Spanningen en marathonoverleg tussen Noord- en Zuid-Korea

Op 21 augustus plaatste ik op deze blog mijn grote explainer voor OneWorld over de recente spanningen tussen Noord- en Zuid-Korea. Inmiddels zijn de landen in grensdorp Panmunjom aan tafel gaan zitten om te overleggen over de situatie. Een doorbraak lijkt lastig: geen van beide partijen wil gezichtsverlies lijden, maar zowel Pyongyang als Seoul wil van de huidige impasse af.

Voor NRC schreef ik de afgelopem dagen drie korte berichten. Lees ze hier terug:

  • Zuid-Korea eist excuses van Noord-Korea – gesprekken duren voort
  • Hoog overleg tussen Noord- en Zuid-Korea na oorlogstaal
  • Legeroefeningen VS en Zuid-Korea tijdelijk opgeschort na dreiging Noord-Korea
  • Waarom wordt er geschoten langs de grens tussen Noord- en Zuid-Korea?

    Het zal weinigen ontgaan zijn: de spanningen langs de grens tussen Noord- en Zuid-Korea zijn de afgelopen dagen weer flink opgelaaid. Nadat Noord-Korea een Zuid-Koreaanse luidspreker kapot probeerde te schieten, vuurde het Zuid-Koreaanse leger terug. Inmiddels heeft Kim Jong-un een “quasi staat van oorlog” afgekondigd.

    Wat betekenen deze spanningen en ontwikkelingen? Is een nieuwe Koreaanse Oorlog ophanden? In een artikel voor OneWorld leg ik uit hoe we dit wapengekletter het beste kunnen duiden.

    Lees hier het artikel.

    Recensie tentoonstelling ‘De Kim Utopie’ voor NK News

    Voor de Engelstalige website NK News, gespecialiseerd in Noord-Korea, schreef ik een aparte recensie van ‘De Kim Utopie’. Over deze tentoonstelling in het Drents Museum, die ruim 80 Noord-Koreaanse schilderijen bevat, schreef ik eerder een bespreking voor cultuurmagazine 8WEEKLY.

    Lees hier mijn (Engelstalige) recensie van de tentoonstelling voor NK News

    Kim Ch’ŏl-wŏn, Een februari-ochtend, 2003, werk op papier, collectie Ronald de Groen

    Kim Ch’ŏl-wŏn, Een februari-ochtend, 2003, werk op papier, collectie Ronald de Groen

    Boekrecensie: Blijven leven als vorm van verzet in Noord-Korea

    Als de Noord-Koreaanse Lucia Jang tijdens de grote hongersnood van de jaren negentig stiekem naar China reist om eten te halen, schrikt ze van iets opmerkelijks. Terwijl in haar land mensen uitwerpselen afspeuren op zoek naar wat korrels onverteerd voedsel, worden in China de etensresten toegeworpen aan honden. “In dit land krijgen huisdieren beter te eten dan mensen in Chosun”, verzucht Jang.

    Jangs memoires De sterren tussen zon en maan (2015) spelen zich af tijdens de Zware Mars, de hongersnood waarin circa een miljoen mensen het leven lieten. Hoewel de schrijnende honger door het hele boek van de pagina’s af spat, is Jangs verhaal bijzonder veelzijdig en laten ze een Noord-Korea gezien dat door op sensatie beluste berichtgeving dikwijls voor lezers verborgen blijft.

    550b86c0afd8f9.47945232

    Bijzonder is hoe Jang een vrouwelijk perspectief geeft op het leven van een Noord-Koreaans burger en vaan een illegaal in China. Ze maakt het vaak onderbelichte seksisme en ongelijkheid – waarvan de Noord-Koreaanse maatschappij doortrokken is – voelbaar en toont de specifieke uitdagingen en lijdenswegen van een moeder en (zwangere) vrouw. Verreweg de meeste boeken van Noord-Koreaanse vluchtelingen, zoals De aquariums van Pyongyang (2001) van Kang Chol-hwan en Vlucht uit kamp 14 (2012) van Shin Dong-hyuk, zijn door mannen geschreven, waardoor de vrouwelijke ervaring in het communistische land tot nu toe grotendeels onbekend bleef. Gelukkig kunnen we de komende maanden meer memoires van Noord-Koreaanse vrouwen verwachten met het verschijnen van het werk van Hyeonseo Lee in het Nederlands en van Yeonmi Park en van Eunsun Kim in het Engels.

