Noord-Korea bouwt uit alle macht aan geavanceerder wapentuig

Raketgewenning, zo zou je het kunnen noemen. Noord-Korea schoot de afgelopen jaren zo veel projectielen de lucht in dat het vaak nog nauwelijks het nieuws haalde. Tussen al die kwantiteit werkte het totalitaire land ook aan het verbeteren van de kwaliteit en capaciteit van zijn wapenarsenaal.

Zo maakte Noord-Korea afgelopen maandag bekend dat het met succes een hypersone raket op vaste brandstof had getest. Zo’n projectiel kan een snelheid van zo’n 6.200 kilometer per uur – of vijf keer die van het geluid – bereiken. Maar de belangrijkste eigenschap is de wendbaarheid van de raket – iets waarop Noord-Korea de raket ook zei te testen. „Hypersone wapens zijn extreem moeilijk om te detecteren en neer te halen, vanwege hun snelheid en wendbaarheid, lage vlieghoogte en onvoorspelbare trajecten”, zei de Amerikaanse generaal Glen D. VanHerck vorig jaar. Slechts enkele landen, waaronder China en Rusland, hebben hypersone raketten ontwikkeld.

Vorig jaar bereikte het land een andere technologische doorbraak, toen het onder het toeziend oog van dictator Kim Jong-un en zijn tienerdochter een intercontinentale raket op vaste brandstof lanceerde. De Hwasong-18 heeft een bereik van vijftienduizend kilometer en kan daarmee het gehele Amerikaanse en Europese vasteland treffen. Het is nog onduidelijk of Pyongyang die al kan uitrusten met kernkoppen. Het land heeft atoombommen, maar die zijn alleen nog ondergronds getest. Om een kernkop te ontwikkelen, moet Noord-Korea in staat zijn deze kernwapens klein en hittebestendig te maken.

Spionagesatellieten

Pyongyang testte al eerder hypersone én intercontinentale rakettechnologie, maar nog niet eerder op vaste brandstof. Een strategisch voordeel daarvan is dat de projectielen sneller gelanceerd en vervoerd kunnen worden dan met vloeibare brandstof – waardoor een tegenstander de voorbereiding van een lancering moeilijker kan spotten.

Afgelopen november bracht Pyongyang na twee mislukte pogingen zijn eerste werkende militaire spionagesatelliet in een baan om de aarde. Het bewind beweert foto’s van de kunstmaan te hebben ontvangen, maar leverde daarvoor geen bewijs. Voor dit jaar staan nog zeker drie lanceringen gepland. Met de satellieten kan Noord-Korea zelfstandig buitenlandse troepenbewegingen in de gaten houden. Hiermee zijn flink wat zaken van Kim Jong-uns verlanglijstje geschrapt: van de in 2021 door hem geformuleerde militaire doelen is alleen de ontwikkeling van een nucleair aangedreven onderzeeër (nog) niet verwezenlijkt.

Groeiend isolement

Met deze drie mijlpalen komt het Kim-regime weer steviger in zijn schoenen te staan. Na de mislukte top met toenmalig Amerikaans president Donald Trump in Hanoi in 2019 heeft het Noord-Koreaanse bewind alle interesse in onderhandelingen laten varen. Zolang landen als China en Rusland in zijn materiële behoeften kunnen voorzien, hoeft toenadering tot Zuid-Korea en de VS wat Pyongyang betreft niet meer. Het land sloot de afgelopen maanden negen ambassades in het buitenland, bijna een vijfde van het totaal.

Om die redenen werkt Pyongyang aan zo geavanceerd mogelijke wapens, die ervoor moeten zorgen dat het land nooit kan worden binnengevallen door de VS of Zuid-Korea. Je valt immers geen land aan dat jouw steden met een kernbom kan raken. Sommige analisten vrezen dat Noord-Korea zelf wel eens uit kan zijn op oorlog. „De situatie op het Koreaanse schiereiland is gevaarlijker dan ze op enig moment sinds juni 1950 is geweest”, schrijven Robert Carlin en Siegfried Hecker in een artikel op 38 North, een blog over Noord-Korea van het Stimson Center, een Amerikaanse denktank. „Wij geloven dat Kim Jong-un, net als zijn grootvader in 1950, het strategische besluit heeft genomen om een oorlog uit te vechten.”

