Waarom test Noord-Korea raketten tijdens de coronacrisis?

Zelfs een mondiaal om zich heen grijpende pandemie is geen partij voor het Noord-Koreaanse propagandaprogramma. Nog altijd houdt het regime vol dat het land nul Covid-19-besmettingen kent. Sterker nog, terwijl in maart het ene na andere land in lockdown ging, voerde Pyongyang in maart en april doodleuk vijf raketproeven uit.

Voor wie denkt dat Noord-Korea een volledig geïsoleerd fort is, lijkt de bewering coronavrij te zijn niet eens zo gek. Als je afgegrendeld bent voor de grote boze buitenwereld komt er immers ook geen virus binnen. De werkelijkheid is dat de 1420 kilometer lange grens met China simpelweg te lang is om helemaal af te sluiten. Sinds de hongersnood van medio jaren negentig vindt over deze grens ontzettend veel smokkel en formeel illegale handel plaats van goederen die op de Noord-Koreaanse zwarte markt belanden. Veel huishoudens zijn afhankelijk van deze handel, omdat het loon dat zij ontvangen van hun staatsbaan vaak goed is voor één pak rijst.

Het coronavirus is hoogstwaarschijnlijk via deze handelsroute het land binnengekomen, waarna Kim Jong-un een lockdown gelastte. Niemand mag nog erin of eruit. Geen enkele analist gelooft de staatsbewering van nul besmettingen, maar momenteel valt weinig te zeggen over hoe hard de ziekte Noord-Korea getroffen heeft. Enkele anonieme bronnen reppen van honderden doden. Bij eerdere ziekte-uitbraken traden Noord-Koreaanse autoriteiten laat op en ontbrak het hen aan de middelen om goed in te grijpen.

Wat wél vaststaat is dat het Noord-Koreaanse zorgstelsel geenszins is opgewassen tegen een epidemie van deze orde. De ziekenhuizen die nog functioneren kampen structureel met medicijntekorten en hebben vaak niet eens stromend water. Dat terwijl de Noord-Koreaanse bevolking zeer kwetsbaar is: ruim 40 procent van de inwoners is ondervoed. Met het sluiten van de grenzen en het stokken van de smokkel uit China zal dit percentage vermoedelijk alleen maar toenemen.

Dit alles maakt de timing om juist nú raketproeven te hervatten opmerkelijk. De internationale gemeenschap heeft wel andere dingen aan zijn hoofd, waardoor Kim Jong-un aandacht en ophef wel kan vergeten. Een rakettest is echter ook wat het woord al aangeeft: Pyongyang test raketten om te zien of zij werken en om te leren waar veranderingen moeten worden aangebracht om zo de militaire slagkracht te verbeteren.

Daarnaast wil Noord-Korea vooral in de kijker blijven van de Verenigde Naties. VN-chef Guterres heeft al opgeroepen tot sanctieverlichting tegen de dictatuur zolang de crisis duurt, iets waarnaar het Kim-regime al jaren snakt. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo zei vooral te willen vasthouden aan bestaande strafmaatregelen, waarna hij direct door Pyongyang voor rotte vis werd uitgemaakt. Het is de hoop van Noord-Korea dat sancties op humanitaire gronden tijdelijk worden ingetrokken – wat niet onredelijk is. Het zal echter gezien de continue noodlijdende staat waarin het land verkeert moeilijk worden de maatregelen later weer in te stellen.

Dit artikel is geschreven voor de rubriek ‘In de Wereld’ van De Groene Amsterdammer

De toekomst van de twee Korea’s

Op 20 mei 2020 spreek ik in Brussel op de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten over Noord-Korea. Prof. Boudewijn Walraven geeft verder een verdiepende lezing over het confucianisme en Prof. Carine Defoort presenteert slotconclusies op de volledige cyclus. Het is nu al mogelijk te registreren:

De toekomst van de twee Korea’s

vaknk

Kim Jong-un dreigt met „schokkende actie”

De Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un begon het nieuwe jaar gezellig door te zeggen dat hij zich niet langer gebonden voelt aan een moratorium op het testen van atoombommen en intercontinentale raketten. Het land zal de wereld spoedig een „nieuw strategisch wapen” demonstreren en „schokkende actie” ondernemen, aldus Kim.