    Lucia Jang op het Ottowa International Writers’ Festival

    In de jaren dat Jang het introverte Noord-Korea stiekem verruilde voor het veel modernere en vrijere China hield de discriminatie niet op. Werd ze eerst dikwijls in haar vaderland als wegwerpproduct behandeld, ook in China wordt hevig gehandeld in Noord-Koreaanse bruiden (even duur als één varken), prostituees en dwangarbeiders. Dit kwam eerder aan de orde in de van menselijke smart doortrokken dichtbundel Selling my daughter for 100 won van Jang Jin-sung. Ook worden Noord-Koreanen door hun Chinese broeders, die volgens beide overheden “zo nauw als lippen en tanden” zijn, als inferieure, achtergebleven domkoppen gezien – en behandeld. Het feit dat Jang aandacht besteedt aan dit onbekende humanitaire drama op Chinees grondgebied verdient alle lof.

    Maar Jangs boek richt zich niet alleen of zelfs hoofdzakelijk op de gruwelen die zij en haar landgenoten hebben moeten doorstaan. Storten de media zich vaak gretig op de bizarre aspecten van het leven in het koninkrijk van Kim Jong-un, de lezer van De sterren tussen zon en maan leert vooral over hoe verbazingwekkend normaal het bestaan van Noord-Koreanen is (zonder dat dit iets af doet aan de heftigheid en absurditeit). Kinderen die elkaar pesten, verliefde pubers die stiekem na schooltijd afspreken, roddelen, waarzeggerij – net als in de rest van de wereld gebeurt dit ook in Noord-Korea. Pogingen om een Alltagsgeschichte van Noord-Koreanen in beeld te brengen werden al eerder ondernomen door onder meer Barbara Demick, maar Jangs aandacht voor haar eigen ‘gewone’ ervaringen als kind en jongvolwassene geven het boek extra zeggingskracht.

    Bijzonder programma met Lucia Jang bij Jayu Speaks

    Het is bijzonder om te zien hoe de risico’s die ze durft te nemen zowel bijna haar ondergang als uiteindelijk haar redding worden. De wil tot leven die haar drijft wordt treffend als een verzetsdaad tegen het Kimregime neergezet. En hoewel je als lezer soms wenst dat ze wat uitzoomt om de bredere ontwikkelingen in het land te schetsen, is haar persoonlijke relaas zelfs voor een doorgewinterde en belezen Noord-Koreadeskundige interessant en verfrissend leesvoer.

    4/5 STERREN

    Lucia Jang, De sterren tussen zon en maan. Uitgeverij De Fontein, juni 2015.

    Een kortere versie van deze recensie verscheen op 31 augustus 2015 in de NRC-boekenbijlage. Binnenkort op Nieuwsuitnoordkorea.nl: een interview met Lucia Jang!

    Kijken: deze vrouw zat 28 jaar in een Noord-Koreaans werkkamp

    Kim Hye-sook werd op haar 13e naar het beruchte doch grotendeels onbekende Noord-Koreaanse strafkamp Bukchang gestuurd. Ze zou er 28 jaar blijven voor een “misdaad” die niet eens haar eigen was: omdat haar grootvader was gevlucht naar het welvarende en vrije Zuid-Korea werd de hele familie naar Bukchang gezonden.

    Dat is het gevolg van de beruchte “driegeneratiesregel”, die stichter van Noord-Korea Kim Il-sung (1912 – 1994) instelde na de Koreaanse Oorlog. Voor het vergrijp van één individu worden drie generaties naar een concentratiekamp gestuurd. Zo hoopt het Kimregime zijn bevolking loyaal en gedwee te houden. Meer dan een halve eeuw later zijn zowel de regel als de strafkampen nog steeds een gruwelijke realiteit. VICE sprak met Kim over haar tijd in het kamp:

    “Het is heel moeilijk om over te praten, maar de hele wereld moet weten wat voor verschrikkelijke dingen er gebeuren in Noord-Korea.”

    Verwerken door kunst

    Dwangarbeid, marteling, misbruik – er is weinig wat Kim niet is overkomen in Bukchang. Ze werd al op haar veertiende tewerkgesteld in een kolenmijn, waar ze stoflongziekte opliep. Na haar vrijlating en succesvolle vlucht naar Zuid-Korea verwerkte ze deze gruwelijkheden op een creatieve manier: tekenkunst. Kim laat een tekening die ze gemaakt heeft van Bukchang zien en zegt:

    “Omdat niemand naar het kamp toe kan, werd er een satelliet gestuurd die foto’s nam. Dat duurde acht maanden. Toen ze de foto’s met mijn tekening vergeleken, kwam alles perfect overeen.”

    Propaganda en hersenspoelen

    Hoewel ze twee derde van haar leven in een Noord-Koreaans concentratiekamp zat, was ze die hele periode gehersenspoeld door de propaganda van Pyongyang:

    “Ik geloofde dat Kim Il-sung een god was.”

