naar het onderwijs in de regio”, zegt ze. Op veel plekken schijnt het vuilnis niet altijd te worden opgehaald. „En je weet: Britten zijn er gek op om ieder weekend in parken en de natuur door te brengen.” Daarom verzet ze zich tegen plannen om appartementen te bouwen in een groengebied. „Ik snap dat woningen nodig zijn, maar daarmee ontnemen we mensen hun mooie momenten.”

Bijzonder vindt ze het ook de vierde keer nog steeds. „Ik ben geboren in Noord-Korea en leefde jarenlang in China, daar interesseert het niemand wat ik denk of vind. Hier in het Verenigd Koninkrijk kan ik me verkiesbaar stellen en wensen mensen me geluk op straat.”

Parks oudste zoon Chol is inmiddels 25, haar jongste is elf. Ze steunen haar politieke ambities allebei. „In dit land wordt de politiek geplaagd door veel schandalen”, zegt Park. „Ik heb mijn kinderen gezegd dat ik niet op zoek ben naar geld of rijkdom. Het gaat mij om jullie vrijheid, jullie toekomst en die van jullie kinderen. Die wil ik helpen beter te maken.”

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 30 april in NRC.

Seoul dwong vissers terug te keren naar Noord-Korea

Het gebeurt vrijwel nooit in Zuid-Korea: het terugsturen van Noord-Koreaanse vluchtelingen tegen hun wil naar hun thuisland. Nieuws over en beelden van de deportatie van twee vissers in 2019 domineren al dagen het Zuid-Koreaanse nieuws. ,,De [vorige] regering heeft deze twee vissers de dood in gestuurd terwijl ze hen conform de wetgeving in Zuid-Korea had moeten opnemen”, zei een woordvoerder van president Yoon Suk-yeol zondag.

De twee mannen maakten in november 2019 de oversteek naar Zuid-Korea via een bootje langs de oostkust. Daar werden ze aangehouden en ondervraagd. Uit verhoor zou zijn gebleken dat er een sterk vermoeden was dat het duo de overige zestien leden van hun bemanning op brute wijze met een hakbijl en hamer om het leven hadden gebracht – en vervolgens de wijk naar het zuiden hadden genomen. Zulke schurken hoeven we hier niet, dacht de regering van Moon Jae-in, die van 2017 tot afgelopen mei regeerde. Het tweetal werd een week na hun aankomst teruggestuurd naar Noord-Korea.

Het Zuid-Koreaanse ministerie van Eenwording deelde maandag voor het eerstvideobeelden van de hardhandige overdracht van de vissers over de grens tussen Noord- en Zuid-Korea, nadat enkele dagen eerder al foto’s werden gepubliceerd. Er is duidelijk te zien dat een van de mannen zich verzet tegen de deportatie. Sindsdien wordt via de media een discussie tussen Chung Eui-yong, nationaal veiligheidsadviseur van de vorige regering-Moon, en vertegenwoordigers van de kersverse president Yoon.

Laatstgenoemden beweren dat het terugsturen van de mannen in strijd is met de Zuid-Koreaanse Grondwet. Die stelt namelijk dat alle burgers van Noord-Korea recht hebben op een Zuid-Koreaans paspoort als ze dat land of een Zuid-Koreaanse ambassade elders weten te bereiken. Alleen Noord-Koreanen die expliciet aangeven terug te willen naar hun land van herkomst, omdat hun bootje bijvoorbeeld per ongeluk aan de weerszijde van de grens is beland, mogen worden teruggestuurd. Dat gold niet voor de twee vissers, die hadden aangegeven een verblijfsvergunning te willen aanvragen.

Onzin, beweert Chung. ,,Dit zijn geen personen die één of twee mensen hebben vermoord. Dit zijn notoire, verschrikkelijke moordenaars”, aldus de voormalige veiligheidsadviseur in een verklaring. Hij betwist dat de twee volgens de Grondwet asiel moet worden verleend. ,,Onze nationale wetgeving stipuleert dat criminelen die niet-politieke en ernstige misdrijven hebben gepleegd, zoals moord, dienen te worden uitgezet”. Zij zouden door de massamoord geen recht hebben op een vluchtelingenstatus.

Daarop sloeg de huidige perswoordvoerder weer terug. ,,Het is een serieus probleem om de Noord-Koreaanse vissers tot ‘verschrikkelijke moordenaars’ te bestempelen zonder een gedegen onderzoek. De overheid had dit in lijn met onze wet grondig moeten onderzoeken en dan pas met een conclusie komen”. Dat de twee binnen een week werden teruggestuurd, zou bewijzen dat van een diepgravend onderzoek geen sprake is geweest. Ook zijn ze niet aangeklaagd of veroordeeld voor ze werden uitgezet.

