Gouverneur van Noord-Koreaanse provincie: ‘Waarom zou ik naar die nare plek terug willen?’

Voor NRC interviewde ik Ji Seong-ho, die behalve een bekende Noord-Koreaanse vluchteling ook de gouverneur is van de Noord-Koreaanse provincie Noord-Hamgyong. Die bestuurt hij vanuit een kantoor in Zuid-Korea. Hoe dat kan, lees je hieronder in het interview dat ik met hem afnam in Seoul:

Foto geplaatst met toestemming van kantoor van Ji Seong-ho

Ji Seong-ho kan iets zeggen dat geen van zijn collega’s hem nadoet. Hij is namelijk in de regio geweest waarvan hij gouverneur is. Maar liefst 24 jaar woonde hij in de provincie Noord-Hamgyong.

Noord-Hamgyong ligt echter niet in Zuid-Korea, waar de 43-jarige Ji deze woensdagmiddag vanuit een diepe fauteuil zijn verhaal doet, maar in het noordoosten van Noord-Korea. Hij groeide op als zoon van een mijnwerker die gerespecteerd partijlid was, maar leed alsnog flink onder de hongersnood van de jaren negentig. In 2006 vluchtte hij via China naar Zuid-Korea, waar hij sindsdien woont en staatsburger is.

Hoe hij dan toch gouverneur is van Noord-Hamgyong? In 1945 werd Korea, dat een millennium lang als één land had bestaan, door de geallieerden opgedeeld in een noordelijk, communistisch en een zuidelijk, kapitalistisch deel. Deze situatie had maximaal vijf jaar moeten duren, maar is tachtig jaar later nog steeds een feit. Noord- en Zuid-Korea staan niet alleen nog altijd op zeer gespannen voet met elkaar, ze hebben elkaar formeel nooit erkend als wettige overheid. Hierdoor claimt Seoul tot op de dag van vandaag zeggenschap over het gehele Koreaanse schiereiland.

In 1949 richtte de toenmalige Zuid-Koreaanse overheid de ‘Commissie voor de Vijf Noordelijke Provincies’ op. Die stelt gouverneurs aan voor de vijf regio’s die Noord-Korea destijds kende (inmiddels zijn het er negen), van wie de functies zijn vastgelegd in artikel 3 van de Zuid-Koreaanse grondwet. Deze ambtsdragers ontvangen een riant salaris en een auto met chauffeur, net als gouverneurs van Zuid-Koreaanse provincies.

Ji heeft deze middag maximaal een uur de tijd, dus hij heeft blijkbaar taken die hij moet uitvoeren. Wat doet een gouverneur van een onbereikbare provincie dan?

„Elke dag kom ik naar kantoor en krijg ik eerst updates over mijn regio en lees ik nieuws daarover. Ik houd contact met burgers die na 1945 uit Noord-Hamgyong naar Zuid-Korea zijn gekomen”, legt Ji uit. „Verder draag ik bij aan het voorbereiden van de Koreaanse hereniging, het uitoefenen van druk [op Pyongyang] om het kernwapenprogramma te ontmantelen en humanitaire zaken.” Achter hem hangt een fors schilderij met daarop de Paektu, de hoogste en belangrijkste berg van Noord-Korea.

De omvang van het vijf verdiepingen tellende gebouw waarin de Commissie gehuisvest is, doet niet vermoeden dat het hier om een relatief kleine organisatie gaat. In totaal werken er volgens Ji slechts 46 medewerkers. In de hal klinkt uit de verte stemmig gezang.

Dat kan kloppen, legt Ji uit. „De Commissie biedt ook ruimte aan het beoefenen en in ere houden van cultureel erfgoed uit de noordelijke provincies”, waarbij het vooral gaat om regionale cultuur van vóór 1945 – die onder het Kim-regime wordt onderdrukt. Volgens Ji oefenen er koren, dansgroepen en andere muzikale gezelschappen. Ook houden christelijke organisaties er gebedsbijeenkomsten.

