De spanningen zijn terug op het Koreaanse schiereiland. Afgelopen week werden waarschuwingsschoten langs de grens afgevuurd, klonken nieuwe dreigementen vanuit Pyongyang en woonde de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un een rakettest bij. En dan moest de top tussen Trump en de Zuid-Koreaanse president Lee Jae-myung nog beginnen.
Het geldt als de zwaarst bewaakte grens ter wereld: die tussen Noord- en Zuid-Korea. Slechts zeer zelden maakt iemand direct de oversteek van het ene naar het andere Korea. In 2019 deed Ryu Seong-hyeon dit – met succes.
Tegenwoordig vertelt hij vanuit Zuid-Korea over zijn leven in Noord-Korea en over hoe de maatschappij daar functioneert. ,,Het regime heeft veel kennis vergaard over hoe je de menselijke psychologie naar je hand kunt zetten. Omdat het Kim-regime al deze macht en kennis heeft, is het zeer eenvoudig om burgers te manipuleren. Je moet beseffen dat het politieke systeem hiervoor opgezet is, op een complexe en effectieve manier.”
„Een totalitaire staat waar tienduizenden mensen gemarteld en tot slaaf gemaakt worden.” De Noord-Koreaanse mensenrechtenschendingen zijn zo erg dat ze volgens Amnesty International „een eigen categorie” vormen. De organisatie Korea Future brengt ze in kaart. Ik sprak met Hyeonsim Lee en Yeinah Chang van de organisatie.
Bijna de helft van zijn leven in Noord-Korea bracht Kang Chol-hwan door in een van de beruchtste strafkampen van het land: Yodok. „Maar eigenlijk kun je zeggen dat heel Noord-Korea één grote gevangenis is.” Ik interviewde Kang, auteur van het baanbrekende boek ‘De Aquariums van Pyongyang’, in Seoul:
Voor NRC besprak ik het boek Twee Koreanen: Achter de verborgen wereld van Noord- en Zuid-Korea van Jihyun Park en Seh-Lynn Chai, dat recent in het Nederlands uitkwam. Ik interviewde Park vorig jaar voor NRC. Lees hier de recensie van het boek:
Het leek in 1998 een gouden kans voor de toen 29-jarige Jihyun Park om niet alleen de brute dictatuur in Noord-Korea te ontvluchten, maar ook de destijds woedende hongersnood die aan meer dan een miljoen mensen het leven zou kosten. Een mensensmokkelaar beloofde haar en haar broer naar China te brengen, waar ze een baan kon krijgen en genoeg te eten was. Haar moeder, die eerder was gevlucht, was er al en wachtte op hen.
Alleen: er was geen baan. Park werd wel naar haar moeder gebracht, maar zij bleek haar voor 5.000 Chinese yuan te hebben verkocht aan een Chinese man op het platteland. Vanwege de eenkindpolitiek kent China een groot tekort aan vrouwen en het komt geregeld voor dat Noord-Koreaanse vrouwen als bruid of seksslavin aan mannen verkocht worden. Park kwam terecht bij een werkloze alcoholist die haar geregeld sloeg en een kind, Chul, bij haar verwekte. Uiteindelijk werd ze na vijf jaar gepakt en teruggestuurd naar Noord-Korea – zonder Chul – waar ze in een strafkamp belandde.
In Twee Koreanen, waarin Park haar verhaal doet met hulp van de Zuid-Koreaanse auteur Seh-Lynn Chai, rijgen de ongelofelijke en vreselijke gebeurtenissen in Noord-Korea en China, die een bijna bovenmenselijke veerkracht vergen, zich aaneen. De mensenrechtenschendingen in Noord-Korea zijn zo ernstig dat Amnesty International jaren geleden stelde dat „zij eigenlijk een categorie op zichzelf vormen”. Park blijven deze gruwelen niet bespaard: ze wordt zowel geestelijk als fysiek mishandeld en ze verliest na haar tijd in het strafkamp bijna één van haar benen aan gangreen door langdurige dwangarbeid.
Het boek biedt meer dan de gevolgen van de Noord-Koreaanse repressie door de ogen van één dapper individu. In Noord-Korea wonen 25 miljoen burgers die hoofdzakelijk bezig zijn met hun werk, een partner vinden en een gezin stichten – net zoals overal ter wereld. Tegelijkertijd wordt het land geregeerd door een dynastie die de meest waanzinnige regels en gebruiken loslaat op deze bevolking. De interessantste stukken in Twee Koreanen laten precies de spanning tussen deze twee realiteiten zien.