    Van dat geloof is inmiddels niet meer over. Kim zet zich nu in voor meer bewustwording over de mensenrechtenschendingen in Noord-Korea, in de hoop dat het zal bijdragen aan een verandering. Aan het einde gaat Kim met de VICE-journalist naar de grens met Noord-Korea, waar een rivier van slechts enkele tientallen meters een ondoordringbare grens vormt tussen twee totaal verschillende werelden.

    Ik schreef eerder over Noord-Koreaanse vluchtelingen. Lees hier over “het meisje met de zeven namen” en over de man die Noord-Korea op krukken ontvluchtte.

    Een eerdere versie van dit artikel verscheen op juli 2015 op nrc.nl.

    “Jullie zijn geen mensen, jullie zijn dieren” – Gastblog uit Brussel

    Een primeur hier op Nieuws uit Noord-Korea: een gastblog van Laurens Bynens vanuit Brussel. Laurens werkt als student aan de Vrije Universiteit Brussel aan een thesis over mensenrechten in Noord-Korea. Hij bezocht in Brussel een evenement waar Noord-Koreaanse vluchtelingen spraken over hun ervaringen. Lees hieronder zijn verslag.

    Op 2 juli 2015 organiseerde Europees parlementslid László Tőkés in samenwerking met het European Institute for Asian Studies (EIAS) het evenement Human Rights in North Korea: Voices from the Peninsula. In een van de conferentiezalen van het Europees Parlement tekenden tientallen mensen present voor onder meer een getuigenis van de gevluchte Noord-Koreaan Jung Gwang Il.

    Foto van het evenement

    Foto van het evenement

    Ceaușescu

    László Tőkés opende de conferentie met een scherpe speech. Hij heeft ook enig recht van spreken: als sleutelfiguur in de ondergang van Roemeens dictator Nicolae Ceaușescu wordt hij bijvoorbeeld omschreven als “The Pastor Who Brought Down a Dictator”. Omdat de Roemenen ooit zelf leefden in een totalitaire staat, weet hij hoe het is om geen vrijheid te hebben. Ceaușescu was geïnspireerd door de Culturele Revolutie in China en door de persoonlijkheidscultus van Kim Il-sung, de stichter van Noord-Korea, waardoor een onschuldig grapje een Roemeen zeer zwaar kon komen te staan. Tőkés besloot zijn toespraak met een oproep naar de Noord-Koreanen om hun stem te verheffen, want het communisme leeft nog in sommige landen, “goddeloos en wreed”.

    Na de beschouwing van EIAS dat de situatie in Noord-Korea waarschijnlijk slechter aan het worden is, terwijl sommigen hoopvol blijven, was het de beurt aan Kwon Eun Kyoung van de International Coalition to Stop Crimes Against Humanity in North Korea (ICNK). Terwijl de wereld eerst de gevangenenkampen negeerde, is dat nu onmogelijk geworden.

    Kamp 15

    Vervolgens nam Jung Gwang Il het woord, hierin bijgestaan door een tolk. Jung heeft in Kamp 15 gezeten en leidt nu de organisatie No Chain for North Korea. In de jaren ’90 leidde hij ondernemers op in Noord-Korea, waardoor hij vaak naar China trok. Hier werd hij opgepakt door Noord-Koreaanse agenten. De exacte reden voor zijn arrestatie is hij nooit te weten gekomen. Oude schoolvrienden zouden aan de autoriteiten verteld hebben dat hij contact had met Zuid-Koreaanse zakenmannen. Dit klopt weliswaar maar deze mannen waren volgens Jung, in tegenstelling tot wat de Noord-Koreaanse politie dacht, geen spionnen.

    Na tien maanden martelingen met water en elektrische schokken kraakte Jung. Hij legde een valse verklaring af, waarin hij stelde een spion te zijn. Hierna werd hij naar Yodok overgebracht. Intussen was zijn gewicht gedaald van 70 naar 36 kilo. In Yodok zaten mensen om diverse (vermeende) redenen: ze hadden een portret van de Grote Leider beschadigd, ze hadden geluisterd naar Zuid-Koreaanse radio, ze hadden contact gehad met christenen of ze hadden geprobeerd te ontsnappen uit het land.

    Een uitzending van Stichting Vrij Noord-Korea over Jung Gwang Il:

    Zestien uur dwangarbeid per dag

    Hun straf was zestien uur dwangarbeid per dag. In de zomer moesten ze graan verbouwen, in de winter hout kappen. Elke maaltijd bestond uit tweehonderd gram graan vermengd met bonen. Wie zijn werk niet voltooide, kreeg geen eten. Vele gevangen kwamen logischerwijze om door de combinatie van loodzware arbeid en voedseltekorten. Daarom stalen sommigen rauwe zaden om ze op te eten. Om dit te voorkomen, vermengden de bewakers de zaden met mest. Enkele gevangenen probeerden de zaden te wassen, maar dit lukte niet goed. Zij die de zaden alsnog opaten, kregen diarree en kotsten bloed, waarna ze stierven.

