Wat kunnen we woensdag en donderdag verwachten van de tweede top tussen Donald Trump en Kim Jong-un? Voor het Reformatorisch Dagblad schreef ik een vooruitblik, hier te lezen:
Noord-Korea heeft nog geen enkele concrete stap gezet om zijn kernwapenprogramma te ontmantelen. Dat zei de Amerikaanse vicepresident Mike Pence woensdag in een presentatie voor Amerikaanse ambassadeurs. De uitspraken komen daags voor de Noord-Koreaanse generaal Kim Yong-chol in Washington landt voor overleg voor een tweede top tussen president Donald Trump en de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un.
Ruim zeven maanden geleden spraken Trump en Kim Jong-un elkaar in Singapore. In de bondige intentieverklaring die zij daar tekenden beloofde Noord-Korea onder meer “te werken richting de volledige denuclearisering van het Koreaanse schiereiland”. Direct na de top tweette Trump dat er “geen nucleaire dreiging meer is vanuit Noord-Korea”, gevolgd door “iedereen kan nu rustig slapen”.
Just landed – a long trip, but everybody can now feel much safer than the day I took office. There is no longer a Nuclear Threat from North Korea. Meeting with Kim Jong Un was an interesting and very positive experience. North Korea has great potential for the future!
Before taking office people were assuming that we were going to War with North Korea. President Obama said that North Korea was our biggest and most dangerous problem. No longer – sleep well tonight!
Dat Pence nu klaagt dat de VS nog steeds “op concrete stappen wachten”, zit hem in de term ‘denuclearisering’. Washington definieert dit brede begrip als de eenzijdige ontmanteling van alle Noord-Koreaanse atoomwapens. Pas als dit voltooid is, zal sanctieverlichting volgen.
Nooit beloofd
Noord-Korea heeft echter nooit beloofd zijn kernwapens op te geven. ‘Denuclearisering van het Koreaanse schiereiland’ houdt volgens Pyongyang in dat álle potentiële dreigingen op én rondom Korea worden verwijderd, waarbij de VS dus feitelijk verzocht wordt zijn troepen terug te trekken uit Zuid-Korea en Japan. Pas daarna kan gepraat worden over het Noord-Koreaanse nucleaire arsenaal.
Ook pleit Pyongyang voor een stapsgewijze aanpak, waarbij beide zijden beurtelings concessies doen. Noord-Korea heeft herhaaldelijk laten weten dat de VS nu aan zet zijn om sancties op te heffen – en heeft zelfs gedreigd nucleaire activiteiten te hervatten wanneer dit niet gebeurt. Beide zijden vinden dus dat de ander aan zet is.
De afgelopen decennia heeft Pyongyang vaker geschermd met woorden als ‘denuclearisering’, zonder dat dit leidde tot een einde van het Noord-Koreaanse kernwapenprogramma. Analisten geloven dan ook dat Kim Jong-un nooit zijn kernwapens of langeafstandsraketten vrijwillig zal opgeven. Het regime ziet de atoombommen als voorwaardelijk voor haar overleving en heeft de kernwapens zelfs in de grondwet opgenomen. Pyongyang doet echter graag alsof het ontmanteling van plan is, in de hoop hier voordelen uit te slepen en tijd te winnen.
Tweede top
Verwacht wordt dat vrijdag of komend weekend de datum en plaats van de tweede top tussen Trump en Kim bekend wordt gemaakt. Vietnam en Thailand worden genoemd als waarschijnlijkste locaties. Vorig jaar werd afgesproken dat Noord-Korea op zijn minst een inventarisatie van zijn kernwapens zou aanleveren voorafgaand aan de tweede top.
Zelfs dat doel is niet gehaald. Sterker nog, satellietbeelden wijzen erop dat de afgelopen maanden is doorgegaan met de productie van nieuwe kernwapens en de Hwasong-15, een langeafstandsraket met een bereik van zo’n 13.000 kilometer.
Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 17 januari 2019 op nrc.nl
Voor Vrij Nederland schreef ik een longread over de zwarte markt in Noord-Korea, die formeel verboden is, maar in de praktijk ervoor zorgt dat miljoenen burgers kunnen overleven in een staat die hen onderdrukt, maar die niet voor hen kan zorgen.
Een medewerker van de Franse Senaat is opgepakt op verdenking van spionage voor Noord-Korea. Dat hebben gerechtelijke bronnen bevestigd, melden Franse media in de nacht van maandag op dinsdag. Benoît Quennedey neemt het al jaren op voor het regime van Kim Jong-un.
Quennedey werd zondag gearresteerd door de inlichtingendiensten. Hij wordt verdacht van het “verzamelen en leveren van informatie aan een buitenlandse mogendheid die waarschijnlijk de fundamentele belangen van de [Franse] natie zal ondermijnen”, oftewel het doorspelen van vertrouwelijke documenten aan Pyongyang. Een dag na zijn aanhouding werd zijn kantoor in de Senaat doorzocht. Als hij veroordeeld wordt voor spionage kan Quennedey tot dertig jaar cel krijgen. Er liep al sinds maart een onderzoek naar de man.
Quennedey is bestuurder bij de Directie Architectuur en Patrimonium, een departement dat zich bezighoudt met erfgoed, architectuur en tuinen. Hij legt zich voor de Senaat verder vooral toe op administratie en financiën. Daarnaast is hij lid en actievoerder van de linkse politieke partij Les Radicaux de Gauche.
Vriendschapsorganisatie
De Senaatsmedewerker stak zijn fascinatie voor Noord-Korea de afgelopen jaren niet onder stoelen of banken. Quennedey was voorzitter van de Frans-Koreaanse Vriendschapsorganisatie, een beweging die als doel heeft de banden tussen Parijs en Pyongyang te verbeteren. Wereldwijd zijn er tientallen ‘Vriendschapsorganisaties’ waarin aanhangers van het regime van Kim Jong-un in het buitenland het slechte imago van Noord-Korea proberen op te poetsen. Ook schreef Quennedey een boek en meerdere artikelen over Noord-Korea en reisde sinds 2008 zeker zeven keer naar het communistische land, voor het laatst drie maanden geleden. In Noord-Korea sprak hij met diverse hoogwaardigheidsbekleders, onder wie ceremonieel staatshoofd Kim Yong-nam.
Quennedey spreekt met Kim Yong-nam, een hoge Noord-Koreaanse politicus, in augustus 2017. Foto KCTV
De voorzitter van de Franse Senaat wilde tegenover persbureau AFP niet reageren op nieuws over de aanhouding. Eerder bleek dat Noord-Korea spionnen had in het Wereldvoedselprogramma en in UNESCO. Dat waren allen Noord-Koreaanse staatsburgers.
Een eerdere versie van dit bericht verscheen op 27 november 2018 bij NRC
Ik sprak bij het programma Fris! op NPO Radio 1 over de uitnodiging van Pyongyang aan de Chinese president Xi Jinping om Noord-Korea te bezoeken. Dit zou het eerste staatsbezoek van een Chinees staatshoofd aan Noord-Korea zijn sinds 2005. Nadat Pyongyang in 2006 een kernwapen testte lieten Chinese presidenten zich niet meer zien.
Een Noord-Koreaanse arbeider heeft een Nederlands scheepsbouwbedrijf aangeklaagd voor het profiteren van jarenlange zware, vrijwel geheel onbetaalde arbeid die de Noord-Koreaan moest verrichten op een Poolse werf. Volgens de arbeider, die werkdagen van 12 uur of langer moest maken onder onveilige omstandigheden, wist het Nederlandse bedrijf dat er Noord-Koreanen werden uitgebuit op de werf Crist S.A., maar bleef het daarmee zaken doen.
Advocatenkantoor Prakken d’Oliveira heeft maandag aangifte gedaan van ‘opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van een ander’, wat strafbaar is volgens Nederlandse mensenhandelwetgeving (artikel 273f, lid 1, sub 6).