Zo valt op dat Parks familie verspreid over verschillende regio’s in het land leeft, terwijl burgers zelfs voor een reis naar een andere provincie een vergunning nodig hebben.
Dit blijkt geen toeval, zo legt een oom aan Park uit: „Hoe meer een familie verdeeld is, hoe minder ze verenigd is. De Staat wordt je nieuwe familie, die vervangt je familie.” Over die familie wordt overigens nog meer verteld, ondermeer de waanzinnige anekdote over Parks zusje die probeert te leren programmeren zonder computer, iets waar ik graag meer over had gelezen.
Een groot deel van Parks boek speelt zich af tijdens de hongersnoodjaren (1994-1998), in Noord-Korea de Zware Mars genoemd. Ze beschrijft op aangrijpende wijze hoe ze als basisschoollerares meemaakt dat kinderen uit haar klas ‘verdwijnen’ of zo zwak en uitgehongerd op komen dagen dat van onderwijs volgen geen sprake kan zijn. In Noord-Korea sterft echter niemand van de honger – op papier dan – en werd in de jaren negentig van ‘de ziekte’ gesproken. Wanneer Parks oom overlijdt tijdens de hongersnood zeggen de familieleden tegen buurtgenoten „dat hij op latere leeftijd de mazelen had gekregen – je stierf immers niet van honger in een socialistisch land.”
Het is bijzonder jammer dat de vertaling van het boek vaak niet lekker loopt, met veel anglicismen, tegenwoordige en verleden tijd door elkaar en krom lopende zinnen. Op de voorkant is zelfs vergeten het woord ‘and’ tussen de twee auteursnamen te vertalen naar ‘en’ – hoe dan? Wie dat door de vingers kan zien en ook de auteurs het wat afgeraffelde einde kan vergeven leest zo, in dit prachtig omschreven relaas, hoe een vrouw met zowel de verschrikkingen als de alledaagsheden in Noord-Korea omgaat – en hier uiteindelijk aan weet te ontsnappen. Waar verhalen over het privéleven van Kim Jong-un en zijn voorgangers altijd veel lezers weten te trekken, is het te hopen dat in de nabije toekomst minstens evenveel aandacht kan uitgaan naar schrijvers als Jihyun Park.
et grensgebied tussen Noord- en Zuid-Korea lijkt een enge plek – en is dat ook. Toch vertrekken dagelijks honderden toeristen vanuit Seoul om een DMZ Tour te doen, waarbij je Noord-Korea in kunt kijken en zelfs een oude, ontdekte Noord-Koreaanse infiltratietunnel kunt bezoeken. Ik ging voor het Reformatorisch Dagblad mee op zo’n tour:
Voor NRC reisde ik naar de grens tussen Noord- en Zuid-Korea om de…. Starbucks daar te bezoeken, waar Zuid-Koreaanse dagjesmensen een blik werpen op een Noord-Koreaans dorp aan de overzijde. “Wij leven in welvaart, terwijl zij moeten doen alsof.”
Noord-Korea doet vaker raketproeven, maar ditmaal ging het met extra ronkend taalgebruik gepaard. Er zou een nucleaire aanval op de Verenigde Staten en Zuid-Korea zijn gesimuleerd. Wat bedoelt Pyongyang met deze dreigende taal en heeft de wapenverkoop aan Rusland er nog iets mee te maken? Ik sprak erover met Astrid Kersseboom in het NOS Radio 1 Journaal,
Voor het eerst wordt er autobrug aangelegd over de korte grens tussen Rusland en Noord-Korea. Wat zegt dit over de steeds inniger wordende banden tussen deze twee landen? Ik sprak erover met de NOS.
Ik sprak in Seoul met dominee Eric Foley, die al 25 jaar lang bijbels naar Noord-Korea stuurt, waar het bezit ervan en het openlijk belijden van het christelijk geloof streng worden vervolgd. Dit maakt hem niet pessimistisch. Integendeel. „Meer Noord-Koreanen dan ooit lezen een Bijbel”, zegt hij opgetogen.
Een Duitse vertaling van een aangepaste en ingekorte versie van het interviewverscheen later op de website van Evangelisch.de: Wenn Bibeln vom Himmel herabschweben