Hongersnood

Ji is de jongste gouverneur die Zuid-Korea ooit gehad heeft en de tweede Noord-Koreaanse vluchteling, nadat de in Pyongyang geboren Cho Myung-chul de functie eerder bekleedde. Ondanks zijn leeftijd heeft Ji toch de meeste ervaring met Noord-Korea van al zijn collega-gouverneurs. „Mijn leven in Noord-Korea is ontzettend gewelddadig en hard geweest, met mishandelingen en andere mensenrechtenschendingen”, zegt Ji.

Tijdens de hongersnood in de jaren negentig, die meer dan een miljoen Noord-Koreanen het leven kostte, zocht Ji op dertienjarige leeftijd naar kolen tussen de treinrails. Hij viel flauw van de honger en toen hij wakker werd, was hij overreden door een trein. Hij verloor een been en drie vingers, maar bij een operatie zonder verdoving amputeerden artsen zijn hele hand. Zijn vader moest antibiotica en pijnstillers kopen op de zwarte markt terwijl Ji herstelde.

Foto geplaatst met toestemming van kantoor van Ji Seong-ho

Toen Ji later net over de Chinese grens voedsel zocht, werd hij bij terugkeer door de Noord-Koreaanse autoriteiten mishandeld en gefolterd. Hierna besloot hij het land te ontvluchten, waarvoor hij duizenden kilometers op krukken moest lopen tot hij via China en Laos Thailand bereikte. Daar meldde hij zich bij de Zuid-Koreaanse ambassade, die hem hielp aan een vlucht naar en goede start in Zuid-Korea. Ji’s vader probeerde Noord-Korea later op dezelfde manier te ontvluchten, maar werd betrapt. Hij stierf in een van de beruchte Noord-Koreaanse strafkampen.

„In Noord-Korea droomde ik van vrijheid en nu heb ik dat”, vertelt de gouverneur tevreden. „Ik ben blij dat mijn leven daar, hoe verschrikkelijk ook, nu als inspiratie kan dienen voor gouverneurs en voor andere Zuid-Koreanen.” Omdat hij exact weet hoe het leven in Noord-Korea werkt, voelt en smaakt kan Ji andere gouverneurs goed informeren over hoe zij bepaalde thema’s, plannen of gesprekken aanpakken. „Ik weet hoe het regime denkt, maar ook hoe gewone Noord-Koreanen denken.”

Donald Trump

Voor hij gouverneur werd, was Ji achtereenvolgens mensenrechtenactivist en parlementslid namens de conservatieve People Power Party (PPP), waarbij hij zich inzette voor beleid gericht op Noord-Koreaanse vluchtelingen. Toen hij in 2024 na één termijn niet herkozen werd, ging Ji in hetzelfde jaar aan de slag als gouverneur van Noord-Hamgyong. Hij geeft geregeld interviews over zijn leven in en vlucht uit Noord-Korea. In 2018 was hij te gast bij de State of the Union van de Amerikaanse president Donald Trump, die hem als voorbeeld gebruikte van hoe wreed het regime van Kim Jong-un was. Later dat jaar zouden Kim en Trump elkaar juist ontmoeten en goede vrienden worden. Dit tot teleurstelling van Ji, die Trumps eerdere aandacht voor Noord-Koreaanse mensenrechtenschendingen in rook zag opgaan.

Iemand die zich vanuit Zuid-Korea fulltime bezighoudt met het bevorderen van vrede met en toenadering tot Noord-Korea kan snel cynisch en gedesillusioneerd worden, maar daar heeft Ji geen last van. „Veel Noord-Koreanen hebben de afgelopen jaren gesmokkelde Zuid-Koreaanse films en series gekeken, maar ook informatie van Radio Free Asia en Voice of America gekregen”, zegt Ji. „Zij weten dat het leven in Zuid-Korea veel beter is, sommigen ontvangen zelfs geld en informatie van gevluchte familieleden. Ik ben ervan overtuigd dat een meerderheid van de Noord-Koreanen wil herenigen met Zuid-Korea en onder een liberale democratie wil leven, in plaats van onder een dictatuur zoals nu.”