Het OM heeft nog niet laten weten of het tot vervolging overgaat. Het kantoor wil niet zeggen tegen welk bedrijf de zaak is aangespannen. ,,We willen het Openbaar Ministerie niet voor de voeten lopen”, zegt advocaat Barbara van Straaten aan de telefoon.
Er zijn aanwijzingen dat het om Damen gaat. Op de scheepslijst van Crist is Damen Maaskant Shipyards Stellendam het enige Nederlandse bedrijf dat na 2003 materialen heeft afgenomen bij de werf. Een woordvoerder van het bedrijf zegt niet van een aangifte op de hoogte te zijn.
De Zuid-Hollandse onderneming nam voor het laatst in 2014 drie schepen af bij Crist. Damen gaf eerder toe in het verleden met Noord-Koreanen te hebben gewerkt, maar zegt hier inmiddels mee te zijn gestopt. Op andere Poolse werven verrichten Noord-Koreanen bouw- en herstelwerkzaamheden voor meer Nederlandse bedrijven.
Naar schatting 150.000 Noord-Koreaanse arbeiders werken in het buitenland, waar zij continu in de gaten gehouden worden door agenten van de Noord-Koreaanse staat. Het grootste deel van hen bevindt zich in China, Rusland en het Midden-Oosten. Bijna altijd moeten de arbeiders vrijwel hun gehele loon afstaan aan Pyongyang, dat de export van staatsburgers gebruikt om aan harde valuta te komen.
De arbeiders krijgen vaak geen pauze, nauwelijks verlof en moeten ook in het buitenland verplicht propaganda-onderricht volgen. VN-sancties dicteren dat uiterlijk in december 2019 alle Noord-Koreaanse arbeiders teruggestuurd moeten zijn naar hun thuisland.
Bedrijven kiezen vaak voor het inhuren van Noord-Koreanen omdat zij zo goedkoop zijn. ,,Veel goedkoper dan wanneer je je zou houden aan het arbeidsrecht dat in de EU is afgesproken”, zegt van Straaten. Dat de naam van de arbeider anoniem is gehouden, is geen overdreven voorzichtigheid. Noord-Koreanen die vluchten en uit de school klappen over misstanden die het regime van Kim Jong-un begaan, worden geregeld bedreigd en geïntimideerd. Vaak dreigt Pyongyang hun achtergebleven familieleden te straffen als ze niet zwijgen en terugkeren naar Noord-Korea.
Ook de Noord-Koreaanse arbeider blijft uit veiligheidsoverwegingen anoniem. Het is niet bekend waar hij momenteel verblijft en in welke jaren hij in Polen werkzaam was.
Op de werf van Crist werkten tientallen Noord-Koreanen. Prakken d’Oliveira wijst erop dat er eerder signalen waren dat er sprake was van dwangarbeid op de werf.
Prakken d’Oliveira beticht de scheepsbouwer niet van uitbuiting maar wel van het financieel profiteren daarvan – ook strafbaar. ,,Onze cliënt stelt op basis van wat hij daar heeft opgemerkt en hoe de boel georganiseerd was op de werf dat het bedrijf wist van de uitbuiting”, aldus Van Straaten. Ook wijst ze erop dat er eerder sterke signalen waren dat er sprake was van dwangarbeid bij Noord-Koreanen op de werf. “Als je dan niet laat uitzoeken wat er gebeurd is, heb je niet voldaan aan je onderzoeksplicht”, zegt Van Straaten.
Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 8 november in nrc.next en NRC Handelsblad.
Seksueel misbruik van vrouwen is in Noord-Korea schering en inslag. Na gesprekken met Noord-Koreaanse vluchtelingen zegt mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch dat het overal gebeurt: op de markt, bij controleposten, op straat, in het openbaar vervoer, in gevangenissen en in kazernes. De daders zijn meestal mannen die het gezag vertegenwoordigen, zoals politieagenten, militairen en cipiers. Lees hierover ook mijn artikel voor NRC.