    De houtkap in de winter was zo mogelijk nog zwaarder. De bomen moesten manueel omgekapt worden, waarbij velen gewond raakten. Een incident staat voorgoed op Jungs netvlies gebrand. De bewakers organiseerden een wedstrijd: de werkploeg die het meeste hout verzamelde, kreeg een taart op basis van graan. Enthousiast duwden de gevangenen het hout de berg af, maar op dat moment klommen anderen net naar boven om aan hun dienst te beginnen. Vele gebroken benen en ruggen en meerdere doden waren het zware gevolg. De bewakers vonden deze ellende plezierig. Ze vertelden de gevangenen:

    “Jullie zijn geen mensen, jullie zijn dieren. Jullie horen niet thuis in deze maatschappij”.

    De doden en zelfs zij die zwaargewond nog in leven waren, werden opeengestapeld in een “dodenhuis” waar de temperatuur tot wel -20°C kon dalen. Jung liep hier dagelijks voorbij als hij naar het toilet moest. Uiteindelijk, nadat de lijken verschillende keren bevroren en ontdooid waren, moest Jung de lichamen in een gat scheppen. Intussen leken ze meer op mest dan op mensen. Op 12 april 2003 werd Jung vrijgelaten uit Yodok. Op 21 april dat jaar ontsnapte hij uit Noord-Korea.

    Lees hier een artikel over hoe Jung films en soapseries naar Noord-Korea smokkelt.

    Een video van Amnesty International over de strafkampen in Noord-Korea, met interviews van voormalige gedetineerden uit Yodok

    “Waarschijnlijk binnen 15 jaar hereniging”

    De laatste toespraak was van Kim Young Hwan, hoofdonderzoeker bij het Network for North Korean Democracy and Human Rights. In jaren ’80 was hij een Zuid-Koreaanse studentenleider die voor Noord-Korea en tegen Zuid-Korea protesteerde. Hij ontmoette op die manier Kim Il-sung twee keer. Toen het communisme in Oost-Europa instortte was hij ongerust, en hij wilde de toekomst van Noord-Korea met Kim Il-sung en zijn entourage bespreken. Hij was teleurgesteld toen het Noord-Koreaanse regime zich gesloten en conservatief opstelde. Kim zag in dat de gelijkheid, de hoeksteen van het socialisme, nog minder aanwezig was in het Noorden dan in het Zuiden. Hij begon te luisteren naar getuigenissen van Noord-Koreanen die ontsnapt waren. Met tomeloze energie begon hij zich in te zetten voor zij die in het Noorden onderdrukt worden. In 2012 werd hij echter opgepakt in China toen hij aan de grens met Noord-Korea actief was. Hij werd door de Chinese politie gearresteerd en opgesloten voor vier maanden, waarin hij afgeranseld werd en elektrische schokken toegediend kreeg.

    Bekijk hier de lezing “From Juche Evangelist to North Korean Human Rights Activist” plus een andere presentatie van Kim Young Hwan

    Kim stelde verder dat Noord-Korea wel degelijk aan het veranderen is. Onder meer de hongersnoden hebben een zware impact gehad. Het land is allesbehalve een socialistisch paradijs, en pleegt integendeel zware inbreuken op de mensenrechten. Toch wankelt het land volgens hem niet. Het regime heeft zich in de laatste twintig jaar weten aan te passen aan de veranderingen. Toch acht hij het zeventig procent mogelijk dat de Korea’s zich herenigen binnen de vijftien jaar.

    Dat doet denken aan een toespraak die vorig jaar werd gegeven door Jang Jin-sung, voormalig hofdichter van Kim Jong-il en tegenwoordig mensenrechtenactivist en gasthoogleraar aan de Universiteit Leiden. Daarin sprak hij tot een groep studenten Koreastudies:

    “Ik geef het Noord-Koreaanse regime nog zo’n vijf jaar, hooguit zeven. Ik denk dat mensen die nu in Leiden studeren later kunnen doceren aan universiteiten in het noorden van een herenigd Korea.”

    Laurens Bynens is student aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij werkt aan een thesis over mensenrechten in Noord-Korea

    VIDEO: Hoe bouwen Noord-Koreaanse vluchtelingen een nieuw leven op in Zuid-Korea?