Begin vorig jaar zei Kim Jong-un dat hij niet langer naar hereniging streeft en Zuid-Korea voortaan ziet als „vijand nummer één”. Direct hierop schrapte de dictator alle referenties aan hereniging en versterkte militaire posities langs de grens met Zuid-Korea. Noord-Koreaanse staatsmedia hebben de gouverneurs in het verleden omschreven met een Koreaanse term die zowel ‘prullaria’ als ‘dwaas’ betekent.

Het brengt Ji niet van zijn optimisme af. „De wil van het Noord-Koreaanse volk is het belangrijkst en dat volk wil hereniging, die wil kun je uiteindelijk niet tegenhouden”, zegt hij overtuigd.

Nachtmerries

Zelfs als het klopt dat het Noord-Koreaanse volk snakt naar vrijheid, democratie en hereniging met Zuid-Korea kunnen Ji en zijn collega’s niet met hen spreken. Als ze al met iemand in contact kunnen komen, zijn dat leden van het Kim-regime. Maar zelfs daarmee is Ji niet belast: onderhandelingen met Pyongyang vallen onder het ministerie van Eenwording, dat losstaat van de Commissie.

Toch weigert Ji zijn functie als puur symbolisch te beschouwen. „We zijn met deze belangrijke thema’s bezig voor omgerekend 8,8 miljoen mensen. 60 procent van de Noord-Koreaanse vluchtelingen komt uit Noord-Hamgyong, waarin ook een strafkamp en de locatie voor kernproeven liggen. Vóór hen én met hen doe ik dit.” Mocht Korea op miraculeuze wijze morgen herenigd zijn, is het de bedoeling dat Ji en zijn collega’s direct naar het noorden reizen en het gezag gaan voeren in hun regio’s.

Foto geplaatst met toestemming van kantoor van Ji Seong-ho

Ji Seong-ho mag dan gouverneur zijn van Noord-Hamgyong, maar hij wil de regio niet bezoeken. „Ik heb daar zoveel pijn en ellende ervaren en heb sinds ik er weg ben juist veel liefde mogen ontvangen van Zuid-Koreaanse burgers, dus waarom zou ik naar die nare plek terug willen?”

Toch verwacht hij er in de toekomst weer te zijn. „Als gouverneur van Noord-Hamgyong maakt het niet uit of ik terug wil, ik moet terug. Ik wil een omgeving creëren waarin Noord-Koreaanse burgers vrij kunnen leven, om liberale democratie naar het Noorden te brengen. Dat wordt mijn bijdrage aan de gemeenschap. Mijn geboortedorp roept nachtmerries bij me op die ik nooit wil herbeleven. Maar teruggaan zal ik.”

Een eerdere versie van dit interview werd op 30 juni 2025 gepubliceerd op de website van NRC.

Interview met Eric Foley

Ik sprak in Seoul met dominee Eric Foley, die al 25 jaar lang bijbels naar Noord-Korea stuurt, waar het bezit ervan en het openlijk belijden van het christelijk geloof streng worden vervolgd. Dit maakt hem niet pessimistisch. Integendeel. „Meer Noord-Koreanen dan ooit lezen een Bijbel”, zegt hij opgetogen.

Lees hier het interview met Eric Foley

Seoul dwong vissers terug te keren naar Noord-Korea

Het gebeurt vrijwel nooit in Zuid-Korea: het terugsturen van Noord-Koreaanse vluchtelingen tegen hun wil naar hun thuisland. Nieuws over en beelden van de deportatie van twee vissers in 2019 domineren al dagen het Zuid-Koreaanse nieuws. ,,De [vorige] regering heeft deze twee vissers de dood in gestuurd terwijl ze hen conform de wetgeving in Zuid-Korea had moeten opnemen”, zei een woordvoerder van president Yoon Suk-yeol zondag.