Misbruik is zo alledaags dat veel vrouwen niet eens beseffen dat het niet normaal is, staat in het rapport met de titel Je huilt ’s nachts, maar je weet niet waarom. De kans dat Noord-Koreaanse vrouwen naar buiten zullen treden is daarom miniem. Ik sprak bij Met ’t Oog op Morgen over seksueel geweld gepleegd door machtige mannen in Noord-Korea.
Toen de Noord-Koreaanse Kim Eun-a aangerand werd door een politieagent en advocaat, kwam het niet in haar op om aangifte te doen, omdat dergelijke zaken aan de orde van de dag zijn in Noord-Korea. „Dit soort misbruik wordt zo vaak gepleegd door overheidsfunctionarissen en eigenlijk iedere man met macht, dat het bij niemand opkomt een zaak aan te spannen”, aldus Kim. „De ‘wetshandhavers’ zijn zelf de daders, dus waar kun je heen? Het idee dat seksueel geweld slecht is, dat het niet mijn schuld zou zijn en dat een ‘wetshandhaver’ zou moeten proberen me te beschermen is niet eens in me opgekomen toen ik in Noord-Korea woonde”.
Van marktvrouwen tot actrices
Zoals Kim zijn er velen in Noord-Korea. Human Rights Watch interviewde 54 vrouwen die na het aantreden van huidige leider Kim Jong-un het land ontvluchtten. Ook sprak de mensenrechtenorganisatie met acht voormalige Noord-Koreaanse functionarissen. Niet eerder werd zo uitgebreid specifiek onderzoek gedaan naar seksueel geweld in het communistische land.
Het meeste misbruik werd volgens de ondervraagden gepleegd door leden van de bowibu, de Noord-Koreaanse veiligheidsdiensten. Dat gebeurde het vaakst in detentiecentra en bij informele markten, maar eigenlijk door het hele land. „We kozen favoriete actrices uit films en vroegen hotelpersoneel ze naar ons te brengen”, zei Goh Myun-chul die in Noord-Korea een hoge positie binnen de bowibu bekleedde. „Wie we ook kozen, ze werden binnen een uur naar onze kamers gebracht. Niemand wees ons ooit af.”
In Noord-Korea zijn markten formeel verboden, maar worden ze in de praktijk gedoogd. Dat maakt vrouwen die er werken extra kwetsbaar voor de veiligheidsdiensten, die hen geregeld dreigen met het ontnemen van hun inkomstenbron als zij niet doen wat hun wordt opgedragen. „Marktbewakers of politieagenten vroegen me vaak hen te volgen naar een lege kamer buiten de markt”, zei Oh Jung-hee. „Wat kon ik ertegen doen? Zij zien ons als [seks]speeltjes. Mannen zwaaien nu eenmaal de scepter over ons [vrouwen].”
‘Ik kreeg tenminste nog eten’
Veel Noord-Koreaanse vrouwen zwijgen over wat hun is aangedaan, omdat zij het zien als iets wat nu eenmaal bij het leven hoort. Een vrouw die werd verkracht door een politieagent en vervolgens weer werd vrijgelaten, zei dat ze pas in Zuid-Korea besefte dat ze verkracht was. „Op het moment zelf was ik niet ontdaan”, aldus Yoon Su-ryun. „Integendeel, ik vond dat ik geluk had gehad.”
Dit omdat ze na de mishandeling tenminste nog eten en kleding kreeg.
De meeste ondervraagden zeggen dat het in Noord-Korea nooit bij hen is opgekomen dat ze iets tegen de seksuele wanpraktijken konden doen, behalve proberen niet op te vallen en bepaalde plekken te mijden. Vrouwen die seksuele avances afwezen, werden vaak gestraft met inbeslagname van al hun handelswaar of met een enkele gang naar een van de beruchte Noord-Koreaanse strafkampen.