    De laatste jaren is meer geschreven over hoe burgers in Noord-Korea te maken krijgen met repressie, armoede, honger en mensenrechtenschendingen. Noord-Koreanen die het land weten te ontvluchten en Zuid-Korea bereiken, kunnen rekenen op een veel beter leven. Maar ook in het vrije, democratische Zuid-Korea krijgen zij te maken met enorme uitdagingen. Tommy Driskill van de Universiteit van Hawaï reisde naar Seoul, sprak met meerdere experts en Noord-Koreaanse vluchtelingen en maakte de documentaire Life as a North Korean Defector.

    Yeonmi Park vertelt in de documentaire over haar ervaringen met discriminatie en eenzaamheid.

    Yeonmi Park vertelt in de documentaire over haar ervaringen met discriminatie en eenzaamheid.

    In de uitzending is te zien hoe Noord-Koreanen zich leren aanpassen aan de Zuid-Koreaanse samenleving, na een drie maanden durende training te hebben gevolgd in Hanawon. Ze krijgen over het algemeen meer vrijheid, betere voorzieningen en een fijner leven, maar krijgen ook met tal van problemen te maken. Zo zijn veel vluchtelingen sociaal geïsoleerd en worden ze geregeld gediscrimineerd door Zuid-Koreaanse landgenoten. Ook krijgen ze vaak te maken met oplichting, psychische problemen en moeite met zich aanpassen aan een totaal ander soort samenleving.

    Bekijk hier de documentaire

    Hawaii News Now had een kort interview met documentairemaker Tommy Driskill

    Inmiddels werkt Driskill aan een nieuwe documentaire, over een Noord-Koreaanse kunstenaar die zijn werk na zijn ontsnapping uit het land op een nieuwe manier heeft voortgezet.

    Recensie Yodok III – The Sky Flashes. The Great Sea Yearns

    Eens een keer iets anders. Af en toe recenseer ik albums of concerten voor Gonzo (circus). Alweer een tijdje terug vroeg Dirk Serries mij of ik het nieuwste album van zijn band Yodok III wilde recenseren. Als liefhebber van al Serries’ projecten zei ik direct ja. Ik plaats de bespreking hier omdat het album en de band refereren aan de mensenrechtenschendingen in Noord-Korea.

    Yodok III. Dat is de naam die de Belg Dirk Serries, de Noor Kristoffer Lo en de Zweed Tomas Järmyr kozen voor hun drone/freejazz-project (voortgekomen uit het duo Yodok van het laatstgenoemde tweetal). Een naam die bij mij heftige associaties oproept met het Noord-Koreaanse concentratiekamp voor politieke gevangenen Yodok, waar de afgelopen decennia honderdduizenden ‘staatsvijanden’ zijn gedood, gemarteld en tot slaven zijn gemaakt. Veel gedetineerden werden naar het kamp gestuurd voor ‘contrarevolutionaire misdaden’, zoals het kijken van Hollywoodfilms, het onvoldoende prijzen van de Grote Leider of het tappen van moppen over Kim Jong-un.

    Die associatie was blijkbaar precies waar de heren op hadden gemikt. Lo en Järmyr kozen de naam om aandacht te vragen voor en te protesteren tegen de gruwelijke kampen in de communistische staat. Yodok (of Kamp 15) is het grootste kamp van het land en werd door Kang Chol-hwan beschreven in zijn hartverscheurende boek De aquariums van Pyongyang. Het boek wist veel mensen te raken, onder wie de Amerikaanse president George W. Bush, die Kang uitnodigde op het Witte Huis.

    Maar dan de muziek. Het self-titled debuut werd in 2014 terecht lovend ontvangen en eindigde onlangs op vele jaarlijstjes. Tubaspeler Lo en drummer Järmyr namen eerder als Yodok een EP en full-length op. Ze benaderden Dirk Serries, die eerder muziek uitbracht onder aliassen Vidna Obmana en Fear Falls Burning, na het horen van zijn plaat Frenzy of the Absolute die in 2008 verscheen onder de laatste noemer.

    Toen ik vernam dat het drietal nog geen jaar na het debuut met net geen anderhalf uur aan nieuwe muziek zou komen, was mijn aandacht dan ook gewekt. De dubbelelpee is de derde release op het door Serries gerunde sublabel A New Wave of Jazz, dat resideert onder Tonefloat. Hopende dat het trio de hooggestemde verwachtingen waar kon maken, zette ik op een koude winterdag de langspeler met de monumentale titel The Sky Flashes. The Great Sea Yearns. aan.