Ook heersen er twijfels over of de vissers wel echt wilden overlopen naar Zuid-Korea. Volgens Chung zei het tweetal hier niets over tot op het laatste moment en wilden ze enkel straf voor de massamoord ontlopen, maar Choi stelt dat er handgeschreven brieven zijn waarin de mannen hun wens uitdrukten om in Zuid-Korea te blijven.

De regering van Moon Jae-in ondernam jarenlang verwoede toenaderingspogingen tot Noord-Korea in de hoop het regime van Kim Jong-un tot een vreedzamer beleid en nucleaire ontwapening te bewegen. Het leverde indrukwekkende beelden op, van Kim en Moon die hand in hand over de grens stapten en samen boompjes plantten. Maar concreet veranderde er niets: Pyongyang behield haar kernwapens, trok zich terug uit de gesprekken, blies en inter-Koreaans verbindingskantoor op en testte afgelopen halfjaar een recordaantal raketten. Moons regering kreeg veel kritiek te verduren: het zou de mensenrechtensituatie in het Noorden negeren om de goede vrede met Kim te bewaren, ngo’s die zich voor Noord-Koreanen inzetten kregen te maken met weerstand vanuit de overheid en andere belangrijke politieke problemen werden genegeerd omdat Moon steeds met de noorderbuur bezig was.

Dat Seoul de Noord-Koreanen zou hebben teruggestuurd op verzoek van Pyongyang werd door Chung met klem ontkend. ,,Het was de Zuid-Koreaanse overheid die het Noorden vroeg om de twee mannen terug te nemen”. De regering van Yoon opent een onderzoek naar de uitzetting, waarbij vervolging van voormalige ambtenaren niet is uitgesloten.

Human Rights Watch veroordeelde de reputatie en stelde dat Moon ,,zo wanhopig was om de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un tevreden te stellen” dat hij ,,schaamteloos basale principes van mensenrechten en medemenselijkheid aan zijn laars lapte”. Suzanne Scholte van de North Korea Freedom Coalition zei ,,fysiek onwel” te zijn geworden van de beelden. Ze zei dat de uitzetting neerkomt op ,,medeplichtig zijn aan moord”. De kans is groot dat de vissers in Noord-Korea de doodstraf krijgen of veroordeeld worden tot een strafkamp.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 19 juli in NRC.

Noord-Koreaanse vluchteling opgepakt die naar thuisland probeerde te reizen

Een Noord-Koreaanse vluchteling die vanuit Zuid-Korea terug probeerde te keren naar zijn land van herkomst is gearresteerd. Dat heeft de Zuid-Koreaanse politie zondag laten weten. In juli reisde een Noord-Koreaanse vluchteling nog succesvol terug naar Noord-Korea.

De man die afgelopen week werd gearresteerd vluchtte in 2018 naar Zuid-Korea. Hij probeerde donderdag stiekem een militair oefengebied van een tankdivisie binnen te glippen bij het grensdorp Cheorwon, ten noordoosten van Seoul, om vandaaruit door te reizen naar Noord-Korea. Bij de poging werd hij gesnapt en opgepakt. De politie onderzoekt nu waarom hij naar Noord-Korea probeerde te gaan. Volgens de Zuid-Koreaanse Nationale Veiligheidswet is het illegaal om naar Noord-Korea te reizen zonder toestemming.

De verdachte, door de politie aangemerkt als ‘meneer A’, is een dertiger die op het moment van zijn vluchtpoging op donderdagochtend vier mobiele telefoons en een snijmachine bij zich had. Verder is niets over de man bekendgemaakt, behalve dat hij woonachtig was in Seoul.

Eerder Noord-Koreaan teruggekeerd

In juli reisde een 24-jarige Noord-Koreaanse vluchteling terug naar zijn geboorteland. Hij wist door te dringen tot een militair terrein en kroop via een rioolbuis naar de Han-rivier, die hij overzwom naar het Noord-Koreaanse vasteland. Eenmaal aangekomen reisde hij door naar de Noord-Koreaanse stad Kaesong, waar hij ontdekt werd. Er is een onderzoek ingesteld naar de Zuid-Koreaanse grenswachten die gestationeerd waren in het gebied.

De Noord-Koreaanse autoriteiten suggereerden in omfloerste bewoordingen dat de man mogelijk het coronavirus onder de leden had, waarna Kaesong in lockdown werd geplaatst. Sindsdien is niets meer van de man vernomen. Hoewel nooit is bevestigd dat hij inderdaad Covid-19 had, heeft Pyongyang sindsdien de veel gedane bewering dat het land coronavrij zou zijn niet meer geuit.

De afgelopen vijf jaar zijn volgens het Zuid-Koreaanse ministerie van Eenwording zeker elf Noord-Koreaanse vluchtelingen teruggekeerd naar hun land van herkomst. Er wonen meer dan 30.000 Noord-Koreaanse migranten in Zuid-Korea.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 20 september 2020 op de website van NRC.