De twee mannen maakten in november 2019 de oversteek naar Zuid-Korea via een bootje langs de oostkust. Daar werden ze aangehouden en ondervraagd. Uit verhoor zou zijn gebleken dat er een sterk vermoeden was dat het duo de overige zestien leden van hun bemanning op brute wijze met een hakbijl en hamer om het leven hadden gebracht – en vervolgens de wijk naar het zuiden hadden genomen. Zulke schurken hoeven we hier niet, dacht de regering van Moon Jae-in, die van 2017 tot afgelopen mei regeerde. Het tweetal werd een week na hun aankomst teruggestuurd naar Noord-Korea.

Het Zuid-Koreaanse ministerie van Eenwording deelde maandag voor het eerstvideobeelden van de hardhandige overdracht van de vissers over de grens tussen Noord- en Zuid-Korea, nadat enkele dagen eerder al foto’s werden gepubliceerd. Er is duidelijk te zien dat een van de mannen zich verzet tegen de deportatie. Sindsdien wordt via de media een discussie tussen Chung Eui-yong, nationaal veiligheidsadviseur van de vorige regering-Moon, en vertegenwoordigers van de kersverse president Yoon.

Laatstgenoemden beweren dat het terugsturen van de mannen in strijd is met de Zuid-Koreaanse Grondwet. Die stelt namelijk dat alle burgers van Noord-Korea recht hebben op een Zuid-Koreaans paspoort als ze dat land of een Zuid-Koreaanse ambassade elders weten te bereiken. Alleen Noord-Koreanen die expliciet aangeven terug te willen naar hun land van herkomst, omdat hun bootje bijvoorbeeld per ongeluk aan de weerszijde van de grens is beland, mogen worden teruggestuurd. Dat gold niet voor de twee vissers, die hadden aangegeven een verblijfsvergunning te willen aanvragen.

Onzin, beweert Chung. ,,Dit zijn geen personen die één of twee mensen hebben vermoord. Dit zijn notoire, verschrikkelijke moordenaars”, aldus de voormalige veiligheidsadviseur in een verklaring. Hij betwist dat de twee volgens de Grondwet asiel moet worden verleend. ,,Onze nationale wetgeving stipuleert dat criminelen die niet-politieke en ernstige misdrijven hebben gepleegd, zoals moord, dienen te worden uitgezet”. Zij zouden door de massamoord geen recht hebben op een vluchtelingenstatus.

Daarop sloeg de huidige perswoordvoerder weer terug. ,,Het is een serieus probleem om de Noord-Koreaanse vissers tot ‘verschrikkelijke moordenaars’ te bestempelen zonder een gedegen onderzoek. De overheid had dit in lijn met onze wet grondig moeten onderzoeken en dan pas met een conclusie komen”. Dat de twee binnen een week werden teruggestuurd, zou bewijzen dat van een diepgravend onderzoek geen sprake is geweest. Ook zijn ze niet aangeklaagd of veroordeeld voor ze werden uitgezet.

Ook heersen er twijfels over of de vissers wel echt wilden overlopen naar Zuid-Korea. Volgens Chung zei het tweetal hier niets over tot op het laatste moment en wilden ze enkel straf voor de massamoord ontlopen, maar Choi stelt dat er handgeschreven brieven zijn waarin de mannen hun wens uitdrukten om in Zuid-Korea te blijven.

De regering van Moon Jae-in ondernam jarenlang verwoede toenaderingspogingen tot Noord-Korea in de hoop het regime van Kim Jong-un tot een vreedzamer beleid en nucleaire ontwapening te bewegen. Het leverde indrukwekkende beelden op, van Kim en Moon die hand in hand over de grens stapten en samen boompjes plantten. Maar concreet veranderde er niets: Pyongyang behield haar kernwapens, trok zich terug uit de gesprekken, blies en inter-Koreaans verbindingskantoor op en testte afgelopen halfjaar een recordaantal raketten. Moons regering kreeg veel kritiek te verduren: het zou de mensenrechtensituatie in het Noorden negeren om de goede vrede met Kim te bewaren, ngo’s die zich voor Noord-Koreanen inzetten kregen te maken met weerstand vanuit de overheid en andere belangrijke politieke problemen werden genegeerd omdat Moon steeds met de noorderbuur bezig was.