    De openingstrack Watching The Stone Of Celestial Flaw Rush Down begint met wat subtiel doch steeds verder aanzwellende onheilspellende drones waar een hoge toon tussendoor piept – als een afgezwakte echo van ijzingwekkend gekrijs. Is dit een schreeuw om recht van Noord-Koreaanse gevangenen? Een roep om aandacht van de wereld om dit lijden niet te negeren? Men kan slechts gissen…

    Dan zetten de drums in – en hoe. Järmyr benut op creatieve wijze ieder onderdeel van zijn drumstel, wat met veel tempowisselingen en variatie gepaard gaat. Ondertussen omringen Serries en Lo deze freejazzpercussie met een draaikolk van donkere drones en andere duistere effecten. Het tollende geheel geeft de luisteraar een gevoel van yin en yang, waarbij de sereniteit van de drones en de onrust van de percussie een harmonieuze eenheid vormen – waarbij er tevens een zekere onrust in de dronewanden en een bepaalde geruststelling in het drumgedreun schuilt.

    Uiteindelijk wijken de drones voor de genadeloze slagen van Järmyr. Na een kakofonische percussie-uitbarsting, het moment dat de steen der astrale gebreken met een knal neerkomt, eindigt het nummer zoals het begon: met een zuivere rust van troostende tonen. Er is na alle geweld, net als bij Kang, licht aan het einde van de tunnel. In de oren van de luisteraar blijft desondanks echo van het drumcrescendo hangen – als het voor ons onhoorbare lijden van de tienduizenden gevangenen in Yodok.

    De B-zijde van de eerste elpee vervolgt met In A Realm Of Wander Behold The Fleeting Shadows Exclaim In Delight, met net geen negentien minuten het kortste nummer van het album. Wederom wordt kalm ingezet met rustig in- en uitademende drones die beelden oproepen van een stil, roerloos zeeoppervlak. Langzaam, heel langzaam, borrelen steeds meer tonen vanuit de diepte naar boven – die het smachten van de zee uit de albumtitel voelbaar maakt. Deze komen niet als ontwrichtend stormgeweld, verre van, maar veeleer als een zoetzilte harmonie van rustig ruisende golven. Eenieder die op een stille zomerdag eens het strand heeft bezocht kan zich inbeelden hoe dit voelt.

    De drones golven lange tijd door tot aan het eind het zeegevoel plaatsmaakt voor een meer hemelse sensatie. Wanneer je de plaat door een hoofdtelefoon luistert (sowieso een aanrader) en de ogen sluit geven de aanzwellende tubaklanken van Lo het idee te worden verwelkomd door een engelenkoor van koperblazers. Mogelijk zijn de ‘vluchtende schaduwen’ uit de titel wel Noord-Koreanen die Kamp 15 zijn ontvlucht, die het nu uitroepen van vreugde, maar schimmen zijn van wie ze eens waren. Het meest abstracte en minst variërende nummer van de langspeler – maar zeker niet het minst mooie.

    Yodok III live

    De tweede plaat opent met het ge-echo van een harmonie die te ontwaren is tussen het gerammel van het slaan op en met diverse objecten. Gaandeweg zwellen de schitterende drones weer aan die de luisteraar overvallen, zoals schoonheid je wel vaker overvalt te midden van het geroezemoes van het alledaagse. Met het in intensiteit toenemende For Seconds He Felt The Grandeur Of Devastation lijkt de grandeur op enkele momenten haast tastbaar – maar blijft toch buiten bereik.

    Järmyr zet wederom een rap en gevarieerd drumspel in, maar krijgt het trage doch loodzware tij van wenende drones ditmaal niet klein. Uit de tornado van snoeihard raggende percussie stijgt een aantal joelende langgerekte tonen op die het lijken uit te schreeuwen van vreugde. Een echo van feestgedruis bereikt ons vanuit de toekomst, waar de Noord-Koreanen hun bevrijding vieren van willekeurige detentie, dwangarbeid, foltering en een repressief regime. Toch is de laatste ademtocht van het nummer een duistere, met dreigende drums en wegstervend gejuich, alsof de makers ons eraan willen herinneren dat het hier nog steeds om een klank uit een nog steeds niet gerealiseerd vooruitzicht gaat.

    De langspeler wordt afgesloten met Together We Transcend Into This Wreckage Called Heart, de langste track van The Sky Flashes. The Great Sea Yearns. In tegenstelling tot de drone-intro’s van voorgaande nummers opent de afsluiter met het gefluit van suizende bekkens. Een stormachtige nacht openbaart zich. Drones komen als echo’s van donder waarlangs het janken van een gure wind blaast. Drums tikken als fikse regen- en hagelslagen op de ramen. Een bliksemschicht trekt horizontaal over de hemel en licht de lucht op.