Lees hier mijn analyse van Kims toespraak: Kim Jong-un dreigt met „schokkende actie”

Buurlanden Noord-Korea verdeeld over aanpak Kim

In het Chinese Chengdu zitten dinsdag China, Japan en Zuid-Korea om tafel. Hoog op de agenda: Noord-Korea en een handelsconflict.

De weer oplaaiende Noord-Koreaanse dreiging domineert de agenda in Chengdu. Het regime van Kim Jong-un heeft de Verenigde Staten een deadline gegeven tot het einde van het jaar om met een doorbraak in de vastgelopen onderhandelingen over de brug te komen, het liefst in de vorm van sanctieverlichting. Eerder deze maand dreigde Pyongyang dat de VS zelf bepalen welk „kerstcadeau” ze krijgen, waarmee het communistische bewind hint op een raketlancering.

Lees hier mijn hele analyse: Buurlanden Noord-Korea verdeeld over aanpak Kim

Zuid-Korea in ban van verkrachtingszaak Noord-Koreaanse vluchtelinge

Zuid-Korea is in de ban van een verschrikkelijke zedenzaak. Een Noord-Koreaanse vluchtelinge zegt tientallen malen te zijn verkracht door een militaire inlichtingenofficier die haar moest beschermen. Die dwong de vrouw bovendien tweemaal tot abortus.

Noord-Koreaanse vluchtelingen zijn uiterst kwetsbaar in Zuid-Korea, met name vrouwen. Dat toont een recente verkrachtingszaak.

Lees hier mijn artikel: Zuid-Korea in ban van verkrachtingszaak Noord-Koreaanse vluchtelinge

Luxe Mercedessen vanuit Rotterdamse haven naar Kim Jong-un verscheept

Zeker twee Mercedes-luxemodellen van de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un zijn verscheept vanuit de haven van Rotterdam. Dat blijkt uit onderzoek van het Amerikaanse Center for Advanced Defense Studies. Uit het onderzoeksrapport blijkt ook dat zeker negentig landen luxegoederen naar Noord-Korea hebben geëxporteerd, veel meer dan tot nu toe werd aangenomen.

De uit Rotterdam vervoerde luxeauto’s betreffen een Maybach S62 en een Maybach S600 Pullman Guard, respectievelijk een half miljoen en 1,6 miljoen dollar in waarde. De wagens werden in juni 2018 op een containerschip geladen, dat koers zette naar het Chinese Dalian. Dat bleek echter niet het eindstation: via een reeks havens in Zuid-Korea, Japan en Rusland eindigden de auto’s uiteindelijk in Noord-Korea.

De containers werden geëxporteerd door Slavenburg & Huyser, een in Rotterdam gevestigde rederij-agent en expediteur. De vracht werd „destijds te goeder trouw geëxporteerd in de hoedanigheid van expediteur via de Chinese rederij Cosco vanaf Rotterdam naar Dalian, alwaar onze verantwoordelijkheid en zicht op de containers stopte”, zo liet directeur Leo Poot donderdag tegenover NRC weten. „Wij wisten niet dat de containers uiteindelijk naar Noord-Korea zouden gaan. Als wij dat van tevoren hadden geweten, hadden we de opdracht nooit geaccepteerd.”

Eerder liet Daimler, producent van de auto’s, weten geen idee te hebben hoe Kim Jong-un aan hun producten is gekomen. ,,Voor Daimler is de correcte uitvoer van producten in overeenstemming met de wet een fundamenteel principe van verantwoorde bedrijfsvoering”. Eerder dit jaar werd in de Rotterdamse haven een lading met 90.000 flessen wodka bedoeld voor het Noord-Koreaanse regime onderschept.