Dat Seoul de Noord-Koreanen zou hebben teruggestuurd op verzoek van Pyongyang werd door Chung met klem ontkend. ,,Het was de Zuid-Koreaanse overheid die het Noorden vroeg om de twee mannen terug te nemen”. De regering van Yoon opent een onderzoek naar de uitzetting, waarbij vervolging van voormalige ambtenaren niet is uitgesloten.

Human Rights Watch veroordeelde de reputatie en stelde dat Moon ,,zo wanhopig was om de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un tevreden te stellen” dat hij ,,schaamteloos basale principes van mensenrechten en medemenselijkheid aan zijn laars lapte”. Suzanne Scholte van de North Korea Freedom Coalition zei ,,fysiek onwel” te zijn geworden van de beelden. Ze zei dat de uitzetting neerkomt op ,,medeplichtig zijn aan moord”. De kans is groot dat de vissers in Noord-Korea de doodstraf krijgen of veroordeeld worden tot een strafkamp.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 19 juli in NRC.

Kijken: deze vrouw zat 28 jaar in een Noord-Koreaans werkkamp

Kim Hye-sook werd op haar 13e naar het beruchte doch grotendeels onbekende Noord-Koreaanse strafkamp Bukchang gestuurd. Ze zou er 28 jaar blijven voor een “misdaad” die niet eens haar eigen was: omdat haar grootvader was gevlucht naar het welvarende en vrije Zuid-Korea werd de hele familie naar Bukchang gezonden.

Dat is het gevolg van de beruchte “driegeneratiesregel”, die stichter van Noord-Korea Kim Il-sung (1912 – 1994) instelde na de Koreaanse Oorlog. Voor het vergrijp van één individu worden drie generaties naar een concentratiekamp gestuurd. Zo hoopt het Kimregime zijn bevolking loyaal en gedwee te houden. Meer dan een halve eeuw later zijn zowel de regel als de strafkampen nog steeds een gruwelijke realiteit. VICE sprak met Kim over haar tijd in het kamp:

“Het is heel moeilijk om over te praten, maar de hele wereld moet weten wat voor verschrikkelijke dingen er gebeuren in Noord-Korea.”

Verwerken door kunst

Dwangarbeid, marteling, misbruik – er is weinig wat Kim niet is overkomen in Bukchang. Ze werd al op haar veertiende tewerkgesteld in een kolenmijn, waar ze stoflongziekte opliep. Na haar vrijlating en succesvolle vlucht naar Zuid-Korea verwerkte ze deze gruwelijkheden op een creatieve manier: tekenkunst. Kim laat een tekening die ze gemaakt heeft van Bukchang zien en zegt:

“Omdat niemand naar het kamp toe kan, werd er een satelliet gestuurd die foto’s nam. Dat duurde acht maanden. Toen ze de foto’s met mijn tekening vergeleken, kwam alles perfect overeen.”

Propaganda en hersenspoelen

Hoewel ze twee derde van haar leven in een Noord-Koreaans concentratiekamp zat, was ze die hele periode gehersenspoeld door de propaganda van Pyongyang:

“Ik geloofde dat Kim Il-sung een god was.”

Van dat geloof is inmiddels niet meer over. Kim zet zich nu in voor meer bewustwording over de mensenrechtenschendingen in Noord-Korea, in de hoop dat het zal bijdragen aan een verandering. Aan het einde gaat Kim met de VICE-journalist naar de grens met Noord-Korea, waar een rivier van slechts enkele tientallen meters een ondoordringbare grens vormt tussen twee totaal verschillende werelden.

Ik schreef eerder over Noord-Koreaanse vluchtelingen. Lees hier over “het meisje met de zeven namen” en over de man die Noord-Korea op krukken ontvluchtte.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op juli 2015 op nrc.nl.