    Het barre weer gaat weer over in het vertrouwde doch altijd verrassende spel van drum ’n drones, hoewel de storm lijft nagalmen in enkele geluidseffecten. De titel herinnert eraan dat veel Noord-Koreanen hun hart moeten uitschakelen om te overleven in hun onderdrukkende maatschappij en dat wanneer ze dit hart later herontdekken erachter komen dat het flink beschadigd is geraakt. Na een wederom creatief en vindingrijk percussiespel ramt Järmyr nog een paar keer hard op de trommels (als een vertraagd einde van een Motörheadnummer in live-uitvoering). Dan kabbelt de drone nog even rustig voort als een bescheiden bergbeekje. Met een laatste zucht en zang van twee minuten gaat deze liggen: zowel de rust als het hart zijn hervonden.

    Met dit treffende en sfeervolle einde besluit deze imposante plaat. Het al hoge niveau van het self-titled debuut is met dit meer uitgesponnen en wilde album zeker geëvenaard en in mijn ogen zelfs ruimschoots overtroffen. De betoverende drones van de gitaar en tuba die in een harmonieuze wervelwind samenkomen met het knappe en immer verrassende drumspel maken van iedere luisterbeurt een nieuw en uniek avontuur. Deze belevenissen doen denken aan het verloop van Godspeed You! Black Emperor-liedjes, die met een bitterzoet begin en duistere, vaak lugubere omzwervingen toch altijd eindigen in een louterend crescendo en een gevoel dat alles wel goed komt. Het heerlijke doch ongrijpbare geluid van Yodok III vereist en verdient een aandachtige muziekbeleving, die zich rijkelijk uitbetaalt.

    Het album is in zijn geheel hier op Bandcamp te beluisteren. Bestellen kan via Tonefloat.

    Recensie Drents Museum: Een kijkje in de kunstkamer van Kim Jong-un

    Op 3 april opende in het Drents Museum De Kim Utopie, een tentoonstelling met ruim 80 Noord-Koreaanse schilderijen en werken op papier. Lieflijke familietaferelen, heroïsche soldaten en arbeiders (allebei strijders voor het Noord-Koreaanse arbeidersparadijs) en odes aan de leider sieren aan de wanden in Assen. De schilderijen zijn in de periode van 1960 tot 2010 door professionele Noord-Koreaanse schilders in staatsdienst gemaakt.

    Ik bezocht het museum voor cultuurmagazine 8WEEKLY en schreef een recensie over de tentoonstelling, waarin ik ook inga op de bijzondere symboliek die te zien is en op de functie van kunst binnen de Noord-Koreaanse samenleving. Tevens bespreek ik hoe veel artistieke vrijheid schilders in het totalitaire Noord-Korea hebben en of er nog wat variatie binnen die socialistisch realistische stroming te vinden is.

    Ten slotte is in Assen ook een fototentoonstelling te zien, die juist een kritischer beeld vestigt op het land. Met bijzondere fotografie en bewerking wordt het utopische Noord-Koreaanse zelfbeeld eigenzinnig onder de loep genomen door tien fotografen. Ook die beelden komen in mijn recensie aan de orde.

    U kunt mijn recensie hier lezen.

    Il-sŏn en Sŏng-ho, Het gieten van het eerste staal, (slogan refereert aan titel eerste toespraak Kim Il Sung, 14 oktober 1945), z.j., werk op papier, collectie Ronald de Groen

    Il-sŏn en Sŏng-ho, Het gieten van het eerste staal, (slogan refereert aan titel eerste toespraak Kim Il Sung, 14 oktober 1945), z.j., werk op papier, collectie Ronald de Groen

    Kim Ch’ŏl-wŏn, Een februari-ochtend, 2003, werk op papier, collectie Ronald de Groen

    Kim Ch’ŏl-wŏn, Een februari-ochtend, 2003, werk op papier, collectie Ronald de Groen

    Rim Myŏng-il (Nampo City Art Studio), De echo van Pusan, 2003, olieverf op doek. Noord-Koreaanse cheerleaders tijdens Aziatische spelen in Pusan (Zuid-Korea), collectie Ronald de Groen

    Rim Myŏng-il (Nampo City Art Studio), De echo van Pusan, 2003, olieverf op doek. Noord-Koreaanse cheerleaders tijdens Aziatische spelen in Pusan (Zuid-Korea), collectie Ronald de Groen

    Alice Wielinga, North Korea Soldiers (from the serie A Life Between Propaganda and Reality), © Alice Wielinga

    Alice Wielinga, North Korea Soldiers (from the serie A Life Between Propaganda and Reality), © Alice Wielinga