Na aankomst in het Chinese Dalian voer het schip met de Mercedessen door naar het Japanse Osaka en vervolgens naar het Zuid-Koreaanse Busan. In die havens werden de containers niet geopend voor inspectie. In Busan werd de vracht geladen op het schip DN5505, dat op 1 oktober 2018 uit de haven vertrok richting de haven van Nachodka aan de Russische oostkust, op een steenworp van Vladivostok. Het vaartuig zou naar schatting op 5 oktober op de plaats van bestemming arriveren.

Nog voor het schip Zuid-Koreaanse wateren verlaten had, werd de AIS-transponder aan boord uitgeschakeld. Dit apparaat zendt met een ultrakortegolfsignaal de locatie, snelheid en identiteit van het schip uit, waardoor het via de satelliet gevolgd kan worden. Achttien dagen lang was de DN5505 van de radar. Toen de transponder op 19 oktober weer aanging, voer het schip weer in de buurt van Busan. De auto’s waren inmiddels van boord, het schip vervoerde nu een vracht antraciet.

Ondertussen arriveerden in de periode dat het schip de sensor uit had staan drie Noord-Koreaanse vrachtvliegtuigen in het Russische Vladivostok. De toestellen vervoeren vaker de auto’s van Kim Jong-un tijdens buitenlandse staatsbezoeken, maar doen normaal nooit Vladivostok aan. Aangenomen wordt dat de auto’s vanuit het Russische Verre Oosten naar Pyongyang zijn gevlogen. Drie maanden later werd Kim Jong-un voor het eerst gespot in de Maybach S600.

De DN5505 voer onder de vlag van Togo, maar is eigendom van een bedrijf gevestigd op de Marshalleilanden, met een Russische directeur en een Chinese veiligheidsmanager. Het inzetten van verschillende nationale jurisdicties bij vrachtvervoer is een klassieke tactiek om exportembargo’s te omzeilen.
Het is sinds oktober 2006 verboden om luxegoederen naar Noord-Korea te exporteren. Die maand voerde het communistische land zijn eerste kernproef uit. Ondanks de vele sancties exporteerden tussen 2015 en 2017 zeker negentig landen luxeproducten naar Noord-Korea.

In de dertien daaropvolgende jaren volgden meer sanctiepakketten, met name in 2017. Dat jaar testte het communistische land een waterstofbom en meerdere intercontinentale raketten. Hoewel Kim Jong-un sindsdien meerdere tops heeft gehad met staatshoofden uit de VS, China, Zuid-Korea en Rusland en heeft beloofd toe te werken naar ,,denuclearisering van het Koreaanse schiereiland” zijn de VN-sancties tegen zijn land nog altijd van kracht.

Een eerdere, kortere versie van dit artikel verscheen op 17 juli 2019 in NRC Handelsblad en op nrc.nl .

Kim slaat munt uit overleg met Trump

Noord-Korea slaat sinds vorig jaar een mildere toon aan en die lijkt ook zijn weg te vinden naar de munterij van het communistische land. De centrale bank van Pyongyang heeft een herdenkingsmunt geslagen waarop te zien is hoe drie handen gezamenlijk een raket waarop de letter ‘N’ staat – van nucleair – kapot breken.

De penning dook op vlak na de ‘flitstop’ van de Amerikaanse president Donald Trump en de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un in de gedemilitariseerde zone tussen de beide Korea’s, vorige maand. Het staartstuk van de raket breekt af, brokstukken liggen ernaast. Langs de bovenrand is te lezen: „denuclearisering van het Koreaanse schiereiland” en eronder staat gegraveerd: „bescherming van de vrede en veiligheid in de wereld”. Van wie de handen zijn, staat er niet bij, maar vermoedelijk moeten ze de vermeende samenwerking tussen de Verenigde Staten en Noord- en Zuid-Korea illustreren.

data47189387-58aea7 (1)

De munt werd begin juli voor het eerst getoond in Zuid-Korea, door Lee Sang-hyun van de Koreaanse Raad voor Verzoening en Samenwerking. Dat is een Zuid-Koreaanse koepel van zo’n tweehonderd organisaties die zich gezamenlijk inzetten voor meer coöperatie en dialoog met Noord-Korea. De centrale bank zou het muntstuk al in april hebben geslagen, kort na de mislukte tweede top van Trump en Kim, in Hanoi.