Kijken: deze Noord-Koreaanse man vluchtte 10.000 kilometer – op krukken

Nadat hij in Noord-Korea zijn hand en een deel van zijn been was verloren, besloot Ji Seong-ho naar Zuid-Korea te vluchten. Dat was niet makkelijk: hij moest 10.000 kilometer ongezien van de Noord-Koreaanse grens door China naar Thailand zien te komen – op krukken. Maar het lukte hem en hij vertelde onlangs in Oslo hoe en waarom hij het communistische land ontvluchtte.

Bekijk hier de emotionele toespraak die Ji gaf op het Oslo Freedom Forum (n.b. zet eerst de ondertitels aan door op het tandwiel rechts onderin te klikken en bij ondertiteling ‘Engels’ te selecteren):

“Kimfamilie misleidt Noord-Koreaanse volk”

In een bewogen en geëmotioneerd betoog, waarin Ji het niet droog houdt, vertelt Ji waarom hij zich gedwongen zag om te vluchten. Zijn familie leed ernstig onder de hongersnood in de jaren negentig, die aan honderdduizenden Noord-Koreanen het leven kostte. Ji zag op school steeds meer bankjes leeg worden en zag in 1995 zijn oma voor zijn ogen sterven. Ji:

“De afgelopen zeven decennia heeft de Kimfamilie het Noord-Koreaanse volk misleid. Zelfs toen mijn klasgenoten stierven van de honger, bleef mijn leraar beweren dat ons gelukkige socialistische systeem het beste ter wereld was.

Toen hij kolen probeerde te stelen uit een trein, viel Ji flauw omdat hij al dagen niet gegeten had. Toen hij weer bijkwam, zag hij dat de trein over zijn linkerbeen en vingers was gereden. In het ziekenhuis zaagt een arts zonder verdoving een deel van Ji’s been af, waarna hij zonder medicijnen naar huis werd gestuurd.

Ji ligt hele dagen op bed en is van zijn broer en zus afhankelijk om hem eten te brengen. Deze geven hem meer dan zij kunnen missen, waardoor zij (net als een vijfde van alle Noord-Koreaanse kinderen vandaag de dag) een groeiachterstand oplopen. Tot op de dag van vandaag voelt Ji een gemengd gevoel van schuld en dankbaarheid.

“De honden in China eten beter dan mijn familie in Noord-Korea”

Later besluit Ji om de grens naar China over te steken om eten voor zijn familie te halen. Het lukt hem om op krukken het buurland te bereiken. Daar valt hem op dat “de honden in China nog beter te eten krijgen dan mijn familie in Noord-Korea”, zo verzucht Ji.

Maar Ji weet een paar kilo rijst buit te maken en vertrekt vol goede moed terug naar zijn thuisland. Daar wordt hij direct gearresteerd omdat hij met zijn tocht “de waardigheid van de Grote Leider zou hebben beledigd”. Hij wordt gefolterd en zijn eten wordt hem ontnomen. Een verslagen Ji beseft zich dat er geen toekomst voor hem in Noord-Korea is en besluit te vluchten.

Ji

10.000 kilometer op krukken

Samen met zijn broer weet Ji de Tumenrivier over te steken die Noord-Korea van China scheidt. Dan begint de echte monsterklus. Omdat China Noord-Koreaanse vluchtelingen terugstuurt, moet het tweetal ongezien het land door zien te reizen naar Thailand. Via een ondergronds netwerk bereiken ze uiteindelijk via Birma en Laos de Thaise hoofdstad Bangkok, waar ze op het vliegtuig naar hun nieuwe thuisland worden gezet: Zuid-Korea

In Seoul komen Ji’s dromen uit. Niet alleen ontvangt hij een prothese voor zijn been en arm, wat hij altijd al had gewild. Ook gaat een lang gekoesterde wens van Ji en van zijn vader in vervulling: hij behaalt een universitair diploma.

Maar Ji is nog niet uitgedroomd. In Zuid-Korea heeft hij de organisatie Nu, Actie en Eenheid voor Mensenrechten in het leven geroepen. Hij heeft hiermee naar eigen zeggen al meer dan honderd Noord-Koreanen gered. Maar daarnaast helpt hij ook de mensen die in Noord-Korea achterblijven:

“Het is zeer belangrijk voor ons om te praten over wat er in Noord-Korea gebeurt, maar het is nog belangrijker om Noord-Koreanen te vertellen wat er in de buitenwereld gebeurt. Met informatie van buitenaf die Noord-Koreanen via de radio en de zwarte markt bereiken is het land aan het veranderen.

Meer speeches van gevluchte Noord-Koreanen

Ji is niet de eerste die voor de camera vertelt over het miserabele leven in Noord-Korea en over zijn ontsnappingspoging. Hier nog enkele video’s van lotgenoten, waarvan die van Yeonmi Park de bekendste is:

https://www.youtube.com/watch?v=Ei-gGvLWOZI

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 30 mei 2015 op nrc.nl.