    Han Hŭi-bok (Central Arts Studio), Kye Sun-hŭi, Noord-Koreaanse judo atlete die verrassend als 16-jarige een gouden medaille veroverde tijdens de Olympische spelen in Atlanta), olieverf op doek, collectie Ronald de Groen

    Han Hŭi-bok (Central Arts Studio), Kye Sun-hŭi, Noord-Koreaanse judo atlete die verrassend als 16-jarige een gouden medaille veroverde tijdens de Olympische spelen in Atlanta), olieverf op doek, collectie Ronald de Groen

    Komende zaterdag brunchvoordracht bij tentoonstelling ‘De Kim Utopie’ in Assen

    Komende zaterdag 11 april geef ik van 11.00 tot 12.30 uur een brunchvoordracht in Warenhuis Vanderveen in Assen ter introductie van de bijzondere tentoonstelling De Kim Utopie in het Drents Museum, waar circa 80 Noord-Koreaanse schilderijen en werken op papier worden getoond. Bij de lezing in de Buningzaal zijn een uitgebreid lunchbuffet en twee vrijkaarten voor het museum inbegrepen. De kosten bedragen 14,50 euro per persoon.

    An Ch’ang-gi, ‘Een scene uit de Koreaanse oorlog’, 1991, olieverf op doek.

    Geschiedenis, cultuur en actualiteit

    Tijdens de lezing vertel ik over wat voor land Noord-Korea is en hoe deze unieke natie zich door de geschiedenis heen heeft ontwikkeld.
    Ook belicht ik enkele belangrijke Noord-Koreaanse historische en culturele thema’s die u helpen om de kunstwerken in het Drents Museum beter te interpreteren en begrijpen. Hoewel Noord-Koreaanse kunst vrijwel altijd een geïdealiseerde versie van de werkelijkheid geeft, kennen de aanwezige schilderijen opvallend veel variatie en nuances. Ook is kennis van de ons vreemde iconografie en symboliek een vereiste om de schilderijen volledig te kunnen doorgronden.

    Noord-Korea wordt wel de laatste stalinistische staat genoemd en staat bekend als één van de meest gesloten en mysterieuze naties ter wereld. Mede om die reden is er doorgaans veel aandacht voor het Aziatische land. Maar ook omdat Noord-Korea uniek, bijzonder en eigenzinnig is. In de voordracht wordt besproken hoe we dit onbekende en vaak vreemde land beter kunnen leren begrijpen.

    Afbeelding-HighRes-Uits-def

    Op bovenstaande foto is een 20 meter hoog bronzen standbeeld te zien van Kim II-sung (1912 – 1994), die Noord-Korea met harde hand regeerde van 1948 tot zijn dood – bijna een halve eeuw. Het standbeeld staat naast een even groot standbeeld van zijn zoon en opvolger Kim Jong-il (1941/2 – 2011) in hartje Pyongyang. Het “heilige” gebied waar het standbeeld staat, ligt op de Mansudae (Mansu-heuvel).

    Veel van de Noord-Koreaanse schilderijen zijn gewijd aan de “Grote Leider”, maar in de kunstwerken wordt vaak ook aandacht besteed aan heroïsche soldaten, hardwerkende arbeiders en het familieleven. In de lezing komt ter sprake waarom deze thema’s en personen zo’n belangrijke rol spelen in de officiële Noord-Koreaanse kunst.

    Han Hŭi-bok (Central Arts Studio), Kye Sun-hŭi, Noord-Koreaanse judo atlete die verrassend als 16-jarige een gouden medaille veroverde tijdens de Olympische spelen in Atlanta), olieverf op doek.

    Deze maand verschijnt een recensie van De Kim Utopie van mijn hand. Een link naar deze recensie zal na publicatie op deze website worden geplaatst.

    Over mij

    Casper van der Veen is een historicus gespecialiseerd in Rusland en Noord-Korea en werkt als journalist voor NRC. Verder werkt hij momenteel aan een populair-wetenschappelijk boek over de geschiedenis van Noord-Korea (1945 – heden). Hij treedt geregeld op als Noord-Koreadeskundige op de radio, in de geschreven media en tijdens lezingen en debatten.

    Aanmelding

    Aanmelden voor het ‘Kadetje Cultuur’ kan via kadetjecultuur@vanderveen.nl of 06 17 91 00 13. De voordracht kost € 14,50 inclusief uitgebreid brunchbuffet en twee vrijkaarten voor het Drents museum.

    Meer informatie:
    Johan Schurer, Marketing Natuurlijk
    06 20 93 39 11
    info@marketingnatuurlijk.com

    Il-sŏn en Sŏng-ho, Het gieten van het eerste staal, (slogan refereert aan titel eerste toespraak Kim Il Sung, 14 oktober 1945), z.j., werk op papier.