Met de penning wil Noord-Korea onderstrepen dat het streeft naar een kernwapenvrij schiereiland. Zij het dat het sinds het begin van de onderhandelingen tussen Washington en Pyongyang vorig jaar nog geen enkel atoomwapen of langeafstandsraket heeft opgegeven. Sterker nog, uit Amerikaanse satellietbeelden zou blijken dat de productie van Noord-Koreaanse massavernietigingswapens gewoon doorgaat. Toch zegt Trump hoopvol te zijn dat hij een deal kan sluiten met Pyongyang. Als eerste zittende Amerikaanse president stapte hij op 30 juni de grens over met Noord-Korea, waar hij Kim Jong-un lachend de hand schudde.

Eerdere Noord-Koreaanse herdenkingsmunten straalden meer strijdbaarheid uit. Nog vorig jaar beeldde de centrale bank een raket af met een Amerikaanse vlag en de letters ‘USA’ die door een heroïsche Noord-Koreaanse vuist tegen de grond wordt gedrukt. Op andere muntstukken stonden oud-leider Kim Jong-il in militair uniform, een raket die een satelliet in een baan om de aarde brengt en diverse Noord-Koreaanse monumenten en symbolen.

In 2018, nog vóór de eerste top tussen Trump en Kim in Singapore had plaatsgevonden, sloegen de Verenigde Staten zelf ook een veelbesproken herdenkingsmunt. Die leidde tot kritiek, omdat de twee leiders als gelijkwaardig werden afgebeeld, wat koren op de molen van het Noord-Koreaanse propaganda-apparaat was. Ook werd er gegrinnikt omdat Kim Jong-un was afgebeeld met nog meer onderkinnen dan hij in werkelijkheid meedraagt.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 16 juli 2019 in NRC Handelsblad en op nrc.nl.

Emigratie Zuid-Koreaan naar zijn „ware vaderland”: Noord-Korea

Een Zuid-Koreaan die naar Noord-Korea emigreert in plaats van andersom, dat hoor je niet vaak. Toch is dat wat de 73-jarige Choi In-guk zaterdag deed – en daarmee trad hij in het voetspoor van zijn ouders, die in 1986 naar Noord-Korea overliepen. Lees hier mijn artikel over dit zeldzame voorval:

Emigratie Zuid-Koreaan naar zijn „ware vaderland”: Noord-Korea

Necrologie Eric Talmadge (1962 – 2019)

In Noord-Korea rijden zo weinig auto’s dat wanneer er eens eentje langs zoeft politieagenten en militairen in de houding schieten en het voertuig salueren. In zo’n luxetransportmiddel moet immers wel een hoge pief zitten. In de zes jaar dat journalist Eric Talmadge door het land reed, werd hij door tal van soldaten gesalueerd. Als Amerikaan nog wel, in Noord-Korea staatsvijand nummer één, ze moesten eens weten. Vorige maand overleed Talmadge op 57-jarige leeftijd in Tokio aan een hartaanval.

Dergelijke reportages waren tekenend voor Talmadge, de enige westerse journalist die semi-permanent verslag deed vanuit Noord-Korea. De Amerikaan nam in 2013 de leiding over van het hoofdkantoor van persbureau AP in Pyongyang, tot voor kort het enige westerse medium met een bureau in Noord-Korea. Direct was Talmadge duidelijk wat hem te doen stond: niet zozeer kernproeven en propaganda analyseren, maar zijn aanwezigheid in het communistische land gebruiken om de levens, gedachten en verlangens van gewone Noord-Koreanen te tonen.