Vrouwen van wie bekend wordt dat zij verkracht zijn, krijgen in het patriarchale Noord-Korea vaak te maken met sociale uitsluiting en pesterijen. Dit omdat hun ‘seksueel pure’ imago is aangetast en omdat zij vaak de schuld krijgen van het seksuele geweld waarvan zij juist het slachtoffer zijn.
‘Vijf verkrachtingen per jaar’
Terwijl het mannen met macht zijn die het misbruik plegen, is bescherming door deze zelfde mannen het enige middel dat vrouwen kunnen inzetten om aan verkrachting en aanranding te ontkomen. Alleen echtgenotes van partijleden of mannen met een hoge positie in Noord-Korea worden standaard met rust gelaten.
Zelfs in de Noord-Koreaanse variant van de Koreaanse taal is terug te zien hoe weinig kennis er in het land is van seksueel geweld. Zo kent het noordelijke Koreaans geen term voor huiselijk geweld.
Een schrijnend voorbeeld was toen een Noord-Koreaanse afgevaardigde een onderhoud had met de commissie die toeziet op het VN-vrouwenverdrag, dat mondiaal discriminatie tegen vrouwen moet tegengaan. Pyongyang tekende het verdrag in 2001. Raadslid Park Kwang-ho kon niet uitleggen hoe zijn land ‘discriminatie van vrouwen’ definieerde. Hij had nog nooit van de term ‘verkrachting binnen het huwelijk’ gehoord en vroeg de commissie hem uit te leggen wat dit betekende. Toen de kwestie ter sprake kwam van vrouwen die bang waren hun baan te verliezen als ze niet met hun leidinggevende naar bed zouden gaan, zei Park dat het de keuze van de vrouw zelf is om in te stemmen of niet – en betoogde dat de chef niet gestraft dient te worden.
In 2015, het laatste jaar waarover Noord-Korea data verschafte, werden volgens de overheid slechts vijf mensen veroordeeld voor verkrachting. Terwijl Pyongyang met deze cijfers vermoedelijk wil beargumenteren dat Noord-Korea een misdaadvrij paradijs is, geven deze statistieken volgens Human Rights Watch vooral aan dat de regering het aanpakken van seksueel geweld op geen enkele wijze serieus neemt.
Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 1 november 2018 in NRC Handelsblad
Een Japanse toerist die sinds begin augustus vastzat in Noord-Korea is zondag vrijgelaten. Dat hebben Noord-Koreaanse staatsmedia laten weten. Volgens Pyongyang werd Tomoyuki Sugimoto het land uitgezet “op humanitaire gronden”.
Het niet bekend op basis van welk verondersteld vergrijp Sugimoto was opgepakt. Staatsmedia meldden dat de man werd vastgehouden door “een relevante institutie om informatie in te winnen over zijn misdaad tegen de Noord-Koreaanse wetten”.
De man was in Noord-Korea als toerist op een groepsreis. Japan adviseert zijn burgers sinds 2016 om niet naar Noord-Korea te reizen, omdat hun veiligheid niet kan worden gegarandeerd. Tokio en Pyongyang onderhouden geen diplomatieke betrekkingen.
Slechte banden
De banden tussen Noord-Korea en oud-kolonisator Japan zijn al jaren slecht. In de jaren zeventig en tachtig kidnapten Noord-Koreaanse geheime agenten tientallen Japanse staatsburgers, vermoedelijk om spionnen te trainen in het communistische land. Japan eist dat deze mensen worden vrijgelaten en weigert Pyongyang economische hulp te geven. Ook wil Japan dat het regime van Kim Jong-un zijn kernwapenprogramma ontmantelt.
Noord-Korea heeft in het verleden meerdere buitenlandse toeristen opgepakt, vaak op verdenking van spionage of pogingen de staat omver te werpen. Meestal betrof het Amerikanen, die als drukmiddel werden ingezet tijdens onderhandelingen met de Verenigde Staten. Eenmaal overleed een 22-jarige toerist nadat hij in Noord-Korea hersenletsel opliep en in coma raakte. De oorzaak van zijn verwondingen zijn nooit helemaal opgehelderd.