Dat is geenszins ondenkbaar, maar is niet te verwachten. Het regime is doorgaans continu bezig met één doel: het behoud van de macht van Kim Jong-un, en het uit de weg ruimen van alles wat die macht kan bedreigen. Een gewapend conflict zou die machtspositie juist in gevaar kunnen brengen.

Dode in Charkiv

Hoewel Noord-Korea al jaren met de grootste toewijding aan zijn raketarsenaal werkt, heeft het die nooit in een echte oorlogssituatie getest. Dat heeft Rusland inmiddels voor de Noord-Koreanen gedaan: bij een aanval op Charkiv, waarbij een dode en meer dan veertig gewonden vielen, werd een door Pyongyang geleverde Hwasong-11 ingezet. Deze ballistische raket kan honderden kilometers vliegen op vaste brandstof en is met een kernkop uit te rusten. Ze is verwant aan de Russische Iskander-raket, waardoor ze goed aansluit op de Russische wapensystemen. Het is voor zover bekend de eerste keer dat een Noord-Koreaanse raket is ingezet op een buitenlands slagveld.

Informatie over deze aanval is ook interessant voor Noord-Koreaanse technici, die zo een beter beeld krijgen van hoe de door hen ontwikkelde projectielen tijdens een aanval functioneren. Ook kan dit als reclame worden gebruikt bij andere afnemers van de Noord-Koreaanse wapenwinkel, zoals Iran en Syrië. Behalve raketten heeft Pyongyang ook grote hoeveelheden artillerie en munitie aan Moskou geleverd.

De eerste Noord-Koreaanse wapenleveranties gingen volgens Amerikaanse inlichtingendiensten al in 2022 de Russische grens over, maar pas sinds de tweede helft van vorig jaar kwam de vaart erin. In juli leidde Kim de Russische minister van Defensie Sergej Sjoigoe hoogstpersoonlijk rond over een Noord-Koreaanse wapenbeurs. Anderhalve maand later bracht Kim een bezoek aan het oosten van Rusland, waar hij met onder meer Poetin sprak. Sindsdien reizen delegaties geregeld over en weer – afgelopen dinsdag was de Noord-Koreaanse minister van Buitenlandse Zaken Choe Sun-hui nog op bezoek bij Poetin. Het Kremlin noemde Noord-Korea maandag „ons trouwste buurland”.

Noord-Koreaanse wapenfabrieken draaien momenteel op volle toeren om de Russische oorlogsmachine in Oekraïne te voeden. Daarvoor wil Pyongyang wel wat terug. Behalve geld, olie en aardgas bood Rusland Noord-Korea ook hulp aan met onder meer satelliettechnologie – mogelijk heeft Moskou zelfs al geholpen de laatste satellietlancering tot een succes te maken. Met de huidige hechte banden kan die ‘vloot’ van Noord-Koreaanse militaire spionagesatellieten er dit jaar nog komen.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen op 19 januari 2024 bij NRC.

Noord-Korea lanceert geavanceerde raket

Noord-Korea heeft opnieuw een intercontinentale ballistische raket (ICBM) getest. Analisten vermoeden dat het gaat om Pyongyangs zwaarste, meest geavanceerde model: de Hwasong-18. Het was de tweede maal dat de Hwasong-18 de lucht in ging. Met succes: volgens de Japanse kabinetschef Hirokazu Matsuno brak het projectiel met 74 minuten het Noord-Koreaanse record van langste vliegtijd ooit.

Lees hier mijn analyse: Noord-Korea lanceert geavanceerde raket

Terugblik op Noord-Korea in 2022 bij Bureau Buitenland

Op Tweede Kerstdag was ik te gast bij Bureau Buitenland op om met Chris Kijne terug te blikken op wat voor jaar 2022 was voor Noord-Korea en alvast vooruit te kijken naar 2023. Luister de uitzending hier terug of via je podcast-app:

Bureau Blunderland #1: Noord-Korea

Interview met Nederlands Dagblad

Ik sprak als Noord-Koreadeskundige met het Nederlands Dagblad over de Noord-Koreaanse militaire parade van afgelopen weekend. “Kim Jong-un wil laten zien dat hij meer is dan aflevering drie uit de Kim-dynastie.”