Met die missie wist Talmadge vermoedelijk meer mensen te bereiken via zijn fotokanaal op Instagram dan met zijn gedetailleerde reportages voor AP. De journalist plaatste beelden van burgers die aan het strand mosselen bakten op brandende benzine, van fabrieken voor zeep en kimchi in Pyongyang en van kapperszaken en ontharingssalons. Talmadge berichtte ook graag over het eten dat hij aantrof in het land, van Koreaanse pannenkoek en lokale vissoep tot junk food en – jawel –hondenvlees. Zijn populairste video, met meer dan een miljoen weergaven, toont hoe Noord-Koreanen reizen via de diepste metrolijn ter wereld. Het gewone leven dus. Uiteraard ook veel foto’s van marcherende militairen en van mensenmassa’s voor standbeelden van de Kim-dynastie: het politieke is nu eenmaal óók persoonlijk in Noord-Korea.

Dit bericht bekijken op Instagram

People-watching in the Pyongyang subway

Een bericht dat is gedeeld door @ erictalmadge op

Het gewone Noord-Koreaanse leven maakt ook de hoofdmoot uit van Talmadges geschreven werk, dat zich kenmerkt door droge humor. Zo schreef hij een reportage over een winkelcentrum waarin naast grote flatscreens struisvogelhuid, “neo-Viagra” en energy drink werden verkocht. Hij bezocht een worstenfabriek en ’s wereld grootste nooit in gebruik genomen gebouw (een hotel van 105 verdiepingen). Ook omschreef hij kleine culturele veranderingen, zoals de opkomst van een Noord-Koreaanse “K-popband” en de populariteit van hippe sneakers.

Soms bleek Talmadges aanwezigheid in Noord-Korea zelfs contraproductief voor berichtgeving over actuele ontwikkelingen. Toen het Koryo-hotel in Pyongyang in brand vloog zweeg AP in alle talen, terwijl concurrent Reuters wél actueel nieuws over de brand had en zelfs toeristen in Noord-Korea wist te spreken. In 2014 stortte een appartementencomplex in Pyongyang in, waarbij tientallen mensen om het leven kwamen. AP berichtte erover vanuit Seoul, terwijl het Noord-Koreaanse AP-filiaal op enkele minuten rijden van de plek des onheils lag. Talmadge verklaarde dat hij op het moment van het ongeluk niet in Pyongyang was en dat toen hij terugkwam niemand hem over de instorting vertelde.

De keuze van AP om een kantoor in Pyongyang te openen is de afgelopen jaren niet zonder kritiek gebleven. Zo stelde de specialistische website NKNews dat AP vanuit Pyongyang bewust vrijwel niet bericht over Kim Jong-un, dat de Noord-Koreanen waarmee AP werkt worden aangeleverd door de staat en dat exclusieve interviews met Amerikaanse politieke gevangenen niet gepubliceerd werden – om het regime niet tegen de schenen te schoppen. AP reageerde dat ze inderdaad werken met Noord-Koreaanse ‘journalisten’, aangezien dit verplicht is in het land. Het persbureau ontkent echter staatspropaganda of andere feitelijke onjuistheden te hebben bericht vanuit Pyongyang. Talmadge merkte verder op dat hij vrij kon opschrijven wat hij wilde en dat geen enkel artikel van hem ooit gescreend was door een censor.

Talmadge werd in 1962 geboren in Renton, een voorstad van Seattle. Als scholier ging hij op uitwisseling naar Japan, waar hij zich na zijn afstuderen als journalist in de jaren tachtig zou vestigen. Vóór zijn AP-tijd schreef hij voor Japanse media over Noord-Korea, en duidde hij voor Japanse tv-zenders ontwikkelingen in het land. Talmadge was een fervent bowler en wist op reportages op de meest afgelegen plekken in Azië nog een bowlingbaan te vinden. De journalist hield zich verder bezig met mediteren, hardlopen, zwemmen en fietsen. Het was hem niet toegestaan zich onafgebroken in Pyongyang te vestigen. Elke maand reisde Talmadge vanuit Japan naar Noord-Korea en bleef hij daar tien dagen – of zo lang als het bewind het hem toestond.