Eenmaal werd een Nederlander opgepakt in Noord-Korea. De destijds 66-jarige Utrechtse postzegelhandelaar Willem van der Bijl zat in 2011 twee weken vast op verdenking van “staatsgevaarlijke activiteiten” en werd dagelijks urenlang verhoord. Uiteindelijk werd hij na een clementieverzoek vrijgelaten.
Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 26 augustus 2018 bij NRC
Een hittegolf die al sinds begin juli aanhoudt in Noord-Korea kan leiden tot ernstige voedselproblemen, tenzij gerichte actie wordt ondernomen. Daarvoor waarschuwt het Internationale Rode Kruis vrijdag. Vooral kinderen en ouderen lopen gevaar te worden getroffen.
Het hoofd van het Rode Kruis in Pyongyang, Joseph Muyambo, stelt dat rijst, maïs en andere gewassen “staat te verpieteren in de velden”. Dat kan volgens hem “catastrofale gevolgen hebben” voor de Noord-Koreaanse burgers.
Kinderen en ouderen extra kwetsbaar
Dat laatste geldt extra voor kinderen van vijf jaar en jonger, die door ernstige ondervoeding groeiproblemen kunnen ontwikkelen. Eerder werd de minimale lengte voor de dienstplicht in Noord-Korea al verlaagd toen de generatie die opgroeide tijdens de hongersnood (1994 – 1998) zich hiervoor moest melden.
Sinds het begin van juli is er geen regen meer gevallen in Noord-Korea. De eerste neerslag wordt pas halverwege augustus verwacht. De temperaturen in het land zijn gemiddeld zo’n 39 graden.
Geld uit noodfonds vrijgegeven
Om het leed van de zwaarst getroffen 13.700 Noord-Koreanen te verlichten heeft het Internationale Rode Kruis vrijdag 213.474 Zwitserse franc (187.065 euro) vrijgegeven uit zijn rampenfonds. Ook zijn er hulpteams en twintig waterpompen gestationeerd in het communistische land. Medewerkers en vrijwilligers van het Rode Kruis proberen Noord-Koreanen te onderwijzen in het herkennen van symptomen van ziektes die het gevolg zijn van de hitte en hoe die te behandelen zijn.
Hulporganisaties die in Noord-Korea werken krijgen geregeld met problemen te maken. Zo krijgen ze vaak geen toegang tot bepaalde gebieden en zijn bepaalde organisaties in het verleden zonder pardon het land uit gezet. Ook heeft het Noord-Koreaanse regime in het verleden noodhulp verstrekt aan het leger in plaats van aan hulpbehoevende burgers – of doorverkocht voor harde valuta.
Donors haken af
Vanwege deze problemen en corruptie loopt het bedrag dat wordt gedoneerd voor noodhulp aan Noord-Korea al jaren terug. Het Rode Kruis, de Wereldgezondheidsorganisatie en andere goede doelen roepen landen en particuliere donateurs op vooral geld te blijven geven. Reeds voor de droogte en hittegolf had 40 procent (zo’n 10 miljoen mensen) van de Noord-Koreaanse bevolking humanitaire hulp nodig. Muyambo:
“We kunnen niet toestaan dat deze situatie escaleert in een volledige voedselcrisis. We weten dat eerdere droogten de voedseltoevoer dusdanig heeft ontwricht dat er ernstige gezondheidsproblemen en ondervoeding in het land ontstonden.”
In de jaren negentig kwamen bij een grote hongersnood tussen de vijfhonderdduizend en twee miljoen burgers om het leven. Sindsdien is de voedselsituatie in het land verbeterd, maar nog altijd kampen miljoenen burgers met voedsel- en medicijnentekorten. Soms leiden te eenzijdige diëten tot ziektes als pellagra.
Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 10 augustus bij NRC