Lees hier het hele interview (achter betaalmuur): De modern aangeklede parade in Pyongyang was een strategische Hollywoodshow

Noord-Korea toont twee nieuwe raketten op militaire parade

Afgelopen zaterdag presenteerde Noord-Korea twee nieuwe typen raketten in een militaire parade. Ook gaf Kim Jong-un een toespraak. Social distancing en mondkapjes waren geheel afwezig op het massa-evenement.

Lees hier mijn analyse: Noord-Korea nog steeds „vrij van corona”, zegt Kim

Bekijk hier een video van de gehele militaire parade, inclusief expertcommentaar van NK News:

Waarom test Noord-Korea raketten tijdens de coronacrisis?

Zelfs een mondiaal om zich heen grijpende pandemie is geen partij voor het Noord-Koreaanse propagandaprogramma. Nog altijd houdt het regime vol dat het land nul Covid-19-besmettingen kent. Sterker nog, terwijl in maart het ene na andere land in lockdown ging, voerde Pyongyang in maart en april doodleuk vijf raketproeven uit.

Voor wie denkt dat Noord-Korea een volledig geïsoleerd fort is, lijkt de bewering coronavrij te zijn niet eens zo gek. Als je afgegrendeld bent voor de grote boze buitenwereld komt er immers ook geen virus binnen. De werkelijkheid is dat de 1420 kilometer lange grens met China simpelweg te lang is om helemaal af te sluiten. Sinds de hongersnood van medio jaren negentig vindt over deze grens ontzettend veel smokkel en formeel illegale handel plaats van goederen die op de Noord-Koreaanse zwarte markt belanden. Veel huishoudens zijn afhankelijk van deze handel, omdat het loon dat zij ontvangen van hun staatsbaan vaak goed is voor één pak rijst.

Het coronavirus is hoogstwaarschijnlijk via deze handelsroute het land binnengekomen, waarna Kim Jong-un een lockdown gelastte. Niemand mag nog erin of eruit. Geen enkele analist gelooft de staatsbewering van nul besmettingen, maar momenteel valt weinig te zeggen over hoe hard de ziekte Noord-Korea getroffen heeft. Enkele anonieme bronnen reppen van honderden doden. Bij eerdere ziekte-uitbraken traden Noord-Koreaanse autoriteiten laat op en ontbrak het hen aan de middelen om goed in te grijpen.

Wat wél vaststaat is dat het Noord-Koreaanse zorgstelsel geenszins is opgewassen tegen een epidemie van deze orde. De ziekenhuizen die nog functioneren kampen structureel met medicijntekorten en hebben vaak niet eens stromend water. Dat terwijl de Noord-Koreaanse bevolking zeer kwetsbaar is: ruim 40 procent van de inwoners is ondervoed. Met het sluiten van de grenzen en het stokken van de smokkel uit China zal dit percentage vermoedelijk alleen maar toenemen.

Dit alles maakt de timing om juist nú raketproeven te hervatten opmerkelijk. De internationale gemeenschap heeft wel andere dingen aan zijn hoofd, waardoor Kim Jong-un aandacht en ophef wel kan vergeten. Een rakettest is echter ook wat het woord al aangeeft: Pyongyang test raketten om te zien of zij werken en om te leren waar veranderingen moeten worden aangebracht om zo de militaire slagkracht te verbeteren.

Daarnaast wil Noord-Korea vooral in de kijker blijven van de Verenigde Naties. VN-chef Guterres heeft al opgeroepen tot sanctieverlichting tegen de dictatuur zolang de crisis duurt, iets waarnaar het Kim-regime al jaren snakt. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo zei vooral te willen vasthouden aan bestaande strafmaatregelen, waarna hij direct door Pyongyang voor rotte vis werd uitgemaakt. Het is de hoop van Noord-Korea dat sancties op humanitaire gronden tijdelijk worden ingetrokken – wat niet onredelijk is. Het zal echter gezien de continue noodlijdende staat waarin het land verkeert moeilijk worden de maatregelen later weer in te stellen.

Dit artikel is geschreven voor de rubriek ‘In de Wereld’ van De Groene Amsterdammer