Talmadge hekelde mensen die een eenzijdig beeld schetsten van Noord-Korea. “Denk nooit dat je Noord-Korea werkelijk begrijpt”, zei hij tegen een collega. “Het heeft meer hoeken dan alle plekken waar ik ooit geweest ben.” In het gesloten land behield Talmadge zijn journalistieke nieuwsgierigheid, die hem ertoe dreef om altijd toegang proberen te krijgen tot nieuwe locaties – zelfs als hij al honderd keer nul op het rekest had gehad. “Ik ben er verrast en op zekere manier gerustgesteld, om te zien hoe gewone Noord-Koreanen geven om dezelfde zaken als iedereen: hun familie, hun financiën, hun gezondheid en hun vrienden”, zei hij in 2015.

Het werken in Noord-Korea beïnvloedde ook hoe Talmadge zijn thuissituatie in Japan waardeerde. “Elke keer […] denk ik dan: ik kan overal heengaan waar ik wil”, aldus de journalist. “Dat zie ik al niet meer als vanzelfsprekend”.

Collega Justin McCurry, correspondent van The Guardian in Japan, schreef dat journalisten die Noord-Korea vanuit andere delen van Oost-Azië coveren, Talmadge veel verschuldigd zijn. Hij slaagde er volgens McCurry in ondanks „de beperkingen waaronder hij moest werken” om gewone Noord-Koreanen tot leven te wekken en het land een menselijk gezicht te geven. „Daarvoor zal ik hem altijd dankbaar zijn.”

Dit bericht bekijken op Instagram

Eric Talmadge, who succeeded me as AP’s bureau chief in charge of Pyongyang, would want you to remember him this way: as a bowling champ in a customized bowling shirt. . As foreign correspondents, we try to create “home” wherever we go, and there are crazy stories about what journalists bring with them; one of my predecessors as AP Seoul bureau chief (the late great Reid Miller) brought a grand piano while another (Chris Torchia) brought a ping pong table. (He would want you to know it’s called table tennis) . While we couldn’t bring grand pianos or ping pong tables to Pyongyang, I made my staff go ice skating as a way to “escape” from the pressures of life in North Korea. Eric’s thing was bowling. No matter where we were assigned — Guanghzhou, China, covering the Asian Games; Tokyo, covering the Fukushima fallout; Seoul, where he was sent to help me cover the sinking of the Cheonan warship, and North Korea, where I brought him to succeed me in running a tough operation — he made us go bowling. Sometimes, he even showed up with his own customized ball, shoes and shirt. . Here’s what I wrote in my letter to the North Koreans in requesting a visa to bring him with me in 2013: “Eric is a veteran correspondent who was born in the United States but has lived in Japan most of his life. I think you will find that in many ways, he is more Asian than American. He is interested in writing about sports and will help us with our Korean War coverage. And as David may have told you, he is a very avid bowler so I hope we can arrange some bowling excursions during his visit. I would like to bring him for one week and will send you the exact dates later today.” . Eric died of a heart attack at age 57 earlier today in Tokyo, where he was based. There aren’t many people suited to do what we did in North Korea. #NorthKorea was the culmination of his long career as a veteran foreign correspondent, a grueling assignment that he carried out with patience and stoicism. . We spent a lot of time in bowling alleys during our time reporting together over a decade long span. I’d like to think he’s scoring a few strikes right now in the Gold Lane of the afterlife.

Een bericht gedeeld door Jean Lee (@newsjean) op

Jean H. Lee, de eerste AP-chef in Pyongyang, postte na diens overlijden een foto van Talmadge, buiten de bowlingbaan van Pyongyang. “Dit is hoe hij graag herinnerd zou willen worden. […] Ik hoop dat hij nu strikes scoort in de Gold Lane van het hiernamaals.”

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 1 juni 2019